WEEKBLAD van
1 het
DE VERKIEZINGEN.
Bij dit Nobekoort een Bijvoegsel
ACHTSTE JAARCMG.
3. 34.
»)ii Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uiigegefen bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep.
De Prijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
IS A A 3T
A G
1850.
ADYEPiTEiVTIEN gelieve men ongezegeld aan
den Uilgever in te zenden uiterlijk Zaturdags des
middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels
is 60 centen voor eiken regel meer 15 centen
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
19 AUGUSTUS.
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VEETOOGEN enz.
Wij nemen in dit nummer liet verslag der te Alkmaar en te
Zaandam gehouden kiezersvergaderingen op en uit de advertentie
van wege het bestuur der vereeniging toegezonden, zien wij dat van
de voorgestelde kandidaten de kandidatuur is aangenomen door de
Heeren Jhr. Mr. C. van ForeestS. A. de MoraazMr. H. J.
Smit, terwijl de Heeren J. C. van TFessem en D' üzij daarvoor
hebben bedankt.
Deze namen doen ziendat men daarbij het oog heeft gehad op
de vereeniging van de twee oude districten van Alkmaar en Zaan
dam cn wederzijds elkanders gewigt en invloed wil erkennendoor
in de Tweede Kamer één lid te brengen, die men als kandidaat
van het oude kiesdistrict Alkmaar, één die men als de kandidaat
van het kiesdistrict Zaandam inag beschouwen.
Van de zijde van Zaandam schijnt vrij algemeen de keuze te val
len op den Heer Mr. II. J. Smit, in 1848 met bijna eenparige
siemmen ter Tweede Kamer afgevaardigd. De Heer Smit behoor
de onder de meer liberale leden der Oude Kamer, en voor ieder,
die zijnen parlementairen loopbaan heeft nagegaan, is het zigtbaar
dat hij in de Nieuwere Kamer, waar het liberale beginsel de meer
derheid bezat, zich vrijer gevoelde cn meer en meer zich in vrij
zinnige strekking ontwikkelde.
Voor de ingezetenen van den Helder en voor ieder die eenen strijd
voor billijkheid en regt tegen willekeur en onregt weet te waarde
ren, heeft hij in het bijzonder eene hoogere aanspraak op den al-
gemeenen bijval verworven, wegens het belangrijk deel, dat hij ge
nomen heeft aan de pogingen om den Helder uit de boeijen van
het onvrij territoir te doeii ontslaan en tot los- en ladingplaats te
doen aanwijzen.
Over de vacature, ontstaan door het aftreden van den Heer de
Moraaz, schijnt meerderen strijd te wachten.
In ons vorig nummer gaven wij onzen wensch en verwachting te
kennendat de Heer van Leeuwen zich op nieuw als kandidaat zou
stellen, omdat wij bij het noemen van een naam voor de partij,
door hem vertegenwoordigd, verbrokkeling voorzagen; wat wij, of
schoon de kandidatuur van den Heer de Moraaz verzekerendeniet
wensclielijk achten.
Wij hadden bij
Heer van Foreest.
die stellins
gerekend buiten
den
Wij gelooven nietdat er nu bij de behoudspartij eenige verbrok
keling te vreezen is; het is eene voor dië partij zeer gelukkige keuze.
De groote bezittingen van zijnen schoonvader in het Koegras en
in den Anna-Paulowna-Polderonder zijne administratie zich be
vindende zijne eigene aanzienlijke bezittingen onder Heilozijne-
betrekkingen van Heemraad in den Anna-Paulowna-Polder, en Penning
meester van da Zijpe, zijne betrekking als Schoolopziener maken,
dat hij bij velen ten platten lande persoonlijk bekend is en dooi
zijne vriendelijkeaangename vormen gunstig bekend is. Gewis
indien men ons vroeger dien naam als kandidaat in de plaats van
den Heer van Leeuwen genoemd hadwij zouden geene verbrokke
ling van stemmen gevreesd hebben, maar hij die ons voorspeld had
dat de Heer van Foreest de kandidatuur in de plaats van den Heer
van Leeuwen zou hebben aangenomen, hadden wij gewis met een
ongeloovig hoofdschudden beantwoord. Het is waar, naar hetgeen
ons werd medegedeeld, omtrent den Heer van Foreest, hechten wij
niet veel aan de vastheid zijner vrijzinnige beginselen; maar hoe
flaauw zijne verschijning in de dubbele Kamer ook moge geweest
zijn, wij herinnerden ons toch altijd, dat hij in 184a mede voor
de herziening der grondwet had gepetitioneerd (eene handeling die
zeker bij de coterie die hem thans op den voorgrond stelt, weinig
bijval zal gevonden hebben) en deze herinnering maakte het ons
onmogelijk, aan licm te denken, als de kandidaat der oude aristo
cratie en van het behoud, maakte het ons onmogelijk, te vermoe
den, dat hij zoozeer zijne vroegere houding zou verloochenen.
Men zegge niet, dat de Heer van Foreest mogelijk nog wel de
vrijzinnige man zal zijn, dit is onmogelijk; want men zou dan moe
ten veronderstellen, dat het hem niet om de zaak, maar om zijn
persoon te doen was; dat het niet te doen was om de vrijzinnige
partij te doen zegevierenmaar om zichzelven op de plaats van dc
Moraaz te zetten en zulk eene handeling, waarbij hij aanleiding
gaf, om scheuring in de liberale partij te brengen, is verre beue
den het karakter, dat men aan hem toeschrijft. Het is bovendien
al te dwaas, om te gelooven, dat de partij van het behoud hem
zou patroniseren, hem tot haren kandidaat zou verkiezen, indien
zij niet van hem verzekerd waren; indien zij in hem niet denman
zagendie (mogelijk met sommige zijsprongen uit oude vrijzinnige
denkbeelden voortgekomen) in dc hoofdzaak moet leiden tot tegen
werking van die vrijzinnige beginselendie wij in den minister
Thorbeckein de Begering vertegenwoordigd zien.
Het is ons ook ter wille van den Heer van Foreest leed, dat
hij deze kandidatuur heeft aangenomen, d^arTreds. vrij algemeen,
de aandacht op zijn persoon was gevestigd, niet allëeii voor .Bet
lidmaatschap der Provinciale Staten; jfijar ook'Voor het lidmaat-