AANBESTEDING. IJ D I iT B 1T. 'a 15. Z. M. opent het zittingjaar 185152 met eene troonrede. a 16. Jhr. Mr. J. C. Martens van Sevenhoven aanvaardt het voorzitterschap der E. K. met eene aanspraak. In de T. K. worden 3 kandidaten voor het presi dentschap gekozen: Boreel van RogelandenLuijben en van der Linden, m 18. Jhr. W. Boreel van Hogelanden, bij kon. besluit, tot Voorzitter der T. K. benoemd, aanvaardt zijne betrek king met eene aanspraak. Ingekomen 3 wets-ontwerpen: lo tot wijziging van hoofdst. IX B der staatsbegrooting over 1851; 2o be treffende dadingen omtrent kapitalen wegens groote wegen in Limburg; 3o twee ontwerpen tot wijziging der pensioenen bij de land- en zeemagt. V 19. Het ontwerp-adres in antwoord op de troonrede wordt in de E. K. met algemeene stemmen aangenomen. Het zal op de gebruikelijke wijze den Koning worden aangeboden. Op Woensdag den ln October 1851, des namiddags ten twee ure, zal, onder nadere approbatie, door den Staatsraad Com missaris des Konings, in de provincie Noord-Holland, of bij af wezen door een der leden van de Gedeputeerde Statenin tegen woordigheid van den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat, aan het locaal van het Provinciaal Bestuur te Haarlem, worden aan besteed Het doen van eenige BESTORTINGEN, vóór den teen der Steenglooijing en den daarvoor geplaatsten Kolderregel, aan de oeverwerken van den Achtersluispolder. Deze aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. De bestekken voor deze aanbesteding zullen, behalve aan het locaal van het Provinciaal Bestuur, ter lezing liggen op al zooda nige plaatsen, waar gewoonlijk de bestekken van Waterstaatswerken, in de provincie Noord-Holland, worden ter lezing gelegd. Acht dagen vóór de aanbesteding zal, zoo veel noodig, aanwij zing in loco worden gedaan; inmiddels zijn verdere informatiën te bekomen bij den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat E.deKruyff, te Haarlem en bij den Ingenieur van den Waterstaat P. Caland ta Purmerende. HELDER en NIEUWEDIEP, 20 Seplember 1851. Zr. Ms. korvet Heldinonder bevel van den kapt. luit. ter zee Spanjaardis jl. zondag van hier naar W.-Indie uitgezeild. Z. M. heeft den heer 77. du Casse erkend als agent vice-consul van Frankrijk voor deze plaats; den heer J. Graat benoemd tot Commies bij de Directie der Marino alhier; den heer A. P. de Langeop zijn verzoek, eer vol ontslag verleend als Wethouder der gem. Alkmaar, on der dankbetuiging voor zyno bewezen diensten. Wij vernemen dat de Locsbibliotheek voor het volk alhier, vooral wegens voortdurend gemis van een ge schikt Lokaal provisioneel gesloten is. Het Handelsblad meldt, dat in den Anna-Pau- Ïowna-Polder, en wel in hel 61slo der onlangs publiek verkochte Perceelen, sporen zouden aanwezig zijn, van eene staddie in vroegere eeuwen bij de uitbreiding van het meer Flevo, welligt door don Allerheiligen-vloed, zoude verzwolgen geworden zijnen toenmaals den naam van Verona heeft gedragen. Er zijn nadere onderzoekingen des wege in het werk gesteld, die, zoo wij voor oudheidken ners en liefhebbers wenschen, roet eenen gunstigen uilslag mogen bekroond worden. Inde maand Julijjl. is de ingenieur voor het mijnwe zen C. de Groot, vergezeld door nog tweo ambtenaren en door den heer Loudon, als gemagtigde van Z. K.. H. Prins Hendrik en den heer v. Tuyll v. Serooskerkeverzoekers om concessie tot de ontginning van tinmijnen op het eiland Billiton, derwaarts vertrokken. Naar luid der jongste berigten vandaar, heelt men op genoemd eiland al dadelijk tin-erts ge vonden; daarna verscheidene) putten geboord, die almede tin-erts hebben opgeleverden schijnt aan do mogelijkheid van het welslagen van een linmijnonlginning op dat eiland niet meer te kunnen worden getwijfeld. Tijdens een geweldig onweder boven de stad Carcas- sonne woedde, en een aantal officieren in eene kamer der kazerne vereenigd warensloeg de bliksem in het gebouw. Do elcctrieke vloeistof baande zich een weg, door dak en zoldering, tot de bedoelde kamer, wierp den generaal Le- taingden kolonel Dumor en den luit. kol. Beaupoil de St. Auliaire omver (welke laatste zeer ernstige brandwon den ontving) trof nog een aantal andere officieren in liglero mate, sloeg vervolgens door den vloer, kwam in de kamer van een adjudant le land, opende eene comraodo door het slot te verbrijzelen, vermorselde tot stof eene doos (terwijl de scheermessen, die er in lagen, onbeschadigd bleven) sloeg door een meer dan een half el dikken muur en ver volgde haren loop langs den trap, alles wat tegenstand bood vernielende. Tweo soldalen bekochten dit met hun leven, terwijl een derde er slechts met eene verkoolde hand afkwam omdat hij den zwaren mantel van een der officieren op den arm had, dien hij juist naar boven wilde dragen. Aan het einde van den trap gekomen, baande de electricke vloeistof zich andermaal een weg door een dikken muur, sloeg in den stal, doodde een paard, verliet dien stal om in een an deren te dringen, dooddo daar weder een paard en verdween. De beide paarden dragen geen ander leeken dat zij door den bliksem getroffen zijn, dan eene kleine, ronde en koolzwar te vlek op den kop. Zeer zonderling is het dal de vier hoef ijzers, die zich aan do voorpootcn der paarden bevondener afgerukt en spoorloos verdwenen zijn. Do stad werd inlus- schen door een zwaren regen overstroomd. In Zweden stelt men zich voor, dat de aanzienlijke aankoop van landerijen door Z. K. H. Prins Frederik der Ne derlanden meerdere vreemde kapitalisten de oogen naar dat land zal doen slaan, waar de renten hooger en de plaatsin gen zekerder zijn dan ergens elders. Men is in den vreem de nog niet genoeg overtuigd, dat het zuiden van Zweden dezelfde voortbrengselen oplevert als hel noorden van Duitsch- landen dat do luchtstreek er veel zachter is, hetgeen men aan den kalkachligen bodem toeschrijft. Om zich een denk beeld le vormen van het ruime velddat zich daar voor de liefhebbers opent, zal bet genoeg zijn, dat de uitgestrekt heid van woeste gronden er grooler is dan do oppervlakte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1851 | | pagina 2