NOG GEEN MINISTERIE!
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOOGEN enz.
EEVS5KBE J.UKCAXC.
Dit Weekblad wordt elkea Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep.
9e Prijs is 30 Cts. in de drie maanden en voor
da buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
II A AMD A G
ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan
den Uilgever in te zenden, uiterlijk Zalurdagsde»
middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels
is (10 centen voor eiken regel meer 15 centen,
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
15 OCT9BE 15.
Is het te verwonderen, dat wij nog geen ministerie hebben? Wel
neen! Het tegendeel zou verwonderlijk zijn. Wie lieeft in het
laatste anderhalf jaar niet leeren inzien, dat Mr. Donker Curtius
met veel goede wil en veel goede trouw voorbestemd schijnt te zijn
om de kostelijkste oogenblikken voor het land verloren te laten gaan?
Van het oogenblik dat men vernam, dat Donker Curtius met de
formatie van een nieuw ministerie was belast, en nog tot overmaat
van ramp, dien last met LigJUenvelt moest doelen, kon ieder bere
kenen, dat er in drie vier weken met hard werken niets tot stand
zou worden gebragt.
Donker Curtius en LigJUenvelt behoorden bij het ministeriehet
welk verklaard heeft, dat het tegenover de vertegenwoordiging niet
bestaanbaar was, en die personen zouden een nieuw ministerie in
het leven roepen De mannen van hunne eigene kleur waren on
houdbaar bevonden en wie die van hen verschilde, zou in ernst
zich met hen over een nieuw ministerie willen uitlaten? Dit zegt
het eenvoudig gezond verstand cn dat zou aan den Koning geant
woord hebben neem andere personen om een ministerie te for
meren dan onsdie zelf ons niet staande hebben kunnen houden."
Maar Donker Curtius heeft het onmogelijke willen beproeven. Na
transigerend een grondwet ta hebben tot stand gebragt, koxr men
ook nog wel eens beproeven, transigerend een ministerie in het
leven te roepen. Vandaar die fantastique combinatiën, als waar
mede ons de 'i Gravenhaagsche Nieuwsbode in de vorige week
tracteerdewaarbij men oude behouders met hervormers cn de frag
menten van liet afgetreden ministerie in een mengsel zag opge-
discht, bcstanddeelen even weinig vereeuigbaar, als olie cn water.
Die 's Gravenhaagsche Nieuwsbode deelt volgens het Handelsblad
van gisteren, weer een ander nieuwtje mede, dat wij hier overne
men om met cenige aanmerkingen te verrijken.
«Donker Curtius en LigJitenvelt hebben met de Heeren van
Ro senthal cn Tliorbecke bijeenkomsten geluid, en reeds sedert
»den aanvang dezer maand hebben de laatsten zich in verband
»met den Heer van Rosse gesteld, om een ministerie te vor-
e mendat aan den Koning zou kunnen worden voorgesteld.
Het schijnt echter dat de Heer Tliorbecke geen personeel kan
h u vereenigonhetwelk toegerust met genoegzame kennis van
u het departement dat aan elk zou worden toevertrouwd, met
hem kon zamenwerken."
\Yelke onderhandelingen er hebben plaats gehad, zal mogelijk
de tijd leeren, doch dit is zeker, dat niet Tliorbecke maar Donker
Curtius en LigJUenvelt met de zamenstelling van een ministerie
zijn belast, zoodat het niet waarschijnlijk is, dat Tliorbecke vrij in
zijne handelingen is geweestom een ministerie te vormen en
wat het berigt er bijvoegt, dat Tliorbecke geen bekwaam perso
neel zou hebben kunnen vinden, is inderdaad belagchelijk, belee-
digend voor de Natie. Men mag Tliorbecke beschouwenals do
vertegenwoordiger van hen, die eene krachtige en opregte hervor
ming willen, ecne partij, die verreweg het grootste deel van -de
Natie omvat, en in die groote partij zouden geene bekwaamheden
te vinden zijn voor de ministeriele zetels Alle bekwaamheden
concentreren zich dan in het kleine deel der oude behouders, of
zijn liet uitsluitend eigendom van dat ministerie, welks ongeschikt
heid voor niemand langer een geheim was? Is het dan zoo ver
met onze Natie gekomen, dat een uitstekend man als de Heer
Thobbecice, zich van de Kegering moet onthouden, omdat hij over
al op nulliteiten stuit, waarmede hij zich niet kan inlaten? Neen,
dit berigt is gewis valsch en wij zullen dan eerst van het tegen
deel overtuigd worden, nadat de Koning den Heer Thorbecke zelf
V> p
den last zal hebben opgedragen, een ministerie te vormen.
Van waar het berigt uit de s' Gravenhaagsche Nieuwsbode komt.
is niet twijfelachtig, als men verder leest dat de Heer Tliorbecke
en met eenige volgelingen en met de meest uiteenloopendc bc-
standdeelen zoo als de Heeren van Hall cn Groen van Prins-
terer cn door middel van praeparatoire bijeenkomsten eene
weifelende meerderheid heeft gehad, groot genoeg om aan de
n eommiteiten van het ministerie de portefeuilles ondragelijk te
maken.""
Het is als of wij de Kempenatr stervende eene laatste vergiftige
pijl op zijn vijand zien afschieten.
De uitdrukking dat Tliorbecke eens weifelende meerderheid ge
had heeft aehton wij zeer onjuist. Er was vooreerst geene weife
lende meerderheid. De meerderheid was overgroot. Of bewijst de
aanneming van het adres van antwoord van zesiig tegen vijf stem
men nog voor eene weifelende meerderheid? Maar had de Heer
Tliorbecke. die meerderheid? Er kan geen sprake van zijn, dat
een lid in da kamer eene meerderheid heeft. Het ministerie had
slechts één manwaarop het rekenen konook een gewezen libe
raal, dc Heer van Voorst, die het in korte maanden zoo ver lieeft
weten te brengen, dat als er tocli een Haarlemmer in de Kamer