Zoowel Zatunlag als Zondag zal cr ten hovete Am sterdam, groot diner zijn. Zsturdag zullen onder andoren de ministers, alsmede do presidenten en de leden der Staien- Generaal«n Zondag de president en de leden van den IIoo- gcu Raad daarbij tegenwoordig zijn. De groolc schilderij van den kunstschilder Kruseman, voorstellende wijlen Z. M. Koning Willem 17, ten voelen uit, is in de zaal, waar de Eerste Kamer der Statcn-Gene- raal voortaan hare zittingen zal houden, aangebragt. Men heeft een begin gemaakt die schilderij te plaatsen achter den zetel van den voorzitter dier Kamer. - Be volgende brief uit Touion, d. d. 4 dezer, wordt door het J. d. D. medegedeeld Men weet dal generaal Oudinotna de aangelegenhe den te Civita-Vccchia geregeld te hebben, waarover hij hel bevel aan den kolonel Bianchard opdroeg, eene stelling innam, op eenige mijlen afslands van Rome, hopendo zon der twijfel, dal de tegenwoordigheid van zijn korps eene be weging tegen do regering der driemannen ten gevolge zou hebben. Zijne verwachting werd teleur gesteld: eeno kom- pagnio van het lsto balaiilon tirailleurs, dat Eomo wilde binnenlrekken, doch met gowecrscholen begroet werd, trok in goede orde terug; weldra drong een gedeelte der divisie voorwaarts en marcheerde, zonder groole moeijelijkheden le ondervinden, do hoofdstad der christelijko wereld binnen, waar de stralen gebarricadeerd waren; de Franscheu werden hier echter mot een goed onderhouden geweervuur ontvan gen, terwijl een hagelbui van stcenen enz. van de daken en uit do vensters op hen geworpen werd. Hel 20ste regiment van linie, dat aan de spits der divisie was, werd zeer ge havend; eeno kompagnio voltigeurs van dat regiment werd bijna geheel vernield. Ziendo, dal er geene mogelijkheid was, om een strijd vol le houden, die voor zijne troepen nog noodloüiger dreigde le wordengaf generaal Oudinot bevel om den teruglogt aan te nemen en het expeditie-corps heeft op dit oogenblik eeno zeer sterke positie aangenomen op een geringen afstand van Rome. Wij hebben hij die gelegenheid 200 dooden bekomen, waaronder eer.ige officierenonder anderen do kapitein de Favras, adjudant van generaal Oudinotalsmede eenige honderde gewonden. Generaal Oudinot vraagt versterkingen van artillerie en infanterie. Het belegeringsgeschut, dat gisteren avond he vel heeft bekomen, om zich tot vertrek gereed te maken, slaat op het punt van zich op weg to begoven. De sloom- fregalten, die eergisteren en gisteren van hier vertrokken zijn, hebben reeds eeno versterking van ruim 3000 manen twee batterijen artillerie voor hel expeditie-corps aan boord." Volgens een ander berigt hoeft generaal Oudinotzoodra hij onder do muren van Romo genaderd waseen parlemen tair aan do provisionele regering gezonden, ten einde do zelve uit te noodigen de poorten te openen, om do stad met zijn volk binnen te rukken. De officier, dio in last had dit ultimatum over to brengen, werd niet gunstig ontvan gen en men besloot om hem te arresteren. Toen de militairen hem niet zagen lerugkccren, cischlen zij, onmiddelijk legen do stad aangevoerd te worden, om hunnen officier to bevrijden. De generaal was niet bij mag ie deze beweging te verhinderen. Eene compagnie voltigeurs van het 2do regiment van linie en eene andere van de ja gers, rukten in stormpas op de stad aan; doch eene brug moetende passeren, wist men de kettingen van dezelve door te hakken, waardoor al de militairen in den Tiber stortten. Do Romeinen en do Lombarden, die zich in eene hinder laag bevonden, rigtlen onder deze ongelukkigen eene groo le slagting aan. Do Orénoque had te Civila Vecchia een bat, van het 66ste regement van linie ontscheept, dat onmiddelijk den weg naar Romo heeft ingeslagen. Te Civila Vecchia heerschte den 2den eene zekere onrust. Men zeide namelijk, dat het bestuur van deze stad, te Ro me van verraad beschuldigd werd. Onze troepen worden daar door do inwoners met een ongunstig oog aangezien. Het gemeente-bestuur van Rome heeft zich in vijf com- missien verdeeldde eerste zorgt voor do proviandering der stad; de tweede is eene gezondheids-commissie; de derde zal, in vereeniging met do garde, waken voor de onmidde- lijko blussching van een brand, die welligt bij een aanval zou kunnen uitbarsten; de vierde is eene commissie van wel dadigheid en do vijfde blijft permanent, ten einde in alle dringende behoeften te voorzien. De Fransche regering heeft, zoo men zegt, de meest vol doende beriglen uit Gaëla ontvangen. Bij het vernamen der expedilio van Civita Vecchia, waarop de H. Vader niet zoo spoedig mogelijk gerekend had zou hij de levendigste vreug de aan den dag gelegd bobben. Z. H. bedankte den Heer d' Har cour t in de meest levendige bewoordingengepaard met de verklaring, dat hij bij een nieuw motu proprio do vrijheden zou bevestigenwclko de Romeinen bij zijn ver trek genoten. Noch uit Piemont noch uit Toscane, is iets van belang le melden. Daar de ridder de Bruck, Ooslenrjjksehe ge- volmagtigdo bij do onderhandelingen met Sardiniëden 2den dezer Milaan verlaten heeft, schijnen do onderhandelingen vooreerst nog niet hervat te zullen worden. Livorno schijnt zich nog niet onderworpen to hebben. De beriglen van Galifornië Ioopcn tol 1 Maart. Vol gens deze zoude daar weder een aanzienlijke menigte per sonen aangekomen zijn, ofschoon onder do aanwezigen reeds veel ellende en armoede heerschte. Ook was daar eene vol- slagcne regeringloosheid; ieder doet wat hem behaagt en zorgt slechts voor zich zclven. Sedert November ligt de geheele goudstreek onder twee voet sneeuw bedolven. In do Siërra Nevada is veel goud gevonden. Men hoopte, dat door do komst van generaal Sinith spoedig alles in Califor- nië geschikt zoude worden. GRONINGEN, 8 Mei. Heden zijn van hier weder ruim een lOOtal landverhuizers naar Noord-Amerika vertrokken. Spoedig volgt er weder een aanzienlijk aantal, zoodat ook uil dezo streken de landverhuizing in den laatste tijd in aanmerkelijke mate plaats vindt. DRESDEN, 6 Mei. Do staat van zaken heelt gedurende den dag van heden gceno wezenlijke verandering ondergaan. De strijddio 's morgens ten 4 uro door do opstandelingen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1849 | | pagina 3