ROM E. tot onderwijs voor Blinden te Amsterdam. «leze zijne onthouding in hel «legblad le Siècle. Hij zegt, dat daar de belegering van Rome is eene schending der constitutie, eene misdaad tegenover het beginsel der Fiari sche Republiekhij zelfs niet middelijk zulk een gedrag «vilde goedkeuren. Hij protesteerde alzoo andermaal legen eene staatkundewelke het Fransehe leger veranderd had in soldalen van den Paus, in instrumenten van hel absolu- tismus en van het jesuitismus, in Bondgcuoolen der Oosten rijkers Burgerlijke Stand van 7 1-4 Julij 1849. Gehuwd: J. D. Gr-ishorn en P. Gal. Bevallen: B. WKlein geb. Kohnhorst, Z. S. van Yliet geb. van «Ier WoltD A. Breet geb. Eozlin B. E. A. Smeckens geb. van de Yosse, Z. Overleden P. Rosema41 j. P. Zuidevrind, 38 j. E. C. C. Arae- lung, 9 ra. A. Rijkers, 75 j. P. G. van Ru«b, 15 j. ïi. Jlooij- mari71 j. E. de Wolf 40 j. A. M. C. Koderilsch 8 m. FEU I Ij IJ E T O J. Om zich een juister denkbeeld te kunnen maken van de plaats waar van men thans zöoreel boort en leestgeven wij hier eene aigemeene beschrijving der stad Deze stad, heeft een omvang van ruim vier mijlen, en is omgeven door eenen antiquen zeer dikken hoogen en met bijna twee honderd vierkante torens voorziene muur, die men zegt dat door Btlisarius gebouwd is, en over alle hoogten, de zeven historische heuvelen hierbij begrepen, heen loopt. Een zesde gedeelte der stad strekt zich langs den regieroever des Ti hers uit. Dit is het belangrijkste gedeelte, men vindt er het Paleis van "t Vaticaan met de tuinen en musea de Hoofdkerk van Saint-Pierre en het mnusolée van Adriaan, herschapen in eene citadel met vijf bastions en hekend onder den naam van Kasteel Saint-Ange, wegens een verguld bronzen engel, op dit gebouw aanwezig. Op denzelfden oever des Tihers, naast het gedeelte Saint-Pierre, bevindt zich de wijk, genaamd Trnnsve- lera negens hare ligging in betrekking tot het overige gedeelte der stad. Dit westelijk gedeelte van Piorne, op den regteroever gelegen, is an ders versterkt dan het overige. Het is door eenen ringmuur met moderne bastions voorzien, omgeven, welks uiteinden in den Tther uitloopen. liet Noordelijk uiteinde van dezen ringmuur eindigt met het kasteel Saint- Ange dat aan de rivier paalt; de zuidelijke arm strekt zich uit tot aan de poort Portese aan den oever des Tihers. Men begrijpt ligtelijk dat zulk een muur, zelfs al was hij slecht onderhouden en gewapend, echter niet gemakkelijk is om te hemagtigen. Evenwel hebben de Franschen van dien kont den aanval gedaan daar de weg van Civita-Yecchia op dit gedeelte der stad, bet eenige dat versterkingen heeft, uitloopt. De poorten waarop men is aangevallen, zoo ook de voormuur, waren ■versterkt en wel bezet met scherpschutters. De tuinmuren, de buitenaf gelegene huizen, de kleine straten en holle landwegen, die op de poor ten der stad uitloopen waren gebarricadeerd en wel geschikt tol fusillade. De weg van Civita-Yecchia loopt uit op de poort CavaJlegierimeer ten zuiden bevindt zich de poort San-Panciazioen nog meer heneden, die van Portese, waarvan wij vroeger de ligging hebben aangetoond. De poort Cavallegieri leidt direct naar de colonnade der plaats Saint- Pierre, slechts driehonderd voetstappen daaivan verwijderd. Deze poort, waar de hoofdaanval schijnt te hebber» plaats gehad ligt voor de belege raars zeer ongunstig, namelijk in eenen inspringenden en goed bedekten hoekbestreken door het half-boiwerk van de poort Fabrica die naar de sacrisly van Saint-Pierre voert. Het schijnt r dat de Fransehe troepen zich zelfs tot voorhij het westelijk bastion op den voorsten hoek van den berg Yatican gelegen, hebben uitgestrekt, om ten Joozen aanval te doen op de poort Angelica ver verwijderd van de poort Cavallegieri. Te gelijkertijd tastte men de poorten San-Pancrazio en Portese aan dus vier poorten tc gelijk en dat met weinig Aolk en slechts twee stukke/» geschut. De Franschen hebben in den beginne niet een dezer poorten kunnen hemagtigen, en zijn geretireerd na vruchtelooze pogingen van verscheidene u- ren. Deze ongelukkige operatie laat zich hieiuil alleen verklaren dat men vol strekt geen hardnekkigen tegenstand verwachtte, maar wel hulp van de reactio naire partij in destod. Den 3 Julij hebben tij de stad eerst kunnen veroveren. K L A 1) V V L L 1 IV 6. GEZONDHEIDS-VOORZORGEN TEGEN DE CHOLERA. 1. Men moet geene ongesteldheid hoe ligt van aard dio ook schijnen moge, verwaarloozendaar alle ziekten, geilurendc do epidemie, geneigd zijn dien vorm aan le nemen; 2. Ee ne bijzondere zorg wijden aan elke stoornis der ingewanden 3. Elke bedorvene, dierlijke of plantaardige stof uil de wo ningen verwijderen; 4. De goolsleenen zindelijk houden en met eene bijzondere zorg uitspoelen; 5. Zorgen, dat de om geving van huizen niet vochtig is, en aan elk stilstaand wa ter eenen afloop verschaffen; 6. Allo schuttingen opruimen, die de noodige doorstrooming der lucht verhinderen; 7. Al lo dagen op het middaguur de kamer luchten; 8. Alle reiniging liever met «Irooge dan met natte doeken ver- rigten; 9. Eene al to groote vermoeijenis vermijden, vooral hij vochtig weder; 10. Geen koud en zuur drinken gebrui ken, vooral gedurende de warmte; 11. Zich onthouden van onrijpe en zure vruchten; 12. Vooral zorgvuldig letten op de keuze van het water, zoowel voor de keuken als voor het drinken13. Zich onthouden van alcohol bevattende dranken en tabak; 14. Zich warm kleeden; 15. Wol op den buik dragen; 16. Vooral de persoonlijke zindelijkheid niet verwaarloozen; 17. Al te groolc gemoedsbewegingen vermijden; 18. Al tc talrijke vereenigingen ontzien; 19. Vochtige kamers vermijden; 20. Gedurende den nacht vuur in den slaapkamer stoken; 21. De bcddelakens en dekens aan de lucht blootstellen; 22. De «looden zoover mogelijk van de woningen begraven. GeneeskCour.) b o c v t e n t i c n. Schookhoveïï de 7den Julij. Heden morgen om half drie ure, verloste mijne geliefde Eehlgcnoote, Mejufvrouw D. von SCHA IK geb. VOS, zeer gelukkig van eene DOCHTER. W. ROMANS von SCHAIK. Ik neem de vrijheid nis Korrespond. Lid van dit Instituut (zie Haarl. Cour. van 25 Oei. 1848), mijne Plaatsgenooten doch in 't bijzonder hen die een jeudige BLINDE in hunne nabijheid mogten hebben, op hel bestaan van hetzelve op merkzaam le maken. Ik ben bereid aan de belanghebben denja, aan eiken menschcnvriend do gevraagde inlich tingen, naar mijn vermogen te geven en ik zal elke bijdrage tol ondersteuning van deze weldadige Inrigting, dankbaar aannemen. Helder 13 Julij 1849. P. DOUWES DEKKER. Uitgegeven hij C. BAKKER Bz. te Nituwcdicp, Gedrukt bij S. GILTJES G. KÜOTER U I/cldtr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1849 | | pagina 4