A d v e r t e n t ie n. Nieuwedicp, in lading naar Londen HET STOOMSCHIP GREEN ISLE, opvolger van Rusland wordt lo Londen verwacht. Do stads schouwburg to Amst. is aanmerkelijk verbeterd en yerfraaid. Piet Bonaparte heeft hel regterbeen gebroken. De Ned. 2e luit. Booms heeft de ridderorde Tan het legioen tan eer hekomen toor betoonde dapporheid bij denjongsten veldlogt in Algérie. De gewone najaars-exercilien zullen dit jaar bij ons leger geen plaats hebben. De Times verwacht de herkiezing van L. Napoleon. leer* zes "ecj jsi33c* 531^ jeeï3 neat" il^^" Omstreeks vier mijlen noordwest ten westen van Kaap Cleareen eiland en vuurtoren, aan de zuidwestkust van Ierland, verheft zich sl«il en lood- regl eene vreemd gevormde rots, Faslnett genaamd, 90 voet boven de oppervlakte van den Allantischen Oceaan ongeveer 9 mijlen van het vaste land i het landvolk beweertdat zij 9 mijlen van ieder gedeelte van het strand gelegen is. De Fastnett was sinds jaren het ongestoord eigendom van zeemeeuwen, zeeganzen en andere soorten van zeevogels, en ook hekend wegens de pa ling en den brazem. Maar zelden vischte de schipper aldaar uit bijgeloo- vige vrees voor die plek. Bij een betrokken lucht, en als de rots lralfin nevel gehuld was, heeft zij veel overeenkomst met een schip, dat ouder zeil is. Van daar ongetwijfeld al de wondervertellingeu en sagen van hel betooverde Fastnett. De oude lieden langs de geheele zeekust gelooven dat de Fastnett jaarlijks op den eersten Mei vóór zonneopgang de zeilen liijscht en eenen togt naar de Durseii-eilanden onderneemt, die ongeveer 40 mijlen ver aan den noordelijken ingang van de Bantray-baai liggen en nadat zij onderscheidene malen de rotsen, welke aan de zeelieden bekend zijn onder de namen Os, Koe en Kalf, heeft omgezeild, den steven we der huiswaarts keert, ter plaatse van waar zij is uitgezeild het anker laat vallen en het geheele jaar aldaar bewegingloos blijft liggen. Het schijnt echter, dat de Fastnett niet de eenige betooverde plek in die streken is, want negen mijlen ten noorden van de rots, op den top van den 1400 voet hoogen berg Gabriël, ligt een beroemd meerwaarvan de lieden zeggen dat het onpeilbaar is. Ook wordt verhaald dat een heer zijnen wandelstok in den stroom wierp en dat een visscher dien bij Fast nett vond. Voorts vin eene vrouw, welke uil het meer water wilde schep pen tot eene wondeikuur voor eene vriendin, en hare aardenkruik in den vloed liet vallen die na onderscheidene maanden men konde zich niet vergissen ten aanzien der identiteit, daar er een stukje uit den hals ont brak bij Fastnett werd opgevischt. Dit is de reden dat het volk het bestaan vermoedt van een geheimzinnig verband tusschen rols en meer. Wel onderzocht kapitein Tf'olfebij de verkenning der kust in het jaar 1848, den raadsclachtigtn vijver mei zijn dieplood en voud dal hij zeven voel diep wat, maar de goede lieden schudden het hoofd, en zeggen dat dat alles vrijmelselaarskuDSten waren van den kapitein. De Fastnett zal cellier hare zeilen niet meer ophijschen voor haren Wal- purgisvaart, want zij is thans vaslgeankerd. Bij de vreesselijke schipbreu ken in de winters van 1846 en 1847 bewees het bakenlicht van kaap Glear, dat te hoog en dikwijls met wolken omgeven is, slechts weinig hulp. Men vestigde de aandacht op «Ie Faslnett, als geschikter tol eene oprigting van eeDen vuurtoren, daar die rols onmiddelijk op den weg van alle uitzeilende en aankomende schepen gelegen is. Maar de groote zwa righeid bestond in het landen aan de rots. Eindelijk gelukte dit aan kapitein IFol/e, en na de met een gunstig gevolg algeloopen opneming, besloot inen aanstonds aldaar eenen vuurto- icn op te riglen. liet werk werd begonnen in den zomer van 1847, met het houwen in de rots van eene cirkelvormige groeve van 12 voet diep, vervolgens het horen van gaten waarin men ijzeren staven dreef tot steun- sels van hel gebouw, dat de metselaars begonnen op Ie riglen. De werk lieden vonden het in 3en zomer en den herfst van 1847 vrij aangenaam, zij woonden in tenten op den top der rot3 en keken met verrekijkers over het vaste land heen, zoo als zoo vele hunner voorgangers de zeemeeu wen gedaan hadden. Toen men echter in hrt voorjaar van 1848, nadat het werk gedurende den winter was afgebroken geweest, hetzelve hervatte, veranderde het tooncel. He wind b ies scherp uit het noordwesten en de arbeiders be schuiteden kun werk, dat reeds ettelijke voeten boven de rots uitstak, zoo goed zij konden, bedekten het met zware balken, lieten slechts eene kleine opening over om uit en in te gaan, en wachtten ewijgend af wat er gebeuren zou. Des nachts verhief zich de storm en de zee overstroomde de geheele rots met zulk een geweld, dat de manschap vreesde door elke volgende golf in den afgrond mede gesleept te zullen worden. Intusschen werd slechts hun vuur uiigebluscht en het grootste gedeelte van hunnen voorraad weggespoeld, benevens eenige zware stukken ijzereen groot aam beeld en de kraan, waarmede men de bouwmaterialen optrok. De orkaan duurde eene geheele week, en geen vaartuig konde hen naderen," de man schap yan dit eilandschip was geheel doornat en kwam bijna van honger en koude om in een donker hol, zonder ander voedsel dan natte scheeps beschuit. Eindelijk hield de wind plotseling op, de zee bedaarde en zij konden het wagen meer dood dan levend uit het hol te voorschijn te krui pen. Na eenige dagen kwam eene boot zoo nabij als mogelijk wasen met behulp van lijnen die zij zich om het lijf gordden, trok men den een na den ander van de rots door de geweldige branding. De arbeiders herstel den zich spoedig en hebben na dien tijd het gebouw omstreeks 20 voet boven den giond verhoogd; als het voltooid is, zal het 60 voet hoog zijn. Dit is het laatste avontuur van de Tooverrots. Maar eene schitterende ge schiedenis ligt voor haar; in plaats van hare kracht te Terspillen in doel- looze togten, mag ze op groote afstanden hoogst weldadig werken en de memchen hun leven en hunne bezittingen doen behouden. Heden overleed, in den ouderdom van ruim 85 jaren, onze Vader en en Behuwd-Vader JOANNES VENNIX. Nieuwediep, 15 Aug. 1851. N. VENNIX, J. VENNIX, geb. Spigt. Al diegenen welke nog iets verschuldigd zijn aan den heer J. BOLTE, vroeger Apotheker alhier, worden verzocht dit, ter voorkoming van vervol- gingskoslen, vóór den ln Sept. e.k. Ie voldoen aan han den van den Makelaar A. de WALL JANSSENte Helder. vertrekt Vrijdag den 22slen Augustus, des middags ten 12 uur, hebbende uitmuntende inrigtingen voor Passagier* goederen en vee.Te bevragen bij Gebr.'Lurmuhlek Tatlor, Scheepsmakelaars. een HUIS, waarin alle Affaires kunnen worden uitgeoe fend gelegen op een der beste slanden van het Nieuwe- diep. Te bevragen bij S. GILTJES. TE HUUR: een goed ter nering staand KOF- FIJ11UIS en LOGEMENT, genaamd het Amster- damsche leerhuis, staande en gelegen op don hoek van het Marktplein aan den Helder, en waarin voor banden zijn, twee RiLLARTEN, zoo goed als nieuw, en eene DRANKSTELLING. Nadere informaliën bij C. BURGERSMr. Timmerman aan den Helder. Brieven franco. meuwediep bij g. bakker bz, geduukt bij s. giltjes.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1851 | | pagina 4