Gelooft jmen dat dit mogelijk ware geweest, als men alle die per
sonen te Londen liad laten komen, tegen behoorlijke vergoeding
van reiskosten en tijdverzuim?
Veronderstel eens dat toen het tarief over den invoer van gra
nen aanhangig was, de Kamer het regt van enquête gehad had,
zou het mogelijk zijn geweest op die wijze tot een onderzoek van
de werking der wet van 1S35 te komen, en zoowel uit de land
provinciën de voornaamste landbouwers als de handelaars uit de
voornaamste steden te hooren?
Wanneer de minister zich deze gevallen voorgesteld had, hij zou
gevoeld hebben, dat de commissie zich vrijelijk moet kunnen ver
plaatsen, en daar licht zoeken, waar licht te vinden is. Dat zij
het regt moet hebben, wat aan den president van het Hof, in
criminele zaken toekomt, om des noocls dadelijke oproeping aan
den deurwaarder te gelasten. Zij moet het regt hebben, ieder on
bepaald, die inlichting kan en wil geven, op te roepen.
De vrijstelling van zegel- en registratie-regtenzoo voor de dag
vaarding als voor de verbalenzou ook niet overtollig zijnook
zou het salaris van den deurwaarder moeten bepaald worden.
De minister heeft daaraan niet gedacht, omdat hij zich eene
criminele procedure voorstelde, en dan dc dagvaardingen en ver
balen vrij van zegel zijn, en zoo wij meenen, of niet bf in debet
worden geregistreerd.
Ziedaar dus weer een ontwerp, dat onmogelijk aangenomen kan
worden, maar aan de Tweede Kamer weer moeite en tijd zal kos
ten. Het is onvergeeflijk, dat zooveel kostelijkcn tijd nutteloos
wordt verspild! Ofschoon ieder zich overtuigd houdt, dat noch de
wet op de buitengewone belasting, noch die op de vereeniging zal
worden aangenomenverneemt mendat de ministers toch de be
raadslaging in de Kamer zullen afwachten. Waartoe dat? Willen
zij het behoud hunner portefeuilles daarvan doen afhangen? Dat
zij dan nu maar aftreden. Dc bedreiging, dat zij zullen aftreden
zal de aanneming niet tot stand brengen. Die bedreiging is ver
sleten, cn de warmste vrienden der ministers beginnen in te zien,
dat zij ongeschikt zijn voor hunne moeijelijke betrekking. De tijd
die voorbij gaat is onherstelbaar verloren, spoedige cn voldoende
regeling van zaken kan rust en vrede bewaren. Tijdverbeuzelen
met het behandelen van onaannemelijke ontwerpen wekt wrevel en
ontevredenheid, cn maakt lederen dag de regeling moeijelijker.
STAEEXr-S'EH'XRAAXa.
April 19. De Tweede Kamer ontvangt een wets-ontwerp tot rege
ling van de toelating en uitzetting van vreemdelingen,
met ecne daarbij behoorendc memorie van toelichting.
21. Onderscheidene Commissicn van Rapporteurs brengen
hare verslagen uit over dc volgende wets-ontwerpen:
1over dat tot liet verleenen van schadevergoeding en
wachtgelden aan ambtenaren; 2, over dat houdende be
palingen omtrent regteriijke collegien; 3, over dat be
trekkelijk de reis- en verblijfkosten van de leden der
beide Kamers; 4, over dat betrekkelijk het regt van
vereeniging en vergadering; 5, over dat tot regeling
van liet fondsvoortspruitende uit den verkoop van do
meinen; G, over dat tot het verleenen van vrijdom van
accijns voor vermicelli- cn macaronie-fabriekcn.
Xï li H V Tf 3 13 10 I 11 1
HELDER cn NIECTWEDIEP, 28 April 1849.
jl. Dingsdag liet bel Deensch oorlogs-fregatcommandant
Secherhier op de recdc zijn anker vallen, ten einde zich
van water en beschuit !c voorzien; gisteren, des morgens
acht ure, zag men het vertrekken.
- Wij vernemen, dat op hel hij Eckernfiürde in de
lucht gesprongen Dcenscb oorlogschip Chrislian F111
zich een jonge Hollander van aanzien bevondnamelijk de
jonge baron de Geer. Door 't springen van genoemde bo
dem is hij in zee geraakt en met zwemmen wist hij zich
te redden, even als voor velo jaren IJsbrand Boniekoe.
Naauwelijks echter was hij aan hel vuur ontkomen, of hij
werd krijgsgevangen gemaakt door de Penissen. Zijne be
angste familie verbeidt nadere tijdingen aangaande zijn lot.
Tot het geslacht van de Geer, behoort dc baron Lodewijk
dc Geer, die in den laalslcn lijd ecnige gedichten uit het
Zweedsch, in 'l hijzonder van Tegticr, met zeer veel geluk
in het Hollandse!) heeft overgebragl.
Men kent het proces, hetwelk reeds sedert cenige ja
ren aanhangig is lusschen de erfgenamen van wijlen Z. M.
koning Willem I en den Heer G. van Berkumter zako
van den ophouw der Apeldoornsche kerk. Thans verneemt
men, dat aan gerneldcn Heer v. Berkum, aannemer dicr-
kerkvan wego de erfgenamen, bij schikking, is aangebo
den de betaling eenor som van 45,000, mits hij de helft drago
van de kosten. Men zul zich herinneren, dat dc vordering
des aannemers eene som beloopt van ƒ80,000. De Hoogc
Raad heeft zijne uitspraak, op 13 April jl. bepaald, uitge
steld, om af te wachten of deze aangeboden transactie ook
tot stand mogt komen.
Ingevolge ecne door de Spaansche corles aangenomen
en door de koningin, onder dagleekening van 11 April be
krachtigde, in hel officiële dagblad van 15 April aangekon
digde wel, zal voortaan, in plaats van de ongelden geheven
onder den naam van vuur- cn lanlarengeid fanal y lintcr-
na), slechts een enkel regt worden gevorderd, onder den
naam van bakengelden (faros) in dc havens, waar een
douanenkanloor is gevestigd van alle vreemde schepen, wel
ke regtstreeks uit vreemde havens of uit dc Spaansche over-
zeescho bezittingen komen. Volgens art. 3 dor wet zal het
bakengeld voor de schepen onder vreemde vlag |hedragen
twee realen do vcllon per Ion, doch het Spaansche gouver
nement behoudt zich de bevoegdheid voor, dit bedrag lo
verhoogen ten aanzien van de schepen der landen waar de
Spaansche vlag aan een hoogcr regt mogt onderworpen zijn.
Bij art. 4 worden van de betaling vrijgesteld alle schepen,
welke in hallast de Spaansche havens aandoenzoo ook dc
schepen, die uit nood binnenvallen, mits dezelve geenc goe
deren laden of lossen.
Den IS dezer is te Groningen bij de correctionele
regtbank uitspraak gedaan in de zaak tegen eenen brood
bakker aldaar, ais beschuldigd van weigering van visitatie
jegens commiezen bij de stedelijke belastingen, welke visita
tie zij wilden doen, omdat genoemde bakker, zijnde
ook koopman, onbelast mee! verkocht; in welk geval
hij, als broodbakker, zoude bandelen strijdig met de daar
voor gestelde wetsbepalingen.
Hoewel eene weigering van visitatie niet vreemd kan ge
noemd worden, is deze evenwel, om hare daarbij plaats ge
had hebbende omstandighedenvreemd te noemen. In de
zer voege heelt de zaak zich toegedragen:
Op den 9 Fcbruarij 11. vervoegden zich de bedoelde ambte
naren ten huize van den broodbakker, met het doel om vi
sitatie ie doenonder bekendmaking van hunne kwaliteiten