A d v e r t e n t i'è n.
HET STOOMSCHIP
GREEN ISLE
LEDEN voor den GEMEENTERAAD.
TWEE BUREN,
m jm
reikte den Tasten grond, van waar hij zich naar den oever sleepte. Naau-
velijks «en weinig van de uitgestane vermoeijenissen bekomen, zagen zij
een inboorling met een geweer gewapend, die naar hen scheen te zoeken.
Het gelukte hun nogtans zich schuil te houden, en later door het geberg
te te ontsnappen waar zij tot den 19den bleven. Doch tegen langer lij
den was de uitgeputte natuur niet bestand; Blake verklaartdat menig
maal bij hem de zucht opkwam om zijnen medgezel te vermoorden en
zich met diens vleesch te voeden; de onlijdelijke honger had elk ander
gevoel bijkans geheel verstompt. Zij waagden het eindelijk, door dien
prikkel gedreven, het gebergte te verlaten, en in een veld af te dalen,
waar onderscheidene landlieden arbeidden. Daar ontvingeu zij rijst en
vleesch; zij moesten echter van den morgen tot den avond op het veld
werken, of aan bet strand naar zekere soort van visch zoeken. Intusschen
waren de matrozen Berris en Harrison in een ander deel des eiiands ge
land waar eene jonk voor anker lag. Zij trachtten die te bereiken het
geen aan Ilarrison gelukte, doch hij werd onmiddelijk onder de oogen
van zijn medgezel onthoofd. Berris voegde zich toen bij de twee andere
geredden. Na verloop van vijf maanden, werden alle drie door hunne
meesters voor zes dollars per hoofd aan andere boeren verkocht door wie
zij niet onvriendelijk behandeld werden. Op het veld werkende, werden
zij de zeilen van de Antilope gewaar, en besloten aan boord van dit vaar
tuig te vlugten. Te Shanghae aangekomen hebben de drie schipbreuke
lingen aan den Brilschen consul een omstandig verhaal hunner lotgevallen
medegedeeld. Op Formosa moeten, naar hetgeen zij vernomen hadden,
zich nog twee blanken in slavernij bevinden. De Cleopatra heeft bevel
ontvangen naar Formosa te stevenen, waarschijnlijk met het doel om na
sporingen dienaangaande te doen. De uitroeijing van de bloeddorstige
horden welke het zuidelijke voorgebergte van Formosa bewonen zoude
niets meer dan eene regtmatige vergelding zijn. In allen gevalle ware
het, ingevolge de traktaten, de pligt van de Chinesche regering- geweest,
de Engelsche autoriteit van het gebeurde te onderrigten, daar men toch
niet kan aannemen, dat zij daarvan onbewust zijn gebleven. De dag der
wraak zal eenmaal aanbreken, en alsdan zal de bemanning van de Ann
de Nerbudda en de Larpent, in het geheel oveV de 200 zielen, welke
koelbloedig aan die ongastvrije kusten vermoord werdea, schrikkelijk ge
wroken worden.
Nieuwediep, in lading naar Londen
vertrekt Vrijdag den 26sten September,
hebbende uitmuntende inriglingen voor Passagiers,
goederen en vee. Te bevragen bij Gebr. Zurmuhlen
Taylor, Scheepsmakelaars.
De STAATSRAAD COMMISSARIS des KO
NINGS in de Provincie Noord-Hollandver
wittigt de belanghebbenden, dat do patsage over de
BRUG, gelegen in den Grooten Weg, No. 4, builen de
Texelsche Poortte Alkmaar, uithoofde van ver
nieuwing dier brug, tot nadere bekendmaking zal zijn
afgesloten.
[In de vorige annonce was abusief melding ge
maakt van de VLOTBRUG, op het Noord-Hollandsch
Kanaal, buiten de Texelsche Poort te Alkmaar.)
Haarlem, 13 September 1851.
Vak EW1JCK.
Men presenteert, op Vrijdag den 26n Sep
tember 1851, des vóórmiddags ten 11 ure, ten
overslaan van den Notaris P. A. BEETS, in den Anna-
Paulonna-Polderten huize van J. WOLVENKAMMER
aan de Houten Schutsluis, om kontant geld, in het open
baar te verkoopen:
114 «tuks gezonde Jonge SCHAPEN eu LAMME
REN, van zuiver Texelsch ras.
Men vraagt met primo November, in eene fat
soenlijke dienst, zonder kinderen, eene MEID van
middelbare jaren, goed kunnonde koken en vérder
huiswerk verrigten.
Bewijzen van eerlijkheid en bekwaamheid kunnende
bijbrengen, vorvoege men zich om inlichtingen by den
Boekhandelaar C. J. HOOGVORST, Kanaalweg over Ti-
voli, No. 81, aan den Helder.
PUBLIEKE VERK00P1NG.
Men is voornemens, op Donderdag don 2den October
1851, des voormiddags ten 10 ure, in het lokaal Tivoli
aan den Helder, ten overstaan van den Notaris J. SCHOON,
publiek te verkoopen:
Eenen netten en zindelijken INBOEDEL, beslaande in
Mahoniehouten- Eikenhouten - en andere MEUBELEN,
als: een LINNENKASJE, twee SECRETAIRES, eene
CHIFFONNIÈRE, een BUFFETKASJE, eone CANAPÉ,
diverse STOELEN en FAUTEUILS, ronde en vierkante
TAFELS, SPEEL- SERVIES- NACHT- cn WASCII-
TAFELTJESeen LEDIKANT met BehangselSPIEGELS
en SCHILDERIJEN, eene PENDULE, een SPEELDOOS
enz. Verder: BEDDEN met derzelver toebehooren,
PORCELEIN, VERLAKT- KOPER- TIN- IJZER-
GLAS- AARDE- en MANDWERK en hetgeen verder
tot eenon completen en goed geconsorveerden inboedel
behoort.
De goederen zullen daags vóór de verkooping ter plaat
se voormeld, kunnen worden bezigtigd.
-{- -f- Bij den Boekhandelaar C. BAKKER Bz. alhier,
•j- is uitgegeven
ZAIENSPRAAI
tusschen
over den uitslag der le stejimikg van
op het Eiland TEXEL.
Op Dingsdag den 9 September 1851.
Afgeluisterd door een belangstellend Burger.
[Voor rekening van den Schtijver.)
Prijs 10 Cents.
hieuvybdihp bij g, bakker bz, gedrukt bij s, giltjbs.