BIJVOEGSEL, behoorende tot het Weekblad van den Helder en het Nieuwediep, No. 46-
ALGEMEEN ARMBESTUUR.
Toen het Algemeen Armbestuur bij het Weekblad van den Hel
der en het Nieuwediep van 21 October 11. zijne gehoudene admi
nistratie over het jaar 1848 openbaar maakte, en alzoo aan de
fceoordeeling van het algemeen onderwierpverklaarde het zich daar
bij bereid, tot het geven van alle inlichtingenvan alle inzagen
aan degenen die zulks mogten verlangen; met regt mogt dus het
Bestuur verwachten, dat bij de minste twijfeling die men alsnog
mogt blijven voeden, omtrent hot gunstig standpunt van deszelfs
administratie, of omtrent de juistheid der rekening van de Werk-
ïnrigtiug, men van het gedane aanbod gebruik zoude maken, en
zich overtuigen, alvorens zijne aanmerkingen openlijk blootteleggen.
Deze billijke verwachting werd echter te leur gesteld, blijkens
het geplaatste stuk in do Tweede Editie van het Handelsblad van
20 der vorige maand, No. 5590, waarin naar het schijnt een in
gezeten dezer plaats, die nog al bekend moet zijn met de stukken
liet Gemeente-Bestuur betreffende, onder den mantel van anonymi-
teit, het bovenvermelde verslag gispt; beschouwingen omtrent het
nut en de kostbaarheid der Werk-Inrigting in het midden brengt;
twijfelingen oppert met betrekking tot den gunstigen stand van het
Armbestuur; vrees voor misrekening opzigtens de Werk-Inrigting
aan den dag legt, en althans zijdelings het Bestuur beschuldigt,
van opzettelijk gunstiger stand van zaken voortedragendan in
werkelijkheid bestaat.
Met betrekking tot de geopperde vraag, in hoeverre ecne plaat
selijke Werk-Inrigtingzoowel uit een geldelijk als uit een zedelijk
oogpunt beschouwd, doelmatig en nuttig voor de Maatschappij in
het algemeen, en voor de behoeftige klasse in het bijzonder kan
werken, zal liet tegenwoordig Armbestuur in geen strijdperk tre
den, of zijne affirmative gevoelens ten dien opzigte verdedigen,
maar hier alleenlijk aanmerken, dat de bevoegde magt: het Ge
meente-Bestuur, het Collegie van Gedeputeerde Staten en de IIoo-
ge Begering,. dat nut heeft erkend, want zonder die erkenning
bestond zeer zeker de tegenwoordige Werk-Inrigting niet.
Ook met
misrekening,
zich achten
en Verantwoording der administratie over 1848, niet alleen zijn in
gediend bij het Gemeente-Bestuur, maar door ecne Commissie uit
zijn midden, daartoe expresselijk benoemd, onderzocht en goedge
keurd zijnde geopperde twijfelingen en vrees berusten evenwel op on
juiste gronden; de aanmerkingen op onware cijfers, en daarom acht
het Algemeen Armbestuur het noodig en nuttig, het algemeen be
ter in te lichten.
In de eerste plaats: wil de schrijver onder het aanvoeren van
betrekking tot de verdere twijfelingen cn vrees voor
enz., zoude het Algemeen Armbestuur het beneden
tc antwoorden, omdat het Verslag cn dc Bekening
wijdloopige redeneringen, de meerdere uitgave over 1848, dan
over 1847 ad ƒ832.39 niet toegeschreven hebben aan meerdere
ziekte en sterfte onder de armlastige personen; de navolgende cij
fers zullen dit echter ten duidelijkste bewijzen:
Uit de bij het Gemeente-Bestuur berustende rekeningen van de
Apothekers, ten laste van het Armbestuur blijkt:
lo. Dat in 1847 Geneesmiddelen zijn verstrekt aan 286
en in 1848 aan 344 personen,
alsoo aan 58 personen,
of ruim een vijfde meerder in 1848.
2o. Dat in 1847 aan de Lijders zijn voorgeschreven 1982
en in 1648 2983 recepten,
alzoo 1001 recepten,
of ruim de helft meerder in 1848.
3o, Dat het montant dier rekeningen over 1847 bedroeg 1120.45
en over 1848 ,f "1517.80;
alzoo 397.35,
of ruim een derde meerder in 1848.
Volgens opgaven uit de Begisters van den Burgerlijken Stand,
bedroeg het aantal overledene armlastigen in 1847 35
1848 47 personen,
alzoo 12 personen,
of een derde meerder ia 184S.
De voorhanden rekeningen van begrafenis-kosten, bedroegen
over 1847 ƒ176.60,
1S48289.90,
alzoo ƒ113.30,
of ruim drie vijfde meerder over 1848.
Uit deze opgaven die niet te weerspreken zijn, blijkt alzoo dat
dc aanvoering van den S. ten deze, is: onjuist cn onwaar.
In de tweede plaats merkt de S. aan, dat over 1S47 slechts
aan bcdcelingen is uitgegevenƒ3723.30.
Hier is de S. die zoozeer doet blijkendat hij de
werkelijke cijfer» van Uitgaaf, van het vroegere Alge
meen Armbestuur kent, blijkbaar niet ter goeder trouw,
doordien hij overslaat, de bedeeling in brood overliet
zelfde jaar], ter waarde van 177.704,
cn evenzoo vergeet hier bij tc voegen, dc subsidie van
bedeeling voor dc Diaconie ad700.00;
Deze verkeerde voorstelling herstellende klimt djj_c<jfer-tQt 460 IA
TilANSPOIlt^f