Mei, heeft Z. M. do koning, vóór het afleggen van den eed
de volgende aanspraak gehouden tol de vertegenwoordiger»
des Volks.
Mijne Heereh! Leden der Staten-Generaal
Door Mijne geboorte en de grondwet, na het afsterven ïan
Mijnen onvergelclijken vader, tot den koninklijken troon der
Nederlanden geroepenheb lk onmiddelijk de regering aan
vaard en dit pieglig aan allo mijne beminde onderdanen be
kend gemaakt.
Thans is het oogenblik daar, dal Ik, voor het oog van
den Almagtigcdio het lol van Koningen en Volken in han
den heelt, Mij, onder inroeping van Zijnen heiligen naam,
aan Mijn ede!trouw en ordelievend volk zal verbinden.
Koog is do betrekking waarin lk geplaatst ben. Zwaar
zijn de pligtcn dio op Mij rusten. Ook den koningen kle
ven menschelijke zwakheden aan, en daarom behoeven zij
instellingen en zelfstandige voorlichting, opdat de kroon een
brandpunt blijve dat weldadiger) gloed verspreidt.
Dit volk, dat een der eerste is geweest orn uil do duister
nis, het geweld en de verdrukking der middeleeuwen orde
en vrijheid en waarborgen voor hel behoud van beide te
voorschijn te roepen, heeft ook thans weder, naar de be
hoefte des tijds, zijne instellingen herzien en bevestigd. Ko
ning en Volk, Oranje en Nederland hebben met kalmte dit
gewigtig werk volhragt, en do onberekenbare voorreglen van
rust en vredo zijn het deel van den dierbaren Nedorland-
ichen grond gebleven.
Indien wij het oog slaan op de beroeringen die een groot
deel van Europa teisteren, op de vernietiging der bronnen
van bestaan en welvaart, die zulke treffende lessen geven,
laat ons dan Gode dankbaar zijn, die het dierbaar Vader
land heeft behoeden sluiten wij ons naauwer en naauwer
aaneenopdat wij Zijnen Zegen mogen waardig blijven.
Laten wij ons dagelijks afvragen, of wij onze pligten als
Nederlanders jegens het vaderland, Ik als Koning, GijMij-
no Hoeren, als Vertegenwoordigers des Volks, allen hebben
vervuld, en die regter, die in ons binnenste is, dien nie
mand verloochenen kan, zal ons den weg wijzen tot hand
having der eer, lol bevordering van het belang des Lands.
Onze rustige houding in deze bewogene tijden heeft ons
niet slechts behoed voor groote rampen, zij heeft ook hel
aanzien des rijks vermeerderd; want zij heeft do bewonde
ring van alle beschaafde volken tot zich getrokken.
Ik verbind Mij aan een Volkgrooler in deugden dan in
bezit van een uitgestrekt grondgebied; krachtiger door eens
gezindheid dan door zielental. Kei is een grootsche roeping
Koning van zulk een Volk te zijn."
Men schrijft uit Zierikzeedd. 11 dezer: Heden zijn
met de stoomboot Stad Zierikzee weder ongeveer 30 land
verhuizers naar Rotterdam vertrokken, allen ingezetenen de
zer stad, om zich aldaar mei nog meerdere van hunne slad-
genoolen lo vercenigenten einde zichmet hel koopvaar
dij-barkschip J. C. Schotel, naar Noord-Amerika te bege
ven. Eene alom geachte familie, beslaande uit vijf gezin
nen, maakt het grootst gedeelte dezer landverhuizers uil. Bij
velen nog, zoowel in dezo stad als in do eilanden Schou
wen en Duiveland, beslaat het voornemende thans vertrok
kenen eorlang te volgen.
De berigfen uit Italië zijn vrij gowigtig.
De Franschc regering heeft thans openbaarheid gegeven
aan eene bij haar ontvangen dépêche van generaal Oudinot
dd. P.alo S Mei, en luidende als volgt:
De derde iirigado en het zestiende regiment ligtc troe
pen zijn gclukkigiijk ontscheept; de gclalsslerkle van het
expeditiecorps is ruim toereikend om voor Frankrijk het ovcr-
wigt te bewaren dat hetzelve in dit land moet hebben. Mor
gen ruk ik voorwaarts om eene positie in te nemen van waar
ik de westzijde der stad bestrijk. Ik bevind mij wel ver
sterkt te Flurnicino. De morele en gezondheidstoestand der
troepen laten niets te vvenschen over, met uitzondering van
een 30tal gekwetsten: de Romeinsche regering heelt geen
enkel Fransch soldaat, zedfs geen ransel in handen."
Ofschoon de dépêche zegt, dat de gevangenen in handen
der Romeinen niet meer dan een 30tal bedragen, blijkt
daaruit niet, dat bet aantal aanvankelijk niet veel grooter
geweest is; want men weet, dat er uitwisseling heeft plaats
gehad van Franschc soldaten, dio in Garibaldis handen ge
vallen waren, tegen terugzending naar Rome van het Lom-
bardijsch legioen van Mellara,
HAMBURG, 14 Mei. Volgens de laatste beriglen uit Jut
land wordt Friderica al meer en meer ingesloten. De Denen
schoepten zich den lOden voortdurend naar Funen in,
waaruit men opmaaktdat zij niet voornemens zijn die vesting
ernstig le verdedigende schansen bij Snoghoi tegenover
Middelfahrl zijn reeds door de Duilscbers bemagligd. Het
bevestigt zichdat de Pruissen in Horsens zijn. Op Funen
en de overige deelcn van Denemarken noemt de afkeer legen
het langer oorlogvoeren sleeds toe.
BURGERLIJKE STAND.
GEHUWD A. Korff en G. Boon. A. Wouderiegem en A. Doornbos.
BEVALLEN: T. C. Hemelrijk, geb. Dispei. D. A. Koene, geb. c!e
Vroome. Z. SI. J. Overrest. Z.
OVERLEDEN1'. D. Toiens, 2 m. P. Koorn 42 j. F. P. de Yrie-
ser 31 j. C. J. Buijs, 18 m.
(Semessgbe jScrtgte&t,
De inlogt en inhuldiging des Konings in do hoofdstad en
zijn t' huis-reis hebben, volgens het pogramma, mei veel
staatsie, den 11, 12 en 15 in goede orde plaats gehadde
Burgemeesters hielden aansprakende kinderen van't Lu tb.
Weeshuis en 250 man HangschoDelftsche en Schiedammer
zangers zongen; de Joden uit de Breeslraal en de lurfdra-
gers uit de residentie gaven hunne verkleefdheid door eerc-
boogen le kennen en de menigte riep hocrahDe konin
gen van wapenen cn de herauten hebben penningen onder
het Volk gestrooid cn L. M. is bij die gelegenheid niet min
der kwistig geweest in hel uitdeden van eereleekenen onder
do Grooten: zoo zijn o. a. (ie Ned. Leeuwen met 2 groot
kruisen, 14 commandeurs en 12G ridders vermeerderd.
De Franschc schrijver Aiexander Dumas heeftvergezeld van
zijnen zoon ook de plegligheid bijgewoond eu de rid
der-orde van den Ned. Leeuw bekomen. Die zelfde Schrij
ver stelde Koning Willem III. in hel laatste No. van zijn
maandwerk, voor als een vorst van slechte zeden, onbe
kwaam om te regeren die door zijn gedrag den dood zijns
vaders zou verhaast hebben!!!" Een Nederlander, 30