re a b p w s 'J ilj id a re b re» De Broederschap des vredes te Sevilië in Spanje. in rust en vrede onder een Ministerie, dat zijn vertrouwen bezit, zijno vrijzinnige instellingen begonnen te ontwikkelen. Mogt daartoe ook het ingetreden jaar verder dienstbaar worden gemaakt en in den aangeslagen toon de grondwet verder ten uit voer worden gelegd, opdat bij vrije beweging, de individuele be kwaamheid en energie tot heil van het algemeen een ruimen grond vinde om zich te bewegen. HELDER en NIEÜWEDIEP, 31 Docember 1850. Zijne Excellentie, de nieuw benoemde Gouverneur-gene raal van Neerlandsch Indie, de heer Bruceis gisteren al hier, aan boord van do Sumatraaan do gevolgen xijncr ziekte bezweken. Bij kon. besluit van 25 Decembor, is benoemd lol onty&nger dor registratie en domeinen alhier, de heer Mr. J. D. Quintus, thans surnumerair der registratie in Gro ningen, zijnde do heer A. C. Merens tot ontvanger te Raal- te benoemd. Z. M. heeft het kantoor van ontvangst der domeinen te Alkmaar opgeheven en zijn de attributen daarvan toege voegd aan de ontvangers der registratie en domeinenin hel ressort van dat kantoor fungerande. In de ufgeloopen week werd in het Café Anglais te Parijs, een luisterrijk leest gevierdhol volgendo gaf daar toe aanleiding: Eenigen tijd geleden besloot een procureurs klerk, die zeer gezien was bij zijn patroon, maar weinig uilzigt had ooit xelf eene betrekking te kunnen bekomen, in het nieuwe Eldorado zijne fortuin to gaan beproeven. Hij vertrok met het eerste schip het beste, en zijne beminde, eene jeugdige modemaakster, zou hem weldra volgen, om dan alles bij hare komst gereed te vinden. Maar naauvvelijks was de klerk in Californio aangekomen, of hij zag duidelijk, dat het goud daar niet voor het opscheppen lagzoo als men verhaald had, maar dal veel meer moest gedaan worden om rijk te worden. Een der rpksto kolonistendie tot de eersten behoord had, welke in Californie waren gearriveerd, lichtte den nieuw aangekomene nopens den waren staal van zaken in. Gij zult misschien twaalf jaren hard moeten werken, zoide deze, en dan zult gij het vierde nog niet hebben bekomen van hergene ik in de zes eerste maanden na mijne aankomst in dit land opzamelde: door dat gelukkig begindoe ik thans uitmuntende zaken, on er zou niets aan mijn geluk ontbre kenwanneer ik slechts eene vrouw, eene levensgezellin be zat!" De klerk verhaalde, dat zijne aanslaande cchtgenoo- te weldra zou aankomen en dacht daarbij met bezorgdheid hoe bij voor haar en zichzelveu het noodigo zou bekomen, in een land waar alles zoo duur was. Weinige dagen later kwam de modemaakster aan, en do kolonist, die bij de ont scheping tegenwoordig was, vroeg den klerk, of dezo hem dat meisje als vrouw wilde afstaan. De klerk meende eerst dat zulks scherts was, maar toen de kolonist hem vroeg hoo veel hij gehoopt had bijeen te zullen garen, en op het Ter- nemen dat zulks 200,000 francs was, deze som den klerk voor de vrouw geboden had, met hijvoeging, dat hij alsdan naar Parijs kon wederkeeren en daar meisjes in overvloed zou vinden, zag de klerk dat alles welgemeend was. De klerk overwoog, het oordeel van hel meisje werd ingeroepen, en het gevolg was, dat de procureursklerk met zijnen schat naar Parijs terugkeerde, waar hij nu zijne vroegere makkers luis terrijk onthaalde, die in opgewondenheid der feestvreugde allen het plan vormdenmet eene aanstaande echlgenooto □aar hot goudland te trekken, in de hoop, daarvoor een oven goeden prijs te maken als hun makker. Dezer dagen stond de vrouw van een kruidenier te Parijs aan hare deur, toen een Engelschman haar verzocht hem den weg to wijzen. Hij noemde den naam der straat op eone zoo zonderlinge wijze, dat die vrouw, welko eene gedroogde pruim stond te eten, in een luid gelach uitbarstte, da pit van do pruim inslikte, welke in de keel bleef steken. In den beginne waron allo aangewende pogingen om de pit te doen zakken of uit te halen vruchteloos, en men duchtte dat de vrouw in vreeselijke smarten zou sterven, toen een bekwaam operateur er in slaagde haar van de pit to ver lossen. F JE U I Ij Ij E T O .V. De tercgtslelling van eenen misdadiger is het tooneel van het ge- meen zegt zeker Romanschrijver/ en in der daad, het menschlievend hart ontwaart een pijnlijk gevoel bij het zien, hoe bij xoodanige gele genheden honderden en duizenden uit allerlei standen en niet met eeo aangedaan hartneenmaar niet telden al schertsende en dartelende daar henen snellen, ora aanschouwers te zijn van eene handaling, die, van welke tijde ook beschouwd niets dan onltetting en afgrijten op levert. En dat een regtgeaard gemoed dusdanige, de menscheid zoo zeer vernederende tooneelen niet, dan met mededoogen beschouwen kan, be wijzen de veelvuldige bemoeijingen zoo veler edeldenkende Mannen, ten einde het beklagenswaardige lot van den misdadiger naar ligchaam en geest, zoo veel mogelijk, te verligten en welke pogingen van de eene tijde bij den menschenvriend eenigtins ter vermindering strekken van het pijnlijk gevoel, tijn gemoed door de ligtiinnigheid en ongevoeligheid van de andere zijde veroorzaakt. Onder de menigvuldige inrigtingen welke deze edele zaak, de ver zachting van den toestand eens veroordeelden, tot het doel harer zorgen en bemoeijingen stelden, behoorde voormaals, omtrent het midden der 18de eeuw, [of zij nog beslaat, is ons onbekend] de Broedersohap des vredes te Sevilië in Spanje. Volgens een in die stad plaats hebbend gebruik, werd de ter dood ver oordeelde, 24 uren vóór de uitvoering der straf, in de kapel der gevan genis gebragl. Zoodra dit geschiedde, nam de Broedersohap hem over, besehouwde hem als haren broeder en gaf hem het kleed eens boetvaar digen aan, zijnde eene bruine kleeding, waarin hij ook den dood onder ging. Vervolgens onthaalde zij hem op een goed in zilver opgedischt avondmaal, en verschafte hem des anderen daags tot zijn middagmaal dat gene, wat hij begeerde. Na het eten kwam zij hem afhalen en geleide hem op eene plegtige wijze naar de strafplaats. In dien optogt gingen gewoonlijk G priesters in hunne koorkleederen vooraf; daarop volgde een kruisdrager; achter dezen bevond zich eene dubbele rij mannen, leden van de Broederschapin de bovengenoemde kleeding der boetvaardigen gekleed; en eindelijk verscheen achter hen de misdadiger op eenen ezel gezeten, en ter wederzijde van hem een priester als zijne biechtvadersdie hem tol den dood voorbereidden. Tevens bevonden zich nog tweeperso nen nabij hem op gelijke wijzeals hij gekleeden houdende iedet eenen zilveren schotel in de hand, waarop zij den voorbijgangers en hun, die zich voor of op de balcons bevonden op eenen smeekenden toon Jets voor de ziel van den armen Misdadigerafvroegen. De gelden, welke lij op deze wijze bijeen verzamelden, dienden tot het doen lezen van liel- missen. Na het voltrekken der straf, was het levens de gewoonte, dat de omztanders de voelen van den ter doodgebragte kustena»n welke daad van godsvrucht een aflaat van 24 uren was verbonden. Vervolgen» le"den de Boetvaardigen het lijk in eene kist, vereerden het met eene plegtige begrafenis, betaalden zijne zchulden en zorgden Yoor de volbren ging van alles, wat de rust van zijne ziel bevorderen kon. NlBÜWBDIEP BIJ C. BiKKEB BZ. GKDBÜKT BIJ I. GILTJBS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1851 | | pagina 8