WEEKBLAD van den ÜELDIil en het MEÜWEDIEP. ^„i6" *«r G De algemeene beraadslaging over de Gemeente-wet. KEGELDE JAARGANG Dit Weekblad -wordt eiken Maandag-morgen tntgegeven bij C. BAKKER Bï te Nieuwe Diep. Be Prijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekhandelaren en I'ostkan- terjn tijner woonplaats. MAA1ÏDAG ADVERTENTIES geiicYe men ongeregeld a&a den Uitgever in te renden uiterlijk Zaturdags dos middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regelt is GO centen voor eiken regel meer 15 centen behalve 35 centen tegelregt voor eiHe plaatsing. 20 M E 5. STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VEKTOOGEN snz. Bij de algemeene beraadslaging over het ontwerp van gemeente wet haalde een der Leden van de Kamer het gezegde vat) de Tocqe- ville aan: dat de gemeentelijke inrigting voor de vrijheid is, wat voor de wetenschap het lager-onderwijs moet zijn." Het is in de gemeente, dat de Natie hare politieke ontwikkeling erlangt, daar leert de kiezer zijn invloed op de algemeene belangen kennen, daar gewent hij zich aan het gebruik zijner politieke vrij heid. Waar het gemeente-leven niet aanwezig is, daar vindt men slechts geadministreerden, maar geen burgers. Naar mate de bur gerij meer zelfstandig en onafhankelijk handelen kanzal zij meer belang stellen in het gemeente-leven. Indien de gemeente-besturen niets anders hebben te doendan de bevelen van hoogerhand ge komen, op te volgen, zal het geen belangstelling wekken, wie in die besturen zitting neemt en onverschilligheid bij het algemeen zal er het noodlottig gevolg van zijn; eene onverschilligheid, die zich weldra ook tot het gewestelijk, of algemeen beheer zal uitstrekken. Maar die wenschelijke vrijheid van beweging der gemeenten vindt eene beperking in het gewestelijk of algemeen belang. Ofschoon afzonderlijke corporatien, zijn zij echter onderdaelen van het geheel en moet hunne beweging in zooverre begrensd' worden, dat zij het algemeen belang niet kunnen schaden. lm hoever voldoet het ontwerp aan deze eischen? Dit was de groote strijdvraag bij de algemeene beraadslagingen. Niemand be twistte het beginselmaar de bestrijders van het ontwerp waren van oordeeldat te velete groote beperkingen aan het gemeentelijk bestuur werden opgelegd; dat de onafhankelijkheid der gemeenten niet genoegzaam was erkend. Over het algemeen hebben de bestrijders zich meer bepaald tot een vertoog hoe nuttig en hoe krachtig eene meer onafhankelijke stelling der gemeente-besturen werken zoudan tot eene aanwijzing van de beperkingen, die in het ontwerp voorkomendezonder scha de gemist konden wordenwaardoor hun betoog ook moeijelijk an dersdenkenden tot hunne overtuiging zal overhalen. Maar des te meer verdient dan hij de aandacht die bepaalde grieven opnoemt zoo als de Heer van Lijnden. Deze zcide: "Volgens art. 141 der grondwet zijn de begrootingen aan de "goedkeuring der Staten o'nderworpenmaar art. 143 laat het aan de wet over, het opnemen en sluiten der rekening te regelen. Het ontwerp maakt ook dit laatste afhankelijk van de goedkeuring der Staten. Het ontwerp duldt geen af- en over- schrijvingen op de begrooting zonder goedkeuring der Staten." De grondwet beveelt de goedkeuring der begrootingmaar be veelt zij dan ook niet stilzwijgend de goedkeuring op de af- en overschrijvingen? Wat is af- en overschrijven anders dan eene nieuwe begrooting maken? Wat zou de goedkeuring der begrooting batenindien na de goedkeuring de gemeente-besturen de bevoegd heid hadden door af- en overschrijvingen haar eene gansche andere gedaante te geven? En ligt dan ook niet in het beginsel, dat een ander, dan het gemeente-bestuur de begrooting arresteert, als noodzakelijk gevolg dat een ander de rekening zal goekeuren? Of wat zou eene be grooting baten, indien de rekening daarvan feitelijk mogt afwijken? Het aangehaalde art. 143 der grondwet is opmerkelijk; het luidt De wet regelt ook het opmaken der begrootingen en het opne- men en sluiten der rekening." Hierin schijnt reeds opgesloten te zijndat de grondwet het opnamen en sluiten der rekening niet onvoorwaardelijk aan de besturen zfclvcn wil opgedragen hebben. Indien door deze bepalingen aan de billijke onafhankelijkheid der gemeenten te kort werd gedaan, het zou eene grief zijn tegen de grondwet, niet tegen het ontwerp, dat slechts consequent de grond wet in toepassing brengt. Eene andere grief van den Heer v. Lijnden is dat het ontwerp de goedkeuring vordert op alle verordeningen, welke de gemeente betrekkelijk eene goedgekeurde belasting zoude willen maken. Wat bestaat, heeft, hoe dwaas ook, een schijn van gepastheid. Thans wordt de belasting door den Koning goedgekeurd, maar de verordeningen betreffende het innen dier belasting, daarmede be moeit de Koning zich niet; alsof niet juist door die verordeningen eene verderfelijke belasting dragelijkeen wenschelijke belasting al lerhatelijkst worden kan; alsof belasting en vorm van heffing niet zoo naauw met elkander zamenhangen, dat zij in practijk niet af gescheiden gedacht kunnen worden. De grondwet beveelt, dat het invoeren, -wijzigen, of afschaffen eener plaatselijke belasting wordt voorgedragen aan de Provinciale Staten, die er verslag van doen aan den Koning, zonder wiens goedkeuring er geen gevolg aan wordt gegeven. Indien derhalve nu het ontwerp niet alleen op het tarief der belastingen maar ook op alle verordeningen daartoe betrekkelijk eene goedkeuring verlangtdan doet het niets dan wat de grondwet schijnt te wil len: dat alle besluiten van het gemeentebe^tuiiï—betreffende plaat^! selijke belasting, door den Koning zullen'; worden j»qedgekeum^ Nog twee andere grieven noemt dc li/er e. Lijnden op, bij regeling van gcmcensehapptdijke'uclangcn tus?eheroemeen» F - T \ti k --f I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1851 | | pagina 1