WEEKBLAD van den m het 1850. STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOOGEN eisz. Het Koninklijk Instituut. 1 AC11TITË JAARGANG. N°. 7. Uil Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bij O. BAKKER Bz te Nieuwe Diep. De J'rijs is 80 Gts. in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert zicli bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. MAANDAG HEr G v\^ O ADYERTEiNTIEN gelieve men ongezegeid aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdngsdes middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels is GO centen voor eiken regel meer 15 centei behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. 11 FEBRÜAK 3«F. Het Handelsblad deelde in bet laatst der vorige maand een adres aan den Koning mede, van het Koninklijk Nederlandscli Instituut dat op den 28 December des vorigen jaars in eene algemeene ver gadering was 'aangenomen, eene jeremiade aanheffende over de be zuiniging die bet zicli volgens bet budget op de rijkstoelage zal moeten getroosten. Vroeger genoot het instituut 15000-; later ƒ11000-; de toelaag is nu op ƒ6000- teruggebragt. In de memo rie van toelichting 'zegt de minister, dat bet hem na een naauw- keurig onderzoek is geblekendat alle noodzakelijke uitgaven daar mede kunnen worden bestreden. Voor zoo ver een oningewijde in de geheimen van bet instituut er over kan oordeelen, is bet hoofddoel om aan de ijdelhcid van eenigc geleerden en lialf-geleerden en hunne vrienden een uitweg te openen door ben den titel te schenken van lid van hei Konink lijk Instituut. Het beeft zoo iets, of wat van een ridderorde. In plaats dat men bet bewijs op de borst draagt, zet men bet bij de uitgave van een boek of brochure achter den naam op het titelblad, en des nqods tot stichting van den brievenbesteller en van lieni die een brief ontvangt, op liet adres. Het lijdt tot geen de minste consequentie en gelijk er ridders zijn, die de orde verdienen en die haar niet verdienen, zoo zijn er leden van het instituut die geleerd zijn en leden (als menschelijkc ijdelheid ben geen bril op do neus zet) die verwonderd moeten rondzien, boe zij er toch in gekomen zijn. Het is voor eene regering dikwijls niet onraadzaam, om zulke mannen te vriend te houden. Het zijn menseben met pennen; soms wel eens wat heel kitteloorig en ligtgeraakten brengen hun ne oppositie van het heden in de toekomst over. Een titeltje is een vrij onschuldig middel, om goede maatjes te blijven, en kan men bovendien dan nog wat geld ter hunner beschikking stellen, dan wordt het des te aardiger. Het instituut heeft nu een aanval op zijn beurs geledenen licft de klagten aandie wijzoo het tegenwoordig ministerie aan zijne roeping getrouw blijft, herhaaldelijk zullen hooren, namelijk op ons is het onmogelijk te bezuinigen." Ieder wil bezuinigen, mits die bezuiniging slechts hem niet treffe. Het adres van 28 December is vol klinkende phrases, om op het gemoed des Konings te werken; maar het bewijst niets, het zegt niets. De Algemeene Vergadering herinnert, dat zij in een adres van 6 December 1848 reeds gezegd heeft: «dat het buiten allen twij- »fel is, dat bet instituut bij eene vermindering van 's Rijks on- derstandde gedachte, om met eere in wezen te kunnen blij- ffven, ten eenemale zal moeien laten varen." Dat in de beschouwingen over den aard en werkkring van het Koninklijk Nederlandscli Instituut gedagteekend 6 September 1849 door het comité van presidenten enz. is te lezen dat door verdere r inkrimping bet instituut zijne ontbinding te gemoet gaat. Aan slooping geeft het dan ook de voorkeur boven verkwijning." En dat zeggen zij bij het adres nu nog eens voor de dorde maalalsof die herhaling bet bewijs kon versterken Zij geven dus hunne meening te kennen, om het instituut op te heffen, en treden in eene vrij wijdloopige redenering, wat er bij die opheffing al zal moeten geschieden. Zou die meening de ware meening zijn? Ach! Wij vreezen, dat die meening even zoo opregt is, als de bede van Gellerts tee- derminnende vrouw, bij liet ziekbed van haar man: //Zij smeekt in 't eind: O Dood! zoo 'k U verbidden kan, Neem liever mij dan mijnen man Maar hoe zou 't gaanals zij de dood nu zag verschijnen O ja, hij hoort haar klagt, hij hoort Clarindes nood, Hij komt en vraagt: wie roept? Hier, zegt zij, lieve Dood! Hier ligt hij achter die gordijnen!" Wij houden ons overtuigd, dat de dc meeste leden van het In stituut zich bitter te leur gesteld zouden vinden, indien de Koning hen eens bij het woord vatte en liet Instituut inderdaad ontbond. Het is eene handeling, die geen gevolg kan hebben. Dc regering is van oordcel, dat men met ƒ6000-» rond kan ko men. In liet oog der regering is liet dus onwaar, dat eene op- beffing het gevolg moet wezen. Hoe zou dan de Koning dc op heffing kunnen bevelen? Op bet standpunt der regering bestaat er dus geen reden, om tc sloopen. Het kon zijn dat dc regering dwaalde en zijn de leden van het Instituut van oordeel, dat bet onmogelijk is de zaken met cerc aan den gang te houden, dan moeten zij bedanken voor het lidmaatschap; en aan den Koning verzoekendat hij andere geleerden kiezedie met minder genoeg hebben, of liet Instituut zonder leden laten. Niemand dwingt hen immers, om in een insolventen boedel tc blijven zitten. Loop er uit, indien de regering u te kort doet! maar verg niet van de re gering, die meent, dat zij genoeg geeft, de ontbinding uittespreken op grond, dat zij te weinig toelegt. Neen waarlijk de meening, bij bet adres geuit, is, jiiet. opregt ge meend. Men wil zijn titeltje niet opofferen ontliet genobglijk za/ menzijn en wat voor strcelends liet lidm^a'tsiihap -meer schenkV - i V r --Ae

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1850 | | pagina 1