voorspeld hebbendat zij spoedig hunne portefeuilles zullen moeten nederleggen. De turfdragers uit de residentie heb ben 33 opgebragt vooreen standbeeld. Generaal Chassê heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Een Arnerikaansch koopman heeft de reis van New-York naar Canton (China) in 72 dagen volbragt. W M W~ V Si £j Si ïï1 <0 A'. issid na-aas v 'i s i m Vervolg en Slot.) liet is juist ten hunnen behoeve dat wij de medelijdenden willen verzoe ken een oogenbiik natedenkenalvorens zij hunne aalmoezen betitelen aan die schijnbaar beklagenswaardige voorwerpen, welke zij. in de straten van Londen ontmoeten. Overweegt ter ondersteuning van wat stelsel, de stuiver welke gij aan de liefdadigheid schenkt, besteed wordt. Als uit hangbord van ieder der nachthuizenwelke wij boven beschreven, be hoorde er een opschrift hoven de deur te staan, luidende als volgtOn derhouden door vrijwillige giften/' Die huizen zijn zetels en scholen van schandelijke ondeugdea van allerlei aard. Zoolang ondeugd comfortable j is, zal het haar nooit aan kweekelingen ontbreken. Bij het vermanen des publieks zijne handen terug te houden, waar het bijna eene misdaad is, aalmoezen te geven zouden wij nogmaals op een punt willen aandringen, waarop wij vroeger verwezen. De vrouw, die hare tasch digler toehualt, ten einde zij niet in de verleiding korue Ie geven mag zich overluigd houden, dat het beklagenswaardig voorwerp, waarvan zij de oogen af wendt, zich slechts aan den eersten policie-beambte behoeft ie wenden, om zijne nooddiuft, is zij wezenlijk, gelenigd te zien. Ware dit punt eenmaal bereikt, zoo zou het onoverlegd aalmoezen-geven aan onbekende bedelaars, worden beschouwd als eene maatschappelijke onregl vaardigheid, en alsdan, en niet eerder, zal er een einde komen aan die lastige be delaars, hunne vrolijke zaturdag- nachten en hunne gencegelijke zondag morgens." W at de linies van de Engelsche bedel-industrie zegt, i3 voor een groot j deel ook bij ons van toepassing. Ook bij ons is het bedelen een ambacht geworden en er zijn vcoibeelden genoeg van arme huisvaders, zóó arm dat zij zelfs hunne huishuur niet kenden betalen, maar toch niet zoo arm of zij konden ontbijten met boterhammetjes met gcrookten zalm. Over het 'gemeen kan men vrij zeker zfu, dat de armoede der bedelaars van professie verdiend of voorgewend is. Door onberedeneerd aan den eersten den beften, die de hand uitstrekt, een aalmoes toe te werpen, voedt men de bedelarij en maakt de armoede lot een winstgevend beroep. Men doet erger; elke cent aan den onwaardigen bedelaar weggeworpen, ontsteelt men aan den armen werkman die zonder schuld tot werkeloosheid ge doemd lo veel eergevoel bezit om met werken niet verdiend brood te j eten. Eene bijzondere soort van bedelaars begitlen wij in cle couranten- bedelaars, mtnschen veelal, die te lui om een eerlijk bedrijf op te zoe- l ken, of door losbandig gedrag in het achterspit geraakt, het gemakkelijk I vinden zich incognito aan het publiek onder het eene of andere hart- I roerende verzinseltje, aan te bevelen, en onder den sluijer der anonymi- j teit, de onnoozelheid van goedhartige en iigfgeloovige aalmoezen-uitdee- iers te exploiteren. Kon men eens narekenen wat er op die wijze ver kwist wordt, men zou er van versteld staan. Ontzaggelijke kapitalendie meer dan voldoende zouden zijn aan nijvere ambachtslieden voortdurend werk te geven gaan op deze wijze geheel improductief verloren om de luiheid en ongebondenheid te voeden en aan kroegen en nachthuizen een goed debiet le verzekeren. Ifet is meer dan tijd, dat ook hier eene doortastende, hel armwezen fiksch regelende wet, hulp aanbrenge. Bedelarij gratuite uitdeeling van geld of levensbehoeften aan andere, dan geheel tot ©enigerlei arbeid on- geschikte armen, behoorde streng geweerd te worden. De bedelarijhet j siiil-zijn van beroep is een kanker, die niet tc spoedig kan uitgeroeid i worden. Al wat strektom dien kanker te bevorderen, ofte onderhouden, is in strijd met de publieke orde en moet tegengegaan en onmogelijk ;;e- j maakt worden. Men moet tot regel der armenzorg stellengeen onder- stand voor elk die werken kan d;n die door arbeid verdiend is; en de ze arbeid moet zoo zijn dat het den arbeider steeds vcordeeliger en aan genamer is, bij particulieren dan voor armen-inriglingen ia werken. Wan neer men hieraan het geld wijdde dat men rui aan onberedeneerde lief degaven verkwistzouden onze sleden cn gemeenten spoedig van een hoop Jandloopers en bedelaars-gespuis gezuiverd zijn. Zoodra de belarij ophoudt een winstgevend beroep te zijn, zoodia men door bedeltn niets wint dan eenigc dagen gevangenis en oveibrenging naar een bedelaars-geslicht, zoodia men zijnen onderstand door waken verdienen moet, zal men de zen lak van nijverheid weldra zien verdwijnen. (Overgenomen uit dc Arnhemschc Courant TITE L s. In 't begin der eerste helft Tan dc 17 eeuw noemde men eene vrouw van aanzien Grootjo, Grootmoeder. De echlgenoolen eter Amsterdammer burgemeesters weiden begroet met de benaming van Grootje Puncras, Grootje Bic- kor. Vrouwen van voornamen stand heetten ook Meulje of Meuc, dio van minderen Moei, Moeder. Jufvrouw behoorde bijna uitsluitend aan den adel, en me vrouw was op 't laatst dier eeuw nog zeldzaam, en kwam eerst ten tijde van Willem III meer in zwang. Mevrouw behoordo alleen aan do vrouwen der edellieden en der aanzienlijkste ambtenaren. In sommige provinciën was hel geenszins eene belecdi- ging, als men vrouwen van Regenten aansprak met Vrouw, gevoegd bij den naam liarer mannen. In 17 20 was de vrouw van professor Hautecourt le Fra- nckcrdo eerste dio zich Mevrouw liet noemen; eene aan matiging dio haar door Mevrouw Goslinga lot den oudsten adel behoorendo, zoo kwalijk werd genomen, dat zij do ver keering met haar afbrak. In 1770 waren er in Francker slechts tier jufvrouwen» Dc titel van Mijn lieer was ook in do 18 eeuw ver van algemeen, en werd slechts door den adel en de regerings leden als zoodanig gevoerd. O O Lieden van deftigen middelstand als: voorname winkeliers, schilders, kunstenaars, notarissen, procureurs enz. worden toen genaamd Sinjeurs. Deze benaming week laler voor Monsieur. In Zeeland zcido men voorheen Sinjeur en schreef Mon sieur. Te Groningen zeidc en schreef men hij verkorting Mons. Reeds in het begin der vorige eeuw was ook van deze onderscheiding de waarde zeer afgenomen, en overbekend is i het hoe, na het verdwijnen van Sinjeur cn Monsieur Mijn Heer en Mevrouw zoo algemeen mogelijk zijn geworden, zoo- dal men om weder eene onderscheiding tc makeri, tot het oude Grootje cn Vrouw wel mogt terug keeren. Niet minder is vari Wel Edel Geboren cn Wel Edel Gestrenge do stempel sterk afgesleten. Hel verdient opmerking dal vele predikants-vrouwen ge heel uil haar humeur geraken, als ze met Jufvrouw worden aangesproken. 2J b u e v I c a t i c a. De Ondergeleekendo verwittigt het geëerde O o publiek, dat hij zijn tuin Tivoli zeer fraai heeft ingcrigl, lot het ontvangen van Gezelschappen, en dat hij den prijs tol het leveren van WATER en MELK en verdere bediening voor KOFF5J, THEE en ONTBIJT, ge steld heeft op 10 centen de persoon. Allo dagen (Pink ster-Maandag, Kennis-week cn vaste partijen uitgezonderd) zich in UEds. gunst aanbevelende. H. PRINS. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. le Nieuwediep Gedrukt bij S. CILTJES G. KOOTEB, te Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1849 | | pagina 4