WEEKBLAD van den
HELDER en bet MEÜWEDIEP.
1851.
Be voorstellen der Regering tot
wijziging van liet Belastingstelsel.
WEGENDE JAARGANG
N°. li.
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep.
De 1'rijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
BiAKDAfi
\\Vh GOg
ADVERTENTIE?* gelieve men ongezegeld asn
den Uitgever in te zenden uiterlijk Zalurdags d»«
middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regeU
is 60 centen voor eiken regel meer 15 centen
behalve 35 centen zegelregt voor eikt laatsing.
Sa MAAR I1.
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, YEETOOGEN enz.
De wer.sch, dat ons belastingstelsel herzien, verbeterd mogtwor
den, is in de laatste jaren steeds levendiger en dringender gewor
den.
De overtuiging, dat, bij den zwaren schuldenlast, die ons drukt,
de bezuinigingeu nog aan te brengen, betrekkelijk zeer onbedui-
«dend zullen wezen, wint veld. Opheffing van sommige belastingen
kan dus niet, dan door het aanbrengen van andere belastingen
worden gevonden.
Men wensebt in het algemeen een nieuw stelseldat aan de ee-
ne zijde den last meer gelijkmatig zou doen drukken en aan de an
dere zoo weinig mogelijk de nijverheid zal belemmeren.
Eeeds uit de troonrede kon men ontwaren, dat de Begering niet
het stelsel in zijn geheel zou' aantasten, maar in het bestaande zoo
danige wijzigingen wilde brengenals waarmede zij het voorgestel
de doel zoo veel mogelijk hoopte te bereiken.
In zooverre kunnen dus de voorstellen geene teleurstelling ver
wekken, maar wat men wel had mogen verwachten, is eene ontwik
keling van de zienswijze der Begering, eene verdediging van haar
stelsel, het mogt dan het oude, of een gewijzigd, of een nieuw
stelsel zijn. Hieraan ontbreekt echter zeer veel.
Indien wij de berekening inzien, door den minister gemaakt,
omtrent de gevolgen van zijn voorstel, dan vindt men, dat eene
verbetering (dat is te zeggen verhooging) van den accijns op het
zout, dc suiker en het gedistilleerd en van de zegelregten, eene
vermindering der tonnegelden en der sluis- en kanaalrcgten moet
goedmakendat de patentregten voor den een verminderden
op anderen overgebragt, hetzelfde provenu zullen moeten opleveren;
en dus de verandering, die men als eene wijziging van het stelsel
zelf kan beschouwenzich bepaalt tot den maatregelom de som
van ruim twee millioen, thans door den accijns op de turf en steen
kolen opgebragt, te vinden uit eene heffing van drie percent op
de renten van nationale schuldbrieven en andere roerende kapitalen.
Men zal in de memorie van toelichting te vergeefs naar eene
heldere voorstelling van de gronden zoeken, waarop de minister
van Tinancien tot deze wijzigingen en veranderingen is gekomen.
De vraag, die de minister zieh ter beantwoording stelt, is deze:
Of het belang van den Staat werkelijk vordertdat sommige der
bestaande belastingen door andere middelen worden vervangen.
Ter beantwoording van die vraag begint de memorie met de op
merking, dat de verbruiksbelastingen in meer of mindere mate de
nijverheid belemmeren en den prijs der eerste levensbehoeften ver-
hoogen, ofschoon misschien de kiagten des wegens niet van over
drijving zijn vrij te pleiten.
Maar," zegt de minister, //die bezwaren zijn onmogelijk
ff geheel uit den weg tc ruimen. Aan de vervanging van alle
accijnsen op eenmaal door onderscheidene andere middelen
staan onoverkomelijke bezwaren in den weg; zoodanige omnie-
keer zou noodwendig groote schokken ten gevolge hebben."
Men ziet, dat deze periodes van twee verschillende veronderstel
lingen uitgaan. In de eerste wordt de opheffing geheel onmogelijk
geachtin de andere wordt alleen aangenomendat de verandering
onmogelijk op eens is daar te stellen, en dus eene langzame op
heffing als mogelijk verondersteld.
Welke is nu de ware meening van den minister? Tot beoor
deeling van de voorstellen is het zeer noodig, dat men die mce-
ning kenne.
In het eene geval bepaalt zieh het onderzoek tot de overweging,
hoe de voorstellen passen in ons tegenwoordig stelsel, in het ande
re zijn zij slechts een eerste stap tot verdere veranderingen en zal
men de voorstellen moeten beoordeelen naar het einddoeldat men
zich ter bereiking voorstelt.
De memorie zegt verder u dat de opheffing der thans bestaande
accijnsenandere yerbruiks-belastingenof nieuwe directe be-
lastingen noodig zou maken.
ff Nieuwe verbrniks-belastingen zouden den last slechte ver-
plaatsen en zoo men b. v. de koloniale producten aan sware
lasten wilde onderwerpenmen zou den handel benadeelen en
ff met groote kosten het toezigt op de grenzen moeten verster-
ken en toch zou men zich in de uitkomst bedrogen zien
ff want liet zou onuitvoerbaar worden bevonden. Directe be-
ff lastingen in te voeren, zou tot miskenning van den finantielen
regel leidendat waar de openbare dienst vele offers van de
belastingschuldigen vordertde last zoo veel mogelijk moet vev-
ff deeld worden. Het aandeel dat dc 'directe belastingen bij
ons in de algemeene lasten opbrengen, staat gelijk met die in
FrankrijkBelgie, Pr nissen en Engeland. Begie of mono-
ff polie van tabak, zout enz, zoo als in andere landen bestaat,
zou nog oneindig zwaarder drukken.
Het zijn inderdaad wonderlijke premissen, om eindelijk
het voorstel te komen van eene nieuwe directe bekysfiug,/
zoo zij aan de verwachting beantwoordtrvrfrB. twee millibciy <&rt is
omtrent 13 percent van de geheele opbypugst zal" moeten nmde
ren. En nog vreemder klinkt bet daarop laterte zien vbfeeii