WEEKBLAD van den
HELDER en het MEliWEIIIEP.
het
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOGEN enz.
De bijdrage tot herziening der Grond
wet, door Mr. J. R. Thorbecke.
m
N°. 36.
ZESDE JAARGANG.
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep.
De Prijs is 30 Cts. in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
ibouneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
ABVERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan
den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdngs den
middags ten 12 urede prijs van 1 tot 4 regels
is 60 centen voor eiken regel meer 15 centen,
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
MAANDAG
28 A l' (ll'ST 1" S.
De Heer Thorbecke heeft eene bijdrage geleverd, die 200 als wij uit
het slot vernemen, reeds in het midden der vorige maand het licht zou
hebben gezien, indien ziekte die vroegere uitgave niet belet had.
Ofschoon de behandeling der ontwerpen tot herziening bij de Tweede
Kamer thans naar het schijnt spoedig zal afloopen, meenen wij de aan
dacht op deze belangrijke brochure te mogen vestigen niet alleen omdat
de herziening later nog in de dubbele kamer in overweging zal komen
maar ook omdat bij de wijze, zoo als zij thans met loven ca bieden tot
stand wordt gebragt, weldra de eisch eener nadere herziening levendig
zal worden.
In het ontwerp van de commissie van 17 Maart ontdekte men meer dan
eene bepaling, die moeijelijk te rijmen was met de beschouwingen van
den Heer Thorbeckezoo als die van elders bekend waren en men mogi
vermoeden dat de meerderheid der commissie hun gevoelen boven liet
zijne had doen gelden.
De broehure bevestigt dat vermoeden. Wij zien daaruit, dal op ver
schillende, zeer belangrijke punten zijne overtuiging van die der meer
derheid in de commissie afweek, en wij behoeven n.et te zeggen, dat de
regerings-ontwerpen nog verder van hetgeen hij wenschelijk acht, afwij
ken.
Het is onze bedoeling niet die brochure hartelijk doorteloopcn en de
punten van verschil anntewijzeneen ieder die een wezenlijk belang stelt
in de xnak der herziening en zich een meer dan oppervlakkig oordeel wil
vormen, zal zich de brochure zelve aanschaften. Wij wilien echter niet
ontveinzen, dat het ons een genoegen was, het gevoelen, dat wij in vo
rige nummers van ons blad omtrent het regt van vereeniging, de nutteloos
heid eener Eerste Kamer, de onvolledigheid der magt aan de wetgeving
omtrent de koloniale aangelegenheden verleend, en anderen door den kun-
digen Hoogleeraar te zien deelen.
belangrijk is de inhoud van hetgeen de behandeling der verschillende
punten van herziening voorafgaat. Ofschoon volgens den schrijver de tijd
nog niet is gekomen om alles te zeggen wordt daar to:h een slip opge
heven van het kleed dat de wording van het ministerie Schimmelpcn-
ninck bedekt. De Heer Schimmelpenninck had ia zijn rapport oan den
Kouing van 11 Mei 184b getegd»dat hij eene roeping had aanvaaid
welke door hem niet gezocht was.77 De Keer Thorbecke verklaart dit ge
zegde niet te kunnen rijmen met de feiten die hij bijgewoond heeft. Zoo
dra de overtuiging zegevierde dat de ontslagen ministers door een krach
tig voorloopig bestuur onverwijld moesten worden vervangen, was dn lieer
Schimmelpenninck aangewezen voor eene tijdelijke waarneming van list
ministerie van buitenlandsche zaken. Men zag hem uit Londen te ge-
moet in de stellige verwachting, dat hij geen oogenbiik zou aarzelen de
gevraagde dienst aan het J«nd te betonnen, gelijk anderen, omdat de
nood het eischte zich lot tijdelijke aanvaarding van andere departementen
bereid hadden verklaard. Maar neende Heer Schimmelpenninck kon
niet besluiten eenvoudig minister van buitenlandsche zaken ad interim te
worden. Daarentegen bood hij den Koning aan een ministerie tefonnereo.
Het ministerie dat hij beoogde, was een definitief ministerie tot invoering
der noodige hervorming. Dit was inderdaad eene poging om de commis
sie van 17 Maart uiteen te jagen, want deze was met zoodanig ministerie
onbestaanbaar. Eerst als de hoofdtrekken der nieuwe grondwet waren
vastgesteld, kon men naar personen uitzien, bekwaam en genegen, om
volgens die beginselen de hervorming te leiden. Geen verstandig man.
of hij zou, aangezocht, voor olies vragen ivaartoe hij geroepen werd. Een
definitief ministerie kon niet anderen voor zich loten werken, het zou in
eigen geest een ontwerp moeien maken. De meerderheid der commissie
begreep dat ook en zij liet zonder een advies te geven den Koning de
keuxe tusseheu liet stelsel van het besluit van 17 Maart en hel aanbod
van dea graaf. Men verklaarde evenwel aan dezen, dat indien de Koning
advies verlangde, men zou afraden den last door Schimmelpenninck ge
vraagd hem optedragen. Men dacht nu, dat Schimmelpenninck ronder
verdere omwegen of hooger vlugt zich schikken zou en zich met de waar
neming van het ministerie van buitenlandsche xaken zou belasten j doch
neen den volgenden dag schrijft hij weer een brief, waarin hij aanbiedt
een tijdelijk ministerie tot stand te brengen. Een ministerie moest er
zijn voor het dagelijksch bestuur niet slechts maar ten einde aanstonds alle
krachten des lands intespannen en liet nieuwe stelsel krachtig voorteberei-
den.Uit den aard der omstandigheden was dit het werk der commissie
geworden, die een algemeen veitrouwen genoot en genot van vertrouwen
is in dergelijk oogenbiik meer waard dan de hoogste bekwaamheid.
De lieer Thorbecke vraagt: »Mogt de commissie den Koning aanraden
die taak aan een onbekend personeel overlegeven? Beging men niet, wan
neer men liet onzekere \oor het zekere nam de groots e feil, die iu eeDen
krilischen toestand kan woiden gepleegd? En wanneer nu die onbekende
en ongenoemde ministeriële hoofden zich daarenboven meester maakten
van de grondwetsherziening en liet werk der commissie naar hunne denk
beelden omvormdenspeelde dan niet hijdie tot zulk eene wending
medewerkte, met de toekomst des lauds?En toch dc meerderheid der
commissie adviseerde den Koning ter gunste van het tweede aanbod des
Heeren Schimmelpenninck. Het besluit werd vrijdag-avond geteekend en
met verrassende snelheid zag men een ministerie bijeen gebragt. Het
verscheen zaïurdag in de Tweede Kamer; verrassender nog dan de spoid
was de wijze der plotselinge schepping. Menschen die hel ieder voor zich
zonder twijfel goed en ernstig met hun land meenden, gaai; ronder elkan
der politiseh te kennen, zonder eenigen dwang van omstandigheden, uit
vrije keuze nevens elkander zittenniet oin een partijtje te maken
maar 0111 als gouvernement het bestel van den staat im.4rut1'!t,n-«4e nemen
De president van den ministerraad draagt aan defhamer een
progiamma voor, door zijne amblgenooteu óf niet-^Kend^d ij^t ov\
gen, doch waarin zij zich voegden. Wie ging.«^iW-metvzTtoveèiilucl
beid een vennootschap aan? J j -
Wij hebben deze geschiedenis met de eigejï woordea van den iJtdï*
Thorbecke medegedeeld zij behoeven geene comwènlarie. j
Belangrijk is de beschouwi
van de president zehc zijns am
A,
ver de instelling vnnYch' luinistèrle, ynar\.
nbtgenooten kiestde schrijver naar