N«. 8.
1850.
ÜÜLuêiS
ilET i\
UI
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOOGEN ekz.
ACHTSTE JAAltGAKC.
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep
De Prijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor
ie buitensteden franco per post 90 cents. Men
abouneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
flfir
53 A A S Ï9 1 G
fïl.lï
VII?! T117 Si)
Li
ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan
den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdags des
middags ten 12 ure; de prijs van 1 lot 4 regels
is GO centen voor eiken regel meer 15 centei t
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
lë F IS 11 V A IJ.
REDE van den Heer de Moraaz, gehou
den op den 17dcn Dec. jl., bij de be
handeling van het 6de Hoofdst. der Staats-
begrooting (Departement van Hervormde
en andere Eerediensten).
De Heer de Moraaz heeft het eerst het woord en zegt:
Ik vang deze rede aan met een woord van dankbaarheid een woord
van erkentelijkheid daarvoor, dat het onlangs opgetreden Ministeiie van
zijne geneigdheid heeft doen blijken, om de beide departementen van Ee-
redienst voor goed op te heffen en het daardoor dus een bewijs heeft
willen geven van te pogen aan een wensch te voldoen zoolang door de
vertegenwoordiging, immers door het meerendeel derzelve geslaakt/ aan
een verlangen, bedrieg ik mij niet ten eenen male, ook builen de Kamer,
door velen, zeer velen geuit; mogelijk minder ter zake eener wenschelij-
ke bezuiniging, ofschoon ook deze er door kan worden betracht, dan wel
uit een ander geziglspunt, namelijk het werkelijk verwezenlijken van de
onafhankelijkheid der Kerk van den Staat, inet de verzekering daarnevens
der door de Grondwet gewaarborgde tractementen pensioenen en andere
inkomsten van welken aard ook, door de onderscheidene godsdienstige ge
zindheden of derzeiver leeraars genoten wordende, en dit te zanten ver-
eenigd voorbehoudens de maatregelen ter verzekering der openbare orde
cn rust, zoo als de Grondwet te regt heeft gewild. Naar mijn beseheiden
inzien, Mijne Heeren zal door deze afschaffing aan de art. 164 en 163
der Grondwet, die eene voikomene vrijheid van godsdienst huldigt, be
houdens wederom de bescherming der maatschappij en ha) er leden legen
de overtreding der strafwet, ten volle, leven en kracht worden gegeven.
Deze vrijheid, M. II., zij bestond ook wel onder de Grondwet, vóór
hare jongste herziening, maar en ik geloof dat dit een historisch feit
is zij werd, voor een aanzienlijk deel der ingezetenen van Nederland
met mij behoorende tot het hervormd kerkgenootschap, aan vele en ve
lerlei belemmering, aan menigerlei band onderworpen, alleen tengevol
ge van liet gezag, dat door of van wege den Slaat over dat kerkgenoot
schap sedert het jaar 1816, naar mijn bescheiden inzien wederom, niet
zonder schijn van aanmatiging, is uitgeoefend; een gezag, waardoor ik
schroom niet het alhier te verklaren, de hervormde kerk is beheerd en
geregeerd als ware zij niet eene kerkmaar een departement van alge
meen bestuur in den volsten zin des woords en waarbij dier kerk eene
ondergeschiktheid en afhankelijkheid aan de Hooge Kegeriog werd opge
legd, verre verwijderd van, en weinig strookende met die vrijheid, waar
toe ik meene, dat zij, de hervormde kerk, even goed als, zeker niet min
der dan de roomsch-katholijke geregtigd is. Ifun, die eene andere mee
ning mogten voorstaan, die zelfs zouden willen bevveren, dat de hervorm
de kerk dan toch naar eigene instellingen wordt bestuurd, vraag ik reeds
dadelijk, of dat bestuur in 1816 geheel vrijwillig is ingevoerd van dc zij
de der kerk, dan wel of het haar toen niet door het hooge bewind is op
gedrongen? Mijne overtuiging is dat het een opgedrongen bestuur is,
Men riep, ja in dat jaar, weliigt reeds in 1315, eene commissie, naar ik
meene, zamengesleld uit maar weinige leeraars bijeen, die heetten de
kerk te vertegenwoordigen, maar krachtens een lastbrief, let wel, niet van
de kerk of hare leden, maar van den Koning. Het toenmalig hoofd van
het departement voor de Zaken der Hervormde Eeredienst, ik meene de
Heer liepclacr van Dricl, onder den titel van commissaris-generaal ver
wierp, met een moed, eene fermeteit, welke men in dezen tijd gelukkig
Toor onmogelijk zoude houden, alle billijke veitoog.-n, ook uit Amsterdam,
tegen deze handelwijze, die ik maar niet naar bare waarde noemen, nrnr
lielst met den naam van voogdij bestempelen zal, en aldus, M. H., weid
met goedvinden harer zoogenaamde vertegenwoordigers, vermoedelijk nog
wel de ontwerpers der nieuwe kerkelijke wetgeving zelve, voor de kerk
eene grondwet daargesteld, als een octrooi, weliigt nog als eene weldaad
van Koning Willem I, die daarna, door vele eenvoudigen in den Lande
en ach! ware het maar bij eenvoudigen gebleven werd beschouwd
als het wereldlijk hoofd eener kerk, die geen ander hoofd kent en geen
ander hoofd erkennen kan dan J. C. haren Heer. En van toen af dag-
teekenen die menigvuldige Koninklijke besluiten en ministeriële beschik
kingen, als zoovele bewijzen van den geheel afhankelijken slaat, waarin
die kerk, wat betreft hate inwendige huishouding, daaronder begrepen het
beheer over hare goederen en bezittingen, als der Hooge Regering onder
geschikt, verkeert, en dit alles onder de zachtvloeijcnde benaming van
toezigt; o ja! een toezigt, in het belang der kerk zelve, maar een zoo
danig echter, dat en hierop kan ik niet te zeer drukken de niet van
de kerk of hare leden uitgegane kerkbesturen verpligt, om in zoovele op-
zigten het gezag der Regering te eerbiedigen, op eene wijze, lijnregt io-
loopende tegen den aard en de strekking van die vrije beweging en wer
king, die aan alle kerkelijke geziodten hier te lande bij de Grondwet ziju
verzekerd; een toezigt eindelijk, dat reeds in 1819 zoo verre ging, dat
men zich aanmatigde om reglementen voor te schrijven op het beheer der
kerkelijke fondsen en goederen, daarbij aan de besturen over die fondsen
en goederen de bevoegdheid toekennende, om omslagen over de leden der
gemeente te doen, ten einde te voorzien in behoeften waarop, ik spreke
bij ervaring, zoo niet veel, dan toch wel iets za! zijn aan te merken ge
weest, aan de voldoening van welke omslagen men zich niet onttrekken
kan dan door ue kerk voor goed te verlaten. Dat nu een dergelijke om
slag, die wel in het wezen der zaak aan eene belasting zal gelijk zijn,
met de Giondwctniet de kerkelijke van 181G is overeen te bren
gen, dit kan mijn maar zeer eenvoudig verstand nog maar niet bevatten.
»Dia omslag is geeue belasting," dit kreeg iit eens op mijne aanmerking
deswege geuit aan een lid van hel beheer van kerkelijke fondsen en goe
deren, een zeer kundig man, ten antwoord; maar M. H., zoo zou men ook
kunnen beweren, dat, ais men eens toegaf aan die fraaije leer van li-
nahtiële tinnegieters hier te lande, om in de behoeften van den Slaat al
leen door een omslag over de ingezetenen te voorzien in Nederland gee-
ne belastingen meer bestonden.
En had die kerk dan nog maar onder dat 1
gewenschtc bescherming genoten tegen die
andersdeukenden in haar midden/ vervolg
zoo prat op den naam der eeuw van
geenszins lot sieraad, ja ik zeg uel omd
Staatswege rcitcrA
tlgingen
v.'l,-.0je vooi,Ajsi;er vji zer eeuw
iel i Gis t~r -.a fa 1 1-k, 1 i 1 .1
I Of
"lfclilfng./qn Wijl ijkt! vrijheid,
jlz tle \yaarheiA-£:eti veidrfw-
s