ure werd de moordenaar gezien, natuurlijk niel in de na- Lijheid van hel looneel zyncr gruwelen, en hel is opmerke lijk, dal ofschoon geen sporen van zijne vreesselijkc daad by hem ziglbaar waren, hij noglans iels in zijn voorkomen haddal de aandacht Irok van al de personen die hem ont moetten. Om half een ure zag men hein op een yeld na- hij de sladwaar hij in een sloot zijne laarzen en broek afspoeldeen op deze plaats zijn ook zijn zakdoek en de omslag van een brief gevonden, waarvan bewezen is, dal hy dien morgen in zijn bezit was. Een half uur later bood hij het gouden horologie van mrs. Henrichson ten verkoop een' uildrager aan en 15 minuten later kocht hij een nieuw wen broek, dien hij aanstonds aantrok. Tusschcn 2 en 3 ure kwam hij in een anderen winkel, waar hij zich een paar laarzen aanschafte waarvan hy mede dadelijk gebruik maakte. Om half vier ure keerde hij naar do kamers te rug, waar hij zich ophield, voor dat hij die bij mrs. Hen- richson huurde, cn welke kamers ook nog niet door hem waren opgegeven. Hier merkte men zijne veranderde klee ding op, zoowel als een goudtn kelen en geldbeurswaar van gebleken isdat zij aan mrs. H. hebben toebehoord. Na van zijne hospita oen schoon hemd geleend te hebben waarvoor hij een ander met bloed bevlekt in de plaatsliet, trad hij omstreeks zes ure in den avond bij eenen kapper Linnen cn vroeg hier naar den prijs van eene paruik. Den volgenden dag kwam hij in den winkel van een Israëlietom zoo mogelijkhet horologio lo verkoopen. Intusschen was zijne wijze van doen zoo zonderling, dat de eigenaar aan zijn zoon in dé hebreeuwsche taallast gaf om een poli- tic-Lcambte te roepen, die hem dan ook in hechtenis nam. Wijl echter de misdaad nu algemeen bekend cn de beschrij ving van den moordenaar alom verspreid was, kwam het spoedig aan den dag, wie de gevangene was. Het is on- noodig te zeggen, dat er bij de jury geen oogenblik aan zijne schuld getwijfeld is en dat deze bloeddorstige boos wicht spoedig zijne welverdiende straf ondergaan zal. Burgerlijke Stand van 25 Augustus 1 September 1849. Gehuwd: I. Nukoop en S. Dogger, W. de Liefde en G. K. Sleij- boomII. \Y. Dilg en J. van Stralen, D de Lange en J. Sle- pkani. Bevallen: C. B. C. Jans geb. van HarteTelt, Z. J. U. van der Poll geb. Evers, D. G. Kooij geb. Yisjer, Z. 51. Kater geb. Boerdijk, Z. J. C. Tismeer geb. de Held, D. A. H. Spigt geb. d« Goede, D. A. M. Lohr, D. A. Kraak, Z. Lerenloos aangegeven 1. Overleden: A. Krul, 3 j. J. D. Flens, 48 j. G. van Driel7 ra. G. RaveD17 m. A. Scbendelaar, 2 j. N. Yroom 53 j. J. van der Wolt, 2. m. J. Yi», 43 j. A. M. Lohr, 29 j. W. Bontes, 21 j. ~W. Hinkelman, 69 j. (Bcmcugbc Bcrigtcn Do Franscho bladen melden dut bodewijk Napoleon met prinses Amelia zal trouwen, zoodra hij weer op de been is. Zilveren Bruiloft van C. do Heer en C. Kortom, Scha- gen 29 Augustus. De Kroonprins van Zweden is in den Haag om met Louisa, dochter van prins Frederik te vrij en. Een geacht Rollerdammer, die buiten do Raampoort in een Koepel zich met eene Vriendin amuseerde, moest half gekleed de vlugt nemen, ter zake van brand. (HB. 5538). Harddraverij te Ilpendam 6, Kermis te Edam 22 September. In Rome is de loveranlie aanbesteed van 10,000 bedden voor de Franscho soldaten. De hertog Atholl in Schotland heeft in één morgen 24 damherten ge schoten. Do Franiche minister van buitenlandscho za ken, do heer Tocquevilleheeft eene partij gegeven, waar aan 1500 gasten deelnamen; al de leden van het Vredes congres waren genoodigd. Vele heeren en Dames droegen het costuum der Kwakers. Z. M. heeft den vice-admi- raal E. Lukas de waardigheid van Kanselier der Nederland- sche orden opgedragen. FEUILIjETOIS. REDE VAN DEN HEER SLOET TOT OLDHUIS, UITGE SPROKEN IN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GE- NERAAL, IN HARE ZITTING VAN WOENSDAG DEN 18 JULIJ, OVER HET ONTWERP VAN WET, BE TREKKELIJK DE TOELATING EN UITZETTING VAN VREEMDELINGEN. »De laatste ipreker heeft gezegd dat hij niet zou treden in de bespie gelingen over de beginselen van gastvrijheid. Ondertuischen is het dat beginsel waarvan het lot dezer wet kan afhaDgen. Immers in de meeste, zoo niet in alle afdeelingen is het als een groot en overwegend beswaar beschouwddat de veronderstelde aloude vaderlandseihe gastvrijheid zou lijn geschonden door deze wel. 5Ien hecht mijns inziens te veel aan dien roem der voorvaderlijke gastvrijheid, dat men als een kostbaar erfdeel der vaderen wil bewaard hebben. Ik zal juist uit dat oogpunt de voordragt verdedigen. Deze wet is toepasselijk op tweeërlei klassen van vreemde lingen/ vooreerst op de zoodanigen die de rust van het land in gevaar kunnen brengen, en ten andere op hen, die het minder op de rust dan op den zak en het privaat eigendom der Nederlanders gemunt hebben. De grondwet, inhet algemeen sprekende, stelt beiden op ééne lijn, en ik zou ook waarlijk geen ander onderscheid kennen, dan dat de eene soort gekleed is in zwarte rokken en de andere in blaauwe kielen. Kaar nu er toch zoo veel van de krenking van het beginsel der veronderstelde voorvaderlijke gastvrijheid gesproken is, zal ik hier eenige voorbeelden van toepassing aanhalen, ten einde duidelijk blijke, hoe de voorvaderen die deugd verslonden. Ten tijde van Jan dt lVittwerden de regters van Koning Kartl I aan Engeland uitgeleverd, die ten gevolge daarvan, aldaar werden geschavotteerd. Later moest een christen-wijsgeer zich 3 maanden te Amsterdam in een bovenhuis schuil houden uit vrees voor zijoe uitlevering aan Engeland dat hem, hoezeer ongegrond, verdacht hield in betrekking te staan met den pretendent. Onder diezelfde gast vrijheid had ook de arrestatie plaats van den Spaanschen minister Albe- rini, met verkrachting van alle beginselen van volkenregt. Nog in't laatst der vorige eeuw, werden, bij de nadering van het leger onder Vamou- rieM alle tooneelisten van het Fransch theater te Amsterdam, builen de poorten gezet.Bovendien: had niet, onder de republiek, ieder bestuur het regt van expulsie en werd daarvan niet een dapper gebruik gemaakt? Ik heb hooren doelen op de gastvrije opname van de Israëliten van liet Spaansche schiereiland en van de Franscho vlugtelingen. 5Iaar wat be wijst het een en het ander voor de gastvrijheid? De eerste toch waren nijvere en rijke kooplieden, die met hunne schatten een oord verlieten waar zij slagtoffer! waren van godsdiensthaat; terwijl de Fransche vlug- lelingen onderdrukte geloofsgenoolen waren en wier Koning tevens was een vijand van onze republiek. Diezelfde vlugtelingen zijn ook in Bran denburg, in Engeland, ja bij denGzaa'rvan ïloscovië gastvrij opgenomen. Zijn niet vreemde remonstrantsche predikers in de 17de en de jesuiten in de 18de eeuw uit ons land verdreven? Ziedaar de gastvrijheid ten opzigte van vreemdelingen uit de gegoede klassen; werpen we nu een blik op de gastvrijheid jegens de vagebonden. Het is der moeite waard dienaangaande de oude landsregtcn na te slaan, en de registers der reso- lutiën uit de ridderschappen en sleden; daarin zal men se vinden aange duid in verschillende soortenalsrabouwenschuimers en schooijers waaruit naderhand de energieke naam van sckorrie-nioriie is ontleend. In de landprovinciën had men politie-beambten onder de benaming van armenjagers, en tc regt, want ze joegen de arme vreemdelingen op van oord tol oord/ inel gaffels en hooivorken moesten de landlieden, op lni» van het gouvernement, die opjaging bevorderen. Slen ging noj veel ver der men verklaarde van regeringswege die vagebonden vogelvrij in Over ijssel was dit bepaaldelijk het geval-met dc zoogenaamde Zigeuners, en bekend is het, hoe in het laatst der vorige eeuw, de laatste der Zigeu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1849 | | pagina 3