EËKBLAi) VAK DEK
V -
1849.
bs iiet iMElilVEüiEP.
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOGEN ekz.
Be gemeen te de Helder en de
belasting-wet.
V - :i
8KVE3VDK JAÜBCAKC.
Fk 31.
uvA>lG" "£r c„
Bil Week bind wordt eiken Blaandag-morgew
telgegeven bij (J. IJ AKKER Bz te Nieuwe Diep,
Du Brij» is 80 Cts. in de drie maanden en Yoor
de buitensteden franco per post 00 cents. Men
abonneert xich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren üijtier woonplaats.
H 1 A N 9 A G
ADVERTEATIEN gelieve men ongetegelil a*n
den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdsg» A«
middags ten 12 ure de prijs Tan 1 lat 4 iep.»
is 60 centen toot eiken regel meer 15 ceniwe.
behalve 35 eenten zegelregt voor elke plaatsing.
30 «E U Ia IS.
Het is bekend, dat door ruim zestig ingezetenen, dezer gemeen
te voor eenigen tijd een request aan den Koning is ingediend
houdende verzoekdat de gemeente de Helder uit den band van
het onvrije territoir mogt worden ontslagen en tot lading- en los
plaats mogt worden aangewezen.
Een afschrift van dit request is aan de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaal ingezonden en door het uitvoerig rapport, dat door
dc commissie tot de verzoekschriften bij monde van den Heer
Dirks daarover is uitgebragt, is de hoofdinhoud van algemeene
bekendheid geworden.
Het is opmerkelijk, hoeveel kracht het bestaande heeft, alleen
omdat het bestaat. Jaren lang ziet men veel, wat verkeerd, wat
onbillijk, wat onregtvaardig is, voortduren, ja door eigenbelang of
vooroordeelen verdedigen, wat, als het eenmaal is afgeschaft of
hersteld, voor ieder een naauwelijks denkbare, en gewis een on
houdbare toestand zou schijnen. Zoo zal er zeker een tijd ko
men en welligt is hij nader bij, dan men denkt, dat men meteen
glimlach van medelijden op het jaar 1849 zal neerzien, toen zulk
een verzoek nog noodig was
den.
Wat het verzoek betreft tot ontslag uit het onvrije territoirdit is
in ons oog meer een reclame van een regtdat de wet aan de
gemeente toekent, dan het verzoek van ecne blootc gunst.
Het onvrije territoir is een van de ongelukkige gevolgen van
een stelsel van hooge inkomende en uitgaande regten. Langs alle
grenzen des lands is eene strook gronds, aan de landzijde, ter
breedte van 5500 ellen, aan de zeezijde ter breedte van 2600 el
len, die kunstmatig voor alle nijverheid onvruchtbaar gehouden
wordt, ten einde het oog op de sluikerij te kunnen houden. Alles
wat zich op dat terrein bevindt, wordt geacht sluikwaar te zijn,
als niet door behoorlijke billetten de aankomst aldaar wordt gejtts-
titicecrd. Geen invoer mag geschieden, dan langs dc bepaald aan
gewezen wegenen elke lading moet naar de evenzeer aangewezen
los- en ladingplaatsen worden aangevoerd, om daar door de amb
tocn het nog geweigerd kon wor-
Ofschoon dc formele dispositie nog nirt bij de reqncslranten is
ontvangen, is liet betigt, dal bet request van de hand i» geweien, hun
Tan de gouvernement»-luliiciteuu reet» medegedeeld.
tenaren, met dc aangiften te worden vergeleken.
Op dat onvrije territoir mogen gecne magazijnen opgerigt, gec-
ne goederen neergelegd worden; daar mogen gcene zoutziederijen,
raffinaderijen, brouwerijen, distilleerderijen, azijnmakerijen, geen
spijker-, papier-, wollen-, stoffen- of andere groote fabrieken, ja
zelfs gcenc molens zonder bijzondere vergunning des IConings wor
den opgerigt; daar mogen de ambtenaren onderzoek doen in allr
huizen en panden, waar zij het aanwezen van verboden magazijnen
vermoeden, en ieder particulier wordt geacht een verboden maga
zijn te bezitten, als hij zijn voorraad zout boven dc vijf ponden,
zijn gedistilleerd boven de drie kan, zijn azijn boven de z.cs kan
niet met behoorlijke inslagbilletten weet tc justificeren.
Wij willen eens toestemmen, dat in ons belastingstelsel zoodanig
onvrij territoir noodig is, wil men niet aan den sluikhandel, die door
hooge regten en accijnsen geprikkeld wordt, de handen al te ruim
laten. Indien alles, wat eenmaal binnen de grenzen was gevoerd,
als wettig ingevoerd kon beschouwd worden dan zou men een cor
don van ambtenaren langs de grenzen moeten stellen, om dadelijk
eiken invoer tc verifiëren. Wij laten ons ook niet in, met de vraag,
of dc strengheid van het beginsel niet grootelijks kon worden ge
temperd;maar wij doen opmerken, dat het beginsel van zelf
overal vervalt, waar de surveillance altijd mogelijk is.
l)e algemeene wet van 26 Augustus 1822, liccft dit erkend.
Yoor gemeenten, in welks kom meer dan 1000 inwoners wonen,
is aan dc landzijde de afstand van 5500 ellen tot op 1000 ellen
van het vreemde grondgebied beperkt. AA ij begrijpendat de wet,
die uitzondering niet aileen heeft gemaakt, uit overweging, dat in
zoodanige gemeenten aan dc nijverheid eenige ruimte moest ge
geven worden; maar voornamelijk, omdat deze gemakkelijk door
ambtenaren was te bezetten, die eenen invoer aldaar konden be
waken;en de wet heeft geheel vrijgesteld alle bestol i steden en
forten, omdat daar de invoer niet overal, maar al', en langs de
afgebakende wegen en bepaalde toegangen kas geschied endie zeer
gemakkelijk zijn te bewaken. Dc gemeente de Helder verkeert in
dat geval. Zij is overal door hooge dijken en fortificatiën omslo
ten, die de bewaking gemakkelijk maken; bet is geen oren dorp,
dat van alle zijden langs binnenpaden is te bereiken; het is een
omsloten terrein;ja wat meer is, bij koninklijk besluit van S
Juiij 1844, wordt dc Helder uitdrukkelijk onder de tentingen of
sterkten van de eerste of tweede klasse opgeno;
liet was dus niet cenc gunst, dat de rergfestranjen vrofcgen.het
was een regt, dat liun uit krachte der wet' Va'n 1?*~2 toekwam, dat
zij reclameerden, maar bij gemis van /ntte ad ministro ft ve \egts-
magt moesten zij als gunst vragen, wat (Kun otizës iiuietvs zonde
/S,
f-,
•.■"•Cv