POSTER IJ EK. PUBLIEKE YERKOOP1NG. QL b ti e v i c n t i c bétten van schoonheid en regelmaat en geeft aan onze voortbrengselen de vormen welke die wetten voorschrijven [toejuichingen]. Mijne heeren de tentoonstelling van 1851 moet ods een degelijk bewijs geven een ge trouw tafereel ophangen van den staat van ontwikkeling, waai toe de we reld in dit opzigt gekomen is; zij zal ons tevens een nieuw standpunt aanwijzen, van waar alle natiën uit kunnen gaan, in de volvoering hun ner verdere pogingen. Ik durf gerust vertrouwen, dat de eerste indruk, die het gezigt dezer onmetelijke verzameling op den aanschouwer te weeg zal brengen, grenzenlooze dankbaarheid zijn zal jegens den Almagtige, voor de weldaden waarmede wij reeds nu zijn begiftigd, terwijl hij daar door van zelve tot de overtuiging zal komen dat die weldaden alleen ge- wenschte gevolgen zullen hebben naarmate wij bereid zijn elkander on derling door liefde en eensgezindheid te ondersteunen niet alleen stad- of landgenooten maar alle volkeren der aarde. Door deze overtuiging bezield zie ik aan dezen feestdisch met innig genoegen de regeringsleden der voornaamste steden van dit rijk vereenigd allen hunne lokale geschillen, ia misschien hunne staatkundige verdeeld heid vergetende de vertegenwoordigers van de verschillende politieke o- pinieu binnenslandsde vertegenwoordigers van zoo vele vreemde natiën, zij allen vertegenwoordigen in dit pleglig oogenblik slechts eene en de zelfde zaak [toejuichingen]Aanvankelijk mijne heeren was ik van mee rling, deze onderneming tot stand te breDgeu niet behulp van de maat schappij van schoone kunsten alhier, en door middel yan privékapitalen gij hebt dit mijn plan gewijzigd en aangetoond dat het eene taak was die de Engelsche natie behoorde te ondernemen. ïk heb niet geaarseld mijne goedkeuring aan uwe woorden te hechten, overtuigd, dat zij voort vloeiden uit eene edele vaderlandsliefde. Thans hangt dan ook de groot ste uitslag der onderneming geheel af van uwen moed uwe volharding ca uwe onbekrompene vrijzinnigheid. Ik verlaat mij in dezen volkomen op het karakter en den aard der natie. Ik ben verzekerd dat zij on wrikbaar pal zal staan in het worstelperk der eer maar tevens dat zij zich onpartijdig zal kwijten van de gastvrijheid die zij hare mededingen de naburen belooft [toejuichingen']. Wij, commissarissen van II. M., wij zijn maar al te wel bekend met de tallooze moeijelijkheden die wij te bestrijden hebben willen wij naar wensch slagen maar vertrouw vol met liet oog op uwen ijver en uwe volharding gengt vragen wij u alleen wederkeerig vertrouwen ten einde deu uitslag gezamenlijk onbeschroomd 1e gemoet te kunnen zien. langdurige en luidruchtige toejuichingen PAFJJSCHE NAÏVITEIT. Ofschoon do echte humor te Parijs op straat te vinden is, bewijst do volgende anecdote door de Corsaire medege deeld, dat ook buralislcn soms een' geestigen inval kunnen hebben, welke voor de luimigsle r/amins niet behoeft on der te doen. Een hoog ambtenaar der belastingen deed eene inspectiereis, en op zeker kantoor gekomen alwaar hij een' ambtenaar over zijn' arbeid ondervroeg, sneed hij zich rnct een pcnncmes spelende in den vinger. Terstond was alles in rep en roer. »Een spinneweb! spoedig een spinne- web!" riep do chef van het kantoor, toen hij hel bloed van den inspecteur zag vloeijen. Ieder zocht van boven tol beneden, maar het huis was, zoodra men van do komst van den inspecteur verwittigd was gewordennetjes schoon gemaakt. Eindelijk komt een jong surnumerair met drift aanloopen. Hij was zoo gelukkig geweest van een groot dik spinrag te vinden. «Waar hebt gij dat van daan gehaald, beste jongen?" vroeg do chef van het kantoor, met eene hooge borst. «Van uwen inktkokermijnheer!" antwoordde do knaap zeer naïf. Men kan ligt begrijpen hoe verlegen de chef en hoe verheugd de klerken waren toen zij dit hoorden maar wat het wonderlijkste is, de inspecteur heeft dien jon geling met een jaargeld van twaalfhonderd francs beloond. De Directeur van het postkantoor aan den Helder, Brengt hiermede ter kennisso van belanghebbendendat te beginnen met lo. September 1850, de gelegenheid ter ver zending van brieven is vastgesteld, als volgt: Naar AlkmaarAmsterdamWormeroeer en Zaandam, tweemaal daags, te weten: des morgens ten half negen ure, per ijzeren Barge en des avonds ten acht ure, per Poslkar. Naar de eilanden TexelVlieland en Terschelling, da gelijks, 's morgens ten acht ure, per postschuit. Naar het eiland Vieringendriemaal 's weeks, des Dings- dags, Donderdags en Zalurdags, per Postschuit. Naar alle overige plaatsen, binnen en buiten's lands, da gelijks, des avonds ten acht ure, per Postkar. De laatste ligting der Brievenbus heeft plaatstelkens der- lig minuten vóór het bepaalde uur van vertrek. Brieyen ter frankering en ter aanleekenirigbehooren ui terlijk vijftien minuten vóór hel ligten der bus in hel kan toor to worden gebragt. De Directeur van het Postkantoor voornoemd J. J. A. CREIJGHTON. vA—gfv Men is voornemens, op Woensdag, fjj&& JllgL den 1 Iden September 1850, des mor- gens om 10 ure, ten huize van A. Schermeraan de Kleine Keelenop hel Koegras, on der do gemeente Helder, ten overslaan van deu Notaris J. SCHOON, publiek, om kontant geld, te verkoopen 19 MELKKOEIJEN, 1 Gelde VAARS, 3 KUI-KALVE- REN, 2 STIEREN, 1 Bruin RUIN PAARDoud 2\ jaar; 1 Rood SCHIMMEL-MERRIEPAARDoud lj jaar I BOERENWAGEN, voorts: TOBBES, VATEN en ver dere BOEREN-GEREEDSCHAPPEN. Kunnende alles des morgens vóór de verkooping wor den bezigligd. In eene Tabaks-, Kolïij- en Thee-affaire, wordt gevraagd, een JONGEN, goed kunnendo lezen en schrijven. Adres bij den Uitgever van dit Blad. Door verandering van woonplaats, wordt uit de hand te KOOP gepresenteerd een voor weinige jaren bijna geheel vernieuwden voor alle af faires geschikt ÈUIS en ERF, staande aan den Kanaal- weg, aan den Helder. To bevragen bij den eigenaar en bewoner D. SCHUIT, Kanaal weg No. 15. Uitgegeven bij C. BAKKER Br. te Nieuwediep. Gedrukt bij S. GILTJES te Helder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1850 | | pagina 4