1849. STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOGEN kkz. De laatste ziekte van Willem den II. STAÏSXr-O'BlTaR.A. li. ZËVEK&E JAARGiXW. Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bij C. ftAKKEft I>i te Nieuwe Diep I)e Prijs is 80 Cts. in de drie maanden, en voor de buitensteden franco per post 90 eents. Men abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijner woonplaats, M A A K A ADYEBTENTIEN gelieve men ongezegeld aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Zalurdagsdes middags ten 12 ure: de prijs van 1 tot 4 regels is GO centen voor eiken regel meer 15 centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. 23 APRÏL. In de Staatscourant is na liet overlijden van "Willem de II eene mededeeling gedaan van eenige bijzonderheden der laatste dagen zijns levens, maar een wetenschappelijk verslag van de ziekte en hare behandeling ontbreekt nog. Aan welke ziekte is de Koning overleden? Aan welke kentee- kenen heeft men die herkend Welke zijn de middelen die men daartegen heeft aangewend? De beantwoording dezer vragen zou men van de geneeslieeren die Z. M. hebben bijgestaan en in het bijzonder van den uit 's Ha- ge ontboden lijfarts professor Everard mogen verwachten. Wij begrijpen zeer goed, dat in de gewone practijk ieder geneesheer niet geroepen kan worden, om openlijk zijne behandeling van den- overleden patiënt te regtvaardigenmaar hier geldt het geen bij zonder maar een algemeen belang. Hier heeft ieder regt aan den geneesheer tc vragen, dat hij doe blijken van zijne bekwaamheid, dat hij toonè alles aangewend te hebben wat de kunst vermag. De dood van Willem dc II treft niet alleen de familie Oranje, maar het gahsehe Ncderlandsche volk. Indien professor Everard dit niet kan, of niet wil begrijpen, hij zou Van zijne zijde de behoefte moeten gevoelen, om tegen al le zijne kunstbroeders zich te verantwoorden. Hij zal toch wel be grijpen, dat er geen medicus in ons land is, die bij kunde eenige ingenomenheid met zijn vak heeftdie niet zelfs naar de onvolle dige opgave van de verschijnselen en der middelennaar de ziekte gist en die middelen beoordeelt. Professor Everard moest meer dan een ander die behoefte gevoelen. Het ligt in den aard dei- zaak dat de betrekking van lijfarts des konings wel eenige naijver bij de kunstbroeders opwekt. Alleen aan uitstekende verdiensten laat men zonder afgunst zulk een eer over. Op welke eene wijze de Heer Everard aan den titel van profes sor is gekomen, is ons onbekend. Hier te lande hecht men aan den titel van professor het denkbeeld van een leeraar bij eenige instelling van llooger-onderwijs, hetgeen de Heer Everard (die zoo wij wel onderrigt zijn, zelfs niet in dc chirurgie en pharmacie is gepromoveerd), niet is. De titel van professor wekt de ge dachte op aan iemand, die in zijn vak als het ware dc hoogte die de wetenschap bereikt heeft, vertegenwoordigt, en zoo dc Heer Everard al door een oordeelkundig verslag van 's Konings laatste ziekte alleen niet kan doen blijken," dat hij dien hoogen trap heeft bereikt, hij zou ten minste de overtuiging kunnen schenken, dat hij er niet beneden is. Welke reden kunnen er bestaandie hem weerhouden een der gelijk verslag te geven? Er bestaat geene; of het moest zijn, dat de lieer Everard de kritiek vreest. Maar welk man van bekwaam heid, die de overtuiging heeft naar de regelen der wetenschap te heb ben gehandeld, zal bevreesd zijnom zijne maatregelen aan het oordeel zijner kunstbroeders tc onderwerpen Waar die regelen op geene wiskunstige zekerheid berustenmoge de een ditde ander eene andere methode den voorrang geven, ieder deskundige weet zeer goed te beoordeelenof het verschil in behandeling uit de onzekerheid der wetenschap, of uit onkunde van den collega ont staat. Is dan de Heer Everard bevreesd, dat de behandeling van's ko nings ziekte den toets van een wetenschappelijk onderzoek niet kan doorslaan? En zou Willem de II dan niet in weerwil van de kunst, maar ligt door verkeerde behandeling zijn bezweken? Het is een verschrikkelijke veronderstelling, die wij gaarne van ons afwerpen, maar aan wien ligt de schuld, zoo onwillekeurig de ver- ouderstelling aan de mogelijkheid bij ons oprijst? Aan wien an ders, dan aan den geneesheer zeiven, die spreken kon en moest .en bleef zwijgen. Is het waar, wat wij in den aanvang stelden, dat de Natie regt had om die verantwoording te vorderen, dan beliooren de ministers bij den lijfarts aan te dringen dat hij het verslag levere. Wij erkennen gaarne dat, wat geschied is, onherstelbaar is; maar wij zien tevensdat ook dc tegenwoordige koning een groot vertrouwen in hem steltdaar Hij hem met het grootkruis van den Eikenkroon heeft vereerd, eene eerbewijzing die geene andere verklaring toelaat, dan dat Willem III overtuigd is dat de Heer Ecerard alles heeft aangewendwat de kunst vermogt te vorderen, om het leven zijns vaders tc verlengen. Everard ook als lijfarts van Willem III geroepenziet weer eens konings leven aan zijne bekwaamheid toevertrouwd. Zoo geene andere reden hem kon be wegenom het verslag van de ziekte, waaraan Willem de II is overleden, openbaar te makendeze reden zou voldoende zijndat hij de Natie de overtuiging behoort te schenken, dat bij onge steldheid van den koning diens behoud aan een man van kunde en niet aan een getitelden kwakzalver is overgelaten. April 17. Ingekomen bij dc Tweede Kameroen wets^NRwerp tot regeling van het regt van enfiuHe-e» een kVn. bes). tot bijeenroeping der beide Kamerster zake Van dcwpp" )W

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1849 | | pagina 1