Stbucvtcutien. L E E S I! IE R te Toren bezeten had, schoot hem niets meer over dan het leren, en het Terlies dat hem het meeste griefde, was dat ran eene lederen beurs, welke hij aan zijnen gordel had rast gemaakt en een groot aantal dia manten en paarlen bevatte.Hij had dezelve waarschijnlijk in het water verloren en zijn vermoeden viel natuurlijk op zijnen redder die hem dezen schat gedurende zijne flaauwte had kunnen ontnemen. De boer betuigde ran zijnen kant, dat hij geen kennis van de beurs droeg, en de jood welke daarop de hoop van eenen voordeeiigen handel gegrond had, geroeide diep het ongeluk ran zijnen toestand. Hij had den boer in regten kunnen vervolgen en dezen eerlijken man «eer ernstige zaken kunnen verwekkenzoozeer was de schijn tegen hem maar de jood had eeDe te edelmoedige ziel om bij dit denkbeeld stil te slaan. »Gij hebt mijn leven gered met gevaar van het uwe," zeide hij tegen den landbouwer, sruaar gij beneemt mij de magt om n mijne erkentenis te toonen.Het eenige bewijs dat ik er u van geven kan, is, u niette dagvaarden voor de regtbank, wegens den diefstal, welken gij aan mij hebt begaan en mij te onthouden u io regten te vervolgen. Ik stel u rijkelijk schadeloos voor de weinige onkosten, die ik u veroorzaakt heb. Maar ik eisch van u dat gij mij ecnig klein geld geeft, om mij in staat Ie stellen, eene stad, eenige uren van hier gelegen, te bereiken, alwaar ik lieden van mijne natie en hulpmiddelen om te bestaan zal vinden. Gij hadt mijne beuis niet moeten wegnemen zij was evenwel voor u, en zelfs de dienst, welken gij mij bewezen heb!, zou niet genoeg betaald zijn door hetgeen zij bevat; ik ben u duizendmaal meer verschuldigd dan ik u ooit zal kunnen vergelden, hoewel ik kan hopen, van eens mijne fortuin door veel werkzaamheid en nijverheid te herstellen." De arme landbouwer was wanhopig, omdat hij zijne onschuld niet kon bewijzen, welke hij te vergeefs door zijne betuigingen en tranen bevestig de; eindelijk liet hij zijnen gast gaan, en zij scheidden vrij misnoegd van elkander. Eenige maanden na het vertrek des joods, wilde de hoer zijn land me'tenen terwijl hij eenen mestkuil leegmaakte zag hij aan zijn hooi vork eene lange lederen beurs hangen. Hij onderzocht dezelve dadelijk en vindt er de kleinooden in, welke de jood zoo zeer beklaagd had. Hoe. is die beurs daar gekomen? zal men ongetwijfeld vragen. Dit is gemakkelijk uit te leggen, want zoodra de jood uit het water was gehaald, had men hem uitgekleed en op stroo gelegd; de beurs waarop niemand in deze verwarring acht had geslagen, was in het stroo blijven liggen, hetwelk eenigen tijd daarna in den nrestkuil was gebragt. Welk besluit moest toen de boer nemen? waar den bezitter van de beurs vinden wiens verblijf hem onbekend was? Zonder twijfel zou hij dezen schat in handen van den magistraat hebben kunnen nederleggen, ef de ontdekking er van in de nieuwspapieren kunnen doen bekend ma ken; maar deze middelen gebezigd door eerlijke lieden wanneer zij kost bare dingen vinden welke zij geen regt hebben te houden vielen onzen landbouwer, die een eenvoudig man was, niet in. Hij vergenoegde zich de beurs zorgvuldig te bergen, zonder er iels van te ontvreemden. Tegen de terugkomst van de kermis wandelde hij dikwijls op den rijweg, en zond rr ook zijne vrouw en kinderen heen, in de hoop den jood te zul len ontmoeten. Twee jaren verliepen, zonder dat zij hem konden ontdekken; maar eens dat de landbouwer en zijn gezin den sobers-en avondmaaltijd hiel den, hoorden zij een rijtuig aankomen, hetwelk voor hun huis stilhield. De vader ziet door het venster en ontwaarde verscheidene joden die uit eene koets komen. De moeder eu de kinderen verbleekten van schrik op deze tijding, overtuigd dat de eigenaar van de beurs met het iuzigt komt om hen te schaden; allen verstrooijen en verbergen zich, uitgezon derd de vader, die zich vleide de drift van den jood te zullen doen be daren, hem zijnen schat terug gevende. Terwijl hij zich met dit denk beeld bezig hield, komt de jood vergezeld door zijne reisgenootenin huis valt zijnen redder om den hals en verzekert hem dat hij niet be hoeft te vreezen, dat de beurs hem zal terug gevraagd worden. »Ik ben nu overtuigd" zeide hij »dat gij een braaf man zijt, en ik kom hier om u door daden de erkentenis te toonen, die ik u verschuldigd ben. Tot hiertoe ben ik niet in staat geweest dit ten uitvoer te brengen, en al had ik er ook het vermogeu toe gehadzoo had ik het niet willen doen zoolang ik u verdacht hield." De boer, hierover verwonderd vroeg hem, waarom hij hem voorheen verdacht had, terwijl hij hem nu regtvaardigde »Bij iedere reis, welke ik naar de kermis gedaan heb," antwoordde ile jood, »heb ik uw gedrag bespied: ik ben tot in uw dorp geslopen, om naar den staat uwer zaken te vernemen, en om te weten of gij uw land had vergroot, of eenigen anderen aankoop had gedaan, maar ik heb oalangs vernomen, dat wel verre van welgestelder te zijn, deschaarsch- heid der twee laatste jaren u tot armoede ha l gebragt dat gij uw span ossen verkocht hebt, cn dat, bij gebrek van eene som van vijftig kroonen welke gij geleend hadt, weder te kunnen geven, het land dat u toekomt, te koop zal gesteld worden. Ik wil, daar God mij gezegend heeft, uwe schuld betalen." Hier stortte de boer tranenen zonder een enkel woord te zeg"en ging hij in eene andere kamer, kwam een oogenblik daarna terug, en lot groote verwondering der andere joden, legde hij de beurs optafel- »Wit beleekent dit?" riepen zij uit. Daarzeide de boer, »gij zult zien, dat er niets aan ontbreekt." De jood onderzocht de beurs en vond alles weder, zelfs het kleinste pareltje, ja liet geringste korreltje goud dat hij er in gedaan had. De boer verhaalde hem toen, hoe dezelve verloren en wedergevonden was, en bekende hem dat hij dikwijls uit gebrek aan geld eene aanvech ting had gehad om er gebruik van te maken, maar dat in plaats van deze onregtvaardigheid te begaanhij verkozen had honger te lijden en tot zijne laatste koe te verkoopen. Hij voegde daar bij dat onze lieve Heer hem altijd van eenige bron voorzien had, voor zijn onderhoud en dat zijns armen gezins; eindelijk vergat hij niet den joorl te zeggen, hoe dikwijls hij legen kermistijd op den rijweg gewandeld had in de hoop van hem te ontmoeten. De tranen vloeidenlangs het gezigt des joods, bij het hooren van dit verhaal; in het eerst wilde hij zelfs de benrs niet terug nemen, vervolgens, na een oogenblik van overdenking, zeide hij tot den hoer: gij hebt gelijk, mijn vriend! daar gij de waarde van deze kleinooden niet kent, zoudt gij naauwelijks een derde gekregen hebben, van hetgeen zij gekost hebben, indien gij dezelve verkocht bad. Maar de beste boerderij die er te krijgen is, zal voor u zijn. Eenige dagen daarna had de jood gelegenheid er eene te koopen zoo hij wcnschle, en na dezelre betaald te hebben, gaf hij ze den eerlijke» boer ten geschenke. Thans bij elke reis, die hij naar de kermis doet, laat deze erkentelijke man niet na, zijnen redder optezocken en nooit komt hij, zonder een presentje voor de familie medé te brengen. De ondergeteekende Lengt door deze dat hij met primo Maart e. k. voor eigen rekening de affaire van Horologie- maker zal continueren. Daar hij verscheidene jarenzoo binnen als buitenslandsop de voornaamslo winkels gewerkt heeft (laatstelijk voor rekening van den Heer J. F. MA- NIKUS goud-en zilversmid) cn dus meent in zijn vak vol komen geroutineerd te zijn beveelt hij zich beleefdelijk in de gunst van het geachlc publiek aan en belooft zich dio gunsl door eene prompte ert solide bediening waardig le maken. B. J. P O T T I N G. Horologiemakcr Konaalweg No. 109, lo Nieuwediep. NB. Beveelt zich Vriendelijk in de gunst van Kaslhouders en Kooplieden. Finale opruiming van Russische Pellerijen vau P. Jacokoxoiczbontwerker uit Amsterdam. Wegens eene reis naar Rusland zal alles uitverkocht worden, ver heneden de kostende prijzen als BoazonsMoffen Kragen Pellen Huisjassen enz.henevens Boa's en Moffen voorkinderen. Mijne geeerdo begunsligcrs die hij mij gekocht hebbenzul len voorzeker overtuigd z n dal dezelve echl, goed als ook net en solide bewerkt en op buitengewoon lagen prijs gesteld zijn. Blijft slechts nog eenige dagen gelogeerd hij Henke. Be goederen kuunen aan de huizen bezigtigd worden. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te Nieuwediep. Gedrukt bj S. GTLTJES G. KOUTER, te Helder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1848 | | pagina 4