gen van 4 Mei brak er een hevige hand uil le San Fian- ciscowaardeur een derde gedeelte van de stad in de asch werd gelegd. De schade wordt op 500,000 doll. gerekend. Men vermoedt dat de brand aan kwaadwilligheid is toe le schrijven dien ten gevolge is eene belooning van 5000 dollars uitge loofd aan hein, die den schuldige zal aanwijzen. De wij ken die het meest geleden hebben, zijn in het raidden der stad gelegen, namelijk do Washington, Montgomery, Clay, Jackson en Dupont-straten200 a 250 huizen zijn een prooi der vlammen geworden. Doch de vastberadenheid en geestkracht der bevolking is van dien aard, dat men ineen der bladen van 15 Mei jl. leest: Het dislrikt onzer stad, dat naauwelijks tien dagen geleden door hel vernielend ele ment verwoest werd, is reeds ten deele wederom opgebouwd. Wel ontdekt men in sommige straten hier en daar nog een ledige plek, doch binnen weinige dagen zal er geen spoor meer van den brand le zien zijn en de zaken overal iu dio wijken hervat worden. Reeds zijn verschillende magazijnen weder op dezelfde plaatsen opgebouwd en op nieuw met goederen gevuld." Do Indianen vielen eenige dagen geleden op twintig mij len boven Auburn, de goudzoekers van North-Fork aan. Zij hadden er eenigen gedood en hunne gereedschappen enz. medegenomen. Toen dit berigt le Auburn en Relly's Bar bekend werd, vertrok eene kompagnie van 20 welgewapen de manschappen om hen le vervolgen. Do Indianen wer den in een kamp bij Illinois gevonden; zij waren met pijl en boog gewapend en hadden levens geweren bij zich. Bij het eerste schot door de blanken gelost, namen de Indianen de vlugt in verschillende riglingen. Gedurende eenige uren achtervolgd, is hel hun eindelijk gelukt le ontsnappen echter niet zonder vijfentwintig man op hel terrein verloren te heb ben. De blanken tellen slechts twee ligt gekwetsten: men heeft onmiddelijk le Auburn eene kompagnie vrijwilligers geformeerdten einde de Indianen le verjagen en zoolang zij vijandig gezind blijven, hun ovaral een hardnekkigen te genstand lo bieden. Het goud in de mijndistriclen schijnt voor geeno vermin dering vatbaar te zijn, dagelijks worden er nieuwe aderen ontdekt. Volgens oen berigt in zeker dagblad, zou men een klomp zuiver goud gevonden hebben van zestig voet in den omtrek, en daarenboven twee andere massa's, de eene wegende 23, de andere 10 pond. Onlangs hebben vier Parijsche Jongeheeren de stad Sceaux op eene aardige wijze beet genomen. Dc spotvo gels, die een toertje te paard deden, kwamen op het denk beeld om een hunner als de President der Republiek voor le doen, terwijl de drie overigen zich voor zijne adjudan ten uilgaven. Hol plan gelukto bovenmate. Als een blik semstraal verspreidt zich het gerucht van de aankomst van den hoogen gast door de stad. Men haast zich hem te ge- moet le gaan zelfs komen vele personen met verzoekschrif ten om ze den gewaanden President der Republiek aan te bieden. Ook het garnizoen der stad komt op de been, de autoriteiten draven in hel zweet huns aanschijns om het Hoofd van den Staat te verwelkommen. Plotseling meldt het gerucht, dat do President der Republiek zich naar de fabriek van den heer Rohinfur had begeven, om die met een bezoek te verceren; dadelijk rigt zich de stroom der waarts, maar le laat, daar de vier spotvogels reeds waren vertrokken en den weg naar Parijs hadden ingeslagen, zich vrolijk makende over den goeden uilslag van hunnen inval. Den 7den dezer had te Parijs op het Champ do Mars een nooit gezien schouwspel plaats. De luchtreiziger Poite- vin steeg met een luchtbal op, gezeten op een daar onder aan hangend paard. Het schuitje was met ballast ge vuld en van daar liepen touwen naar beneden, waarin het paard hing, stevig bevestigd met banden en riemen. Het weder was zeer ongunstig, want er woei schier een orkaan, maar do onversaagde reiziger bleef toch bij zijn plan om op lo stijgen met zijn monster-ballon, die bijna 40 ellen in omtrek had. Bij het verlaten van den grond was het dier zeer onrustig en sloeg geweldig met de poolendoch dezo woestheid maakte kort daarna plaats voor eene volstrekte onbewegelijkheid het paard liet toen de poolen als verlamd hangen. De sensatie onder do beschouwers was zeer groot, eene dame viel in ilaauwle. Ten 6 ure 10 minuten was do opstijging geschied, ten 8 ure kwamen ballon, man en paard weder heelhuids op den grond, op eene opene plek in een bosch le Grisiin het departement Seine-et-Marne. Het paard had geenerlei letsel van belang bij den ongewo- nen togt ondervondendoch op zekere hoogte was zijne ademhaling belemmerd geweest, en was or bloed uit den bek en neusgaten gestroomd. Zoodra het nedergekomen was, begon het met gretigheid gras le eten. I)e heer Poitevin kwam kort daarop, gedragen door zijnen loglge- noot, in Parijs terug. Een vreesselijke orkaan heeft in het kanton Vezelise (departement Meuthre) groole verwoestingen aangerigt. De hagelstcenen vielen met zulk een geweld en zoo digt neder, dat dc schors van boomstammen en lakken letterlijk werd afgeschild. Geheele gemeenten, bv. die van Ognéville, enz., zullen geene enkele korenhalm le oogsten hebben. De wijnstok is bijna geheel vernield. Men ziet geen enkelen vo gel meer in het geboomte. Aan een reiziger is een oog uil- gehageld en zijn gelaat werd zwaar gekneusd. Alle vensters aan de windzijde ziju gebroken. In het broederhuis alleen telt men er meer dan 320; in de kerk van Ognéville bleef er aan de windzijde geen enkel ruil heel. Te Grenoble en te Lijon zijn verscheidene per sonen in hechtenis genomendie rcglslreeks in be trekking stonden met eene te Oran ontdekte zamen- zwering. De Union behelst de volgende bijzonderheden over dat complot De zamengezworenen schijnen uitgevonden te heb ben om kruid en andere krijgsbehoeftendoor mid del van doodkisten op het kerkhof te Oran te brengen. Hun doel washet arsenaal in brand te steken en wanneer do soldalen ongewapend zouden zijn toegesneld om den brand te blusschenzich alsdan op de burgerlijko en militaire autoriteiten de hoofd officieren den opperbevelhebber en zijn staf te werpen en hen le vermoorden. Vervolgens zouden zij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1850 | | pagina 3