Hel sloorwchip Madriddal dezer dagen do brievcn- mail uil Lissabon le Londen heefl aangebragl, is lusschen kaap Espichel en Sl. Vincent, bij eone snelheid van 10 knoopen in het uur, op een dwars voor den boeg komenden walvisch gevaren, waardoor aan hel geheelo vaartuig een geduchte schok werd locgebrngt en aan het zeemonster eene belangrijke wonde moei zijn veroorzaakt, dewyl de voorsteven van het stoomschip met ijzer is voorzien. By de feesten die onlangs te Saint-Scbastien plaats hadden, werd in de aanzienlijke kringen een bal gegeven, waarop een schoon meisje, de dochter uit een der aanzien lijkste geslachten, met den zoon van een Spanjaard do pol ka dansten, toen een officier der genie het jeugdige paar plotseling naderde en het meisje met twee dolksteken trof, zoodat zij dood uil de zaal werd gedragen. In de verwar ring wist de moordenaar te ontsnappen, doch kort daarna vernam men dat hij zich reeds vergiftigd had. Een zekere heer Allent heelt een voor het vangen van walvisschen bestemd geweer uitgevonden. Hij werpt cene lans, die, nadat zij in hel ligchaam van don visch is doorgedrongen, ontploft en alzoo aan liet dier eene onmis baar doodclijke wonde veroorzaakt. Dit geweer weegt 23 pond en drijft met eene gewone lading buskruid do lans op 120 voet afstand 6 voet in den grond. Onlangs werd de groote tentoonstelling door eene bui tengewoon dikke dame bezocht, thans weder door eene buitengewoon lange dito uil Lapland; ztj meet zeven voet, en hare dienstmeisjes, die evenwel niet klein zijn, schijnen dwergen bij haar. Het geheelo gezelschap in Laplandsch cosluumtrekt niet weinig attentie. De palissaden, welke de voormalige bastions van de binnenstad le Wecnen van den weg afsloten, worden weg geruimd. Daarentegen worden op do schietkallen van deze werken net gebouwde en van goede verdedigings-werken voorziene blokhuizen opgerigt. Men schijnt te Lyon ernstig beducht le zijn voor ver wikkelingen, bij gelegenheid van hel reglsgeding tegen de democratische oproerlingen, welke onlangs de orde daar ter stede hebben willen omkeeren. Do Jagero volksklassen schijnen nogal bewerkt te worden. - Waar luid van bijzondere beriglen uit Californie was de opbrengst der goudwasschcrijen nog zeer voldoendedoch was, ten gevolge van het onderzoek van een deskundige, op do plaats zelve, het gevoelen algemeen, dat er eerlang vrij kostbare inriglingen, om hel mijnwerk regelmatig te blijven beoefenen, zouden moeten worden daargesleldwelke do opoffering van een groot gedeelte der behaalde voordee- len zouden vorderen. De toestand der openbare aangelegenheden in S. Francisco en elders daar te lande is intusschen niets minder dan uit lokkend en de volksmenigte veroorlooft zich steeds om zelve, dit goedvindende, regl lo spreken en doodvonnissen ten uitvoer to leggen. Dit is onlangs weder het geval ge weest met zekeren Jim Steicarteen vlugleling uit Nieuw- Holland en daarbij een bekende roover, ditmaal beschul digd van diefstal met huisbraak. Hel volk is lo hoop geloopcu heeft zich meester gemaakt van den aangeklaag de, en de agenten der gevestigde overheid gewelddadig belet zich van hem te verzekeren. Hij is te midden van dien hoop, en zonder dat iemand zich daartegen heeft verzet, door de omstanders ter dood verwezenen dadelijkop klaar lichten dag, aan oene goederenkraan opgehangen. Hetzelfde is gebeurd met eene mexicaansche vrouw, welke, ongenoegen hebbende met een mytiwerker, dezen een mes in 'l hart had gesloten. in dergelijken toestand kan het weinig verwondering baren gelijk almede moet hebben plaats gehad, dat de uitgever van een dagblad, welke aan enkele personen aanstoot had gegeven, in zijn huis is overvallen, uit zijn bed gehaald, en, met twee zijner bediendenop de plaats is doodgeschoten. Bij eene der laatste expedilien van liet Engelscho le ger in Bengalen heeft zich het volgende treffende voorbeeld van do schranderheid des olifants voorgedaan: De expeditie bestond uil infanterie, kavallerie en twee kompagnien oli fanten. Op den derden dag van den inarseh barstte een geweldig onweder los en de regen stortte hij stroomen neder. Men bevond zich juist op een dalgrond, en de generaal Lawrencedie beducht was voor eene overslrooming der rivier Soala, gaf hevel om den vloed door middel van eene snel aan to leggen schipbrug over le trekken. De olifanten, ten getale van 21, die de achterhoede uitmaakten, weiger den le volgen, omdat zij verschrikt waren voor de flikke ringen van den bliksem. Zij werden weerspannig, wierpen hunne geleiders en de eskorlerende soldaten tegen den grond, traden hen onder den voet en dreigden met do groot ste ongelukken. Op het vernemen van dit ongeval begaf do Heer Boardkapitein der Cipoys, zich onverwijld in hel midden der weerspannige olifanten. Dezen officier was het gelukt zich hij deze dieren byzonder bemind en ook gevreesd te maken; hij spreekt tot hen op eene wijze, dat zij hem verstaan en hem gehoorzamen. Hij deed hen een quarré formeren, rigtlc eene krachtige aanspraak lot hen, hragt hun hot gevaar onder hel oog, waarmede de geheele divisie werd bedreigd, schetste hun do schande, welke op do oli fanten moes! nederkomenwanneer zij weigerachtig hieven de rivier over le trekken, die reeds door do paarden en muilezels was gepasseerd, en eindigde met de verzekering, dal hij zelf hen vooruit zou gaan. De olifantenvermoede lijk meer door zijne gebaren en den toon zijner stem dan door het begrip zijner woorden tot nadenken en krijgstucht leruggebragtschikten zich gehoorzaam in de gelederen en trokken ondanks de krakende donderslagen en regenvlagen hedaardelijk over de rivier. Op deze wijze kwam het ge heele korps gelukkig aan de andere zijde. Een uur later was do pas verlaten dalvlakte door de overstrooming van den vloed onder water gezel. Een Chinecsch gezin, uit Canlon to Londen aangeko men, bestaande uit een voornaam heer, genaamd Chung- Alaizijne twee vrouwen, behuwd-zusler en vrouwelijks bediende, heeft zich naar het eiland Whigt begeven, ten einde hij koningin Victoria hunne opwachting lo maken. Die lieden zijn gereedelijk toegelaten. Eene iler Chinesche dames heelt voor H. M. gezongen; eene andere heeft cenigo door

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1851 | | pagina 2