B
Helder den 28 Maart 1850.
van B (op diens stuurboordszijde) zien, 't welk hem
overtuigt, dat B naar stuurboord koerst, en zal dus
daarnaar zijne beweging rigten, om achter B om te
loopen.
3de Positie.
De stoomvaartuigen A en B zien alleen elkanders
roode lichten, de schermen bedekken de groene.
Zoo lang dit het geval is, loopen zij elkander aan
bakboord voorbij.
4de Positie.
Wederkeerig wordt hier alleen het groene licht
gezien; het roode is door het scherm bedekt. Zoo
lang dit het geval is, loopen zij elkander aan stuur
boord voorbij.
5de Positie.
Deze positie vordert bijzondere voorzigtigheid.
Het vaartuig A het roode en B het groene licht
ziende, is daaruit af te leiden, dat zij elkander in
cene schuinsche rigling naderen. In de hier aan
getoonde positie moet, voor beide, de regel gelden,
bepaald bij besluit van den 9den December 1845
Staatsblad no. 68), dat het roer aan bakboord ge
legd worde en beide elkander aan bakboordszijde
voorbij varen.
6de Positie.
Het zien der beide gekleurde lichten op beido
vaartuigen, met het toplicht een'driekhoek vormen
de, toont aan, dat men beide regt op elkander aan
stuurt; beide leggen, volgens den regel, het roer
aan bakboord en houden alzoo aan bakboord van
elkander langs.
Het is van veel gewigt op de plaatsing der ge
kleurde lichten bijzonder te letten en dat het scherm,
van hout of zeildoek, ter lengte van eene Neder-
landsche el, zoodanig gesteld worde, dat de beide
lichten, te gelijk, in geene andere rigting zigtbaar
zijndan regt vooruit, zonder hetwelk de maatre
gel nutteloos zoude worden, tot het aangeven van
de zekere aanwijzing, hoedanig te sturen, zoo als
bij eene oplettende overweging der bovenstaande aan
wijzing zal blijken; maar bij het zien van één, of
wel van beide gekleurde lichten in de duisternis,
in welke rigting ook de schepen zich bevinden, bij
den donkersten nacht, zal dadelijk kunnen worden
beoordeeld en gehandeld met gelijke zekerheid als
bij helderen dag.
Het mag van aanbelang geacht worden, dat ook
de zeilschepen, zich van de rood en groen gekleur
de lantaars voorzien, om in verband met de boven
staande aanwijzing voor de stoomschepen, daarvan
.gebruik te maken, door bij ontmoeting van schepen
bij nacht, de groene lantaarn aan stuurboord of de
roode aan bakboord, met de hand te kunnen ver-
toonen, aan die zijde waar het vaartuig nadert.
Ten anker liggende moeten alle vaartuigen een
gewoon licht vertoonen.
En opdat niemand hiervan onkundig zoude blij
ven, zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd
ter plaatse alwaar zulks alhier te geschieden gebrui
kelijk is en in het weekblad van den Helder wor
den geplaatst.
Burgemeester en Assessoren voornoemd,
J. in 'T VELT.
Ter ordonnantie van IIunE del Achtbaren,
J. SCHOON, Sccrets.
Uitgegeven bij 0. BAKKER !iz. Ie Nicuwcdtep.
GeJiukt bij S. GILTJES G. KOOT ER te Helder.