EENE WONDERBAARLIJKE GENEZING.
den lo Parijs, in x\uguslus, na de Hondsdagen. Do En-
gelschen hebben hel rijk Lahore mei de schatkist en edel
gesteenten gewapenderhand in bezit genomen do minderja-
go vorst Runjeet-Singh zal kost en vrije woning genieten,
onder toezigt. Twee ojSojdo dobbelaars hebben te ver*
gcefs getracht Wit op zwart zaad te brengen. De soiréc
Pinksler-Zondag-nacht in den Rooden Leeuw gehouden,
moet zeer amusant geweest zijn. Bij het aanbreken van den
dag werd de dans met de groolste luidruchtigheid onder den
blooten hemel voortgezet. Vader Malhevv, de Apostel der
Matigheid heeft zich naar Noord-Amcrika begeven. De
keizer van Rusland heeft Guizot uitgenoodigd de knoet-fa
brieken lo bezigligen. De Zweedsche nachtegaal Jenny
Lind zal, als zij gepaard is, de wittebroodsweken in het
vorstelijk 's Gravenhago doorbrengen. Het Zondagsblad ver
zekert haar een goede ontvangst van wege Z. M. Domi-
né van Senden zal bij Marianne de dienst vcrriglcn op eene
reis naar het Heilige Land. De Nederlandsche Leeuw suk
kelt geweldig aan de diarrhee; professor Evcrard heeft den
patiënt onder handen genomen men vreest voor zijn dood.
De minister van Justitie, Donker Curlius heeft zijn ontslag
gekregen en is vervangen door jhr. mr. II. L. fVichers
Het geslicht Mecrenbcrg bij Bloemendaal, is opengesteld
voor hen wier hersenen beneveld zijn. Verwacht den
18 Junij in den Haag, een krygsmans-hulde van officieren
uit den slag van Waterloo, te brengen aan de nagedachte
nis van Willem II, op voorstel van Van der Smissen, vol
gens een le maken recept. To Leiden zal den 29 Sep
tember eene Tentoonstelling van Pluimgedierte plaats heb
ben. De koning is voornemens een lijfwacht te maken
van onder-officierendie 24 jaren gediend en do zilveren
medaille hebben. Alhier circuleren 2 lijsten in 1 porte
feuille, voor liefhebbers van standbeelden voor Willem den
Brave. O Vader Abraham Wie had gedacht enz.
JFEUIXéléJElTON.
Afgeluisterd gesprek.
Ik had een knechtGeert I/arms heette hij mischien hebje hem
nog wel gekend, 't was een brave oppassende kerel, maar nu is hij al
iange jaren dool. Die Geert had de kwade gewoonte, om de pannekoe
ken altijd maar zoo gloeijend heel van 7t vuur te eten, en 'k had hem
daar al vaak ttgen gewaarschuwd, maar dat hielp niet, tot liij er eens
'smiddags ook weer zoo'n stuk of wat met liet kokende spek door joeg
en zich de maag verbrandde. Nu gaf 71 bittere Lenaauwdheid en ellende
hij kromp van de pijn, kon geen drommel meer inhouden, en 7t liep uit
op een sukkelparlijwaarhij doctor en meester te pas kwamen zonder
«lat ze wat uilrigtlen. De arme sukkel had al 7k weet met hoeveel dran
ken en slikkepolten gehad, maar Huilen hij werd van dag tol dag min
der en we merkten wel dat hij 7t zoo nooit zou redden. In 7t eind kon
ik de ellende niet meer aanzien, en 7k liet onzen scheerbaas roepen met
wien 7k al menigmaal over den patiënt gesproken had. Doorreis hier,
Sleuverzei ik lot hem, we moeten onzen armen Geert helpen. De
doctors hebben hem opgegeven, en dus is 7l hoog tijd, dat verstandige
menschen hem eens onder behandeling nemen. Daar zeg je een wijs
woord, buurman, zei Sleuverdat een heel knap man was. Nu, zei
ik, ga dan eerst heen en geef den patiënt een slaappoeder in, waarvan
hij precies vijf uur slapen moet en kom dan met messen en windsels
van middag klokke vier uur bij mij aan hu<s. Opperbest, zei Sleuver
en deed zoo als ik hem gezegd had. Toen de zieke ras! ïn slaap wa«5,
zei ik lot den scheerderJe weet toch Sleuver waar de maag zi! Heel
goed, zeide hij. Nu, snij dan hier tusschen de ribben in, ik zal het
licht vasthouden, en neem er de maag voorzigiig uit. Dit gebeurde. Wij
spoelden toen de maag uit, waarin van binnen nog hecle klompen pan
nekoeken vastgeplakt zaten en leiden tiaar vervolgens op het bleekveld
in de zon. Hier liet ik nu ook de ingewanden met fiisoh putwater rij
kelijk begieten en gedurig om k er ren zoodat ze van alle kanten schoon
afgespoeld gezuiverd en gebleekt werden. Toen we nu nog wat om het
bed van onzen pitient gezeten hadden, die gerust sliep, ineikie ik op
mijn horlogie ziende, dat hij gaauw ontwaken moest, en riep, dat men
mij nu schielijk de maag zou halen. Verbeeldt je nu evenwel mijn schiik
menschen! de maag was weg, geen mensch wist, waar ze gebleven was,
tot eindelijk de meid nl huilende bekende, dat mijn groole jaglhond ze
gepakt en er meè weggeloopen was. liet koude zweet kwam mij op 7t
voorhoofd. I)e zieke kon iedere minuut wakker worden. Alle omstanders
jammerden en lammenteerden maar ik kreeg gelukkig spoedig mijne her
sens weer bij malkaar. Als de wind, Slcuvtr, riep ik, naar den stal!
het veulen dood gemaakt, de maag er uil gehaald en dadelijk hier ge-
bragt.' In den tijd van vijf minuten was de paardenmaag present. We
maakten het verhand los, de maag werd er in gezet en pas had de scheer
der de wond toegenaaid of Geert ontwaakte. Hij sloeg de oogen op
keek ons allen verbaasd aan, en zijn eerste woord was: 0, vrat ben ik
een boel beter! En ik heb een honger als een paard. Dat deed ons al
len hartelijk lagchen. Nu waar heb je trek in. Geert I/arms? vroeg ik
en nam hem bij de hand. Een krachtig soepje? Een stuk rundvleesch?
Wat rijst met pruimen? 6reer£ ging in zijn bed overeind zitten, schud
de het hoofd en maakte allerlei grimassen. Ten laatste riep hij met
eene forsche stem: Breng mij een handvol hooi en een spint haver, en
daaibij lachte hij zoo vreeslijk, dat allen verschrikt achteruitsprongen. Ik
wenkte hun echter toe, dat ze zwijgen moesten, en liet hem hooien ha
ver in een schotel voorzetten. Ilij at dien met lepel en vork in een oo-
genblik leeg, en wou nog eene tweede portie, die ik hem echter niet
geven liet. Na een half uur kwam hij in slaap en na tien dagen was hij
1'risch en gezond. Zijn trek Daar paardenvoêr verloor hij eerst langzamer
hand schoon hij tot zijn dood toe een sterke eter bleet.
Kijkt, vrienden, zoo'n geval heb ik zelf gehad, en denk je dat zij te
genwoordig niet die Ilollowayzaïf en Hoilowaypiilen grooter dingen doen
zullen al bluffen ze er in de kranten ook nog zoo van? Wind, snoe
verij, zeg ik, anders niet; maar wat ik je hier verteld heb, is de zuive
re waarachtige waarheid.
Qtöuerteulicn.
Do Ondcrgcleckende mei den Islen Junij zij
no affaire in KRUIDENIERSWAREN WIJNEN
GEDISTELEERDenz., overgedaan hebbende aan W. J.
MAALSTEEDbedankt bij deze zijne geëerde begunsligers voor
het geno'ene vertrouwen en beveelt zijnen opvolger in
diezelfde gunst aan, welke hij zoo vele jaren heeft mogen
genieten.
K. METZELAAR.
fe^^S^p^VoIgens bovenstaande adv., do affaire in KRUI-
DENIERS WAREN, WIJNEN GEDISTELEERD
enz.overgenomen hebbende van den Heer K. MLTZE-
LAAR, beveelt zich de Ondergeteekendcbij deze in do
gunst zijner Plaatsgenoolcn aanzullende door eene so-
licde bediening, zich hel vertrouwen trachten waardig Iq
makc n.
Helder, 1 Junij 1849.
W. J. MAALSTEED.
Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. le Nicuwcdiep.
Gedrukt bij S. GILTJES G. KOUTER, le Ihldcr.