WEEKBLAD vas des
HELDER ei het NIEUWEDIEP.
N°. 41.
1851
Onze Toestand.
Staten-Generaal.
BEREND M A li ING.
WEGENDE JAARGANG.
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz., te Nieuwediep.
De prijs is 80 cents in de drie maanden en voor
da buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats
MAANDAG
^bxgem B g
ADVERTENTIES gelieve men ongeztgeld «vu
den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdsgs des
middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels
is 60 centen, voor eiker, regel meer 15 centen,
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
O 9 O T O 1B E SE.
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VEETOOGEN enz.
In ons nummer van den 22 September wezen wij, naar aanlei
ding van de troonrede, op den gunstigen toestand des lands, in
vergelijking van dien voor 1848.
Wij erkennen, dat eene troonrede niet altijd een juiste maat
staf is, om den toestand te beocrdeelcn; de Eegering zal altijd de
helderste kleuren bezigen, de schoonste partijen in het licht stel
len; ja de ondervinding van voor 1848 heeft geleerd dat de waar
heid niet altijd streng in acht werd genomen. Wij herinneren ons
hoe in de jaren dat wij vijandig tegen Belgie overstonden, den
gunstigen staat der financien geroemd en vermindering van lasten
toegezegd werd, tot dat de beruchte staat B. deed zien, dat tot
dekking der uitgaven en vermindering van lasten de kapitalen van
bijzondere administratien waren aangesproken.
Meer dan de troonrede zal dan welligt bet stilzwijgen van de
oppositie een geruststellend bewijs zijn. Oppositie toch ziet scherp,
zij verschoont niets, zij zoekt naar de zwartste kleuren en tracht
de donkerste punten op den voorgrond te brengen. Dit ligt in
den aard harer stelling.
De oppositie beweegt zich bij ons geheel op het terrein der reac
tie. Van daar, dat haar hoofdaanval hoofdzakelijk tegen kieswet,
provinoiale wet en gemeentewet gerigt is en de grondwet in den
geest van voor 1848 wil herzien hebben.
Zoo lazen wij in het Goudsch Kronijkske van den 1 Junij dezes
jaars, dat de tijd door de leden der Staten-Generaal beter bad
kunnen worden besteeddan met bet tot stand brengen van
wettenenkel bestemd tot voltooijing van het revolutionair re-
n geringstelsel, hetwelk in 1848 aan het overblufte Nederland is
n opgedrongen. De bezadigden en welgezinden vermogen niets
n om te komen tot maatregelen van herstel, dat is tot eene her-
ziening der grondwet van 1848."
Dat deze partij het regeringstelsel revolutionair en zijne aanhan
gers bij uitsluiting de bezadigden en welgezinden in den lande
noemt, willen wij voor ditmaal met stilzwijgen voorbijgaan, maar
wij merken op, dat ip dit oordeel der oppositie de grootste lof
voor de Eegering ligt gelegen. De oppositie der reactie verfoeit
de grondwet van 1848 en hare grootste grieve tegen de ingevoerde
organieke wetten is, dat zij het stelsel der grondwet hebben toego-
past, dat is met andere woorden, dat de Eegering, die geroepen
was, niet om de grondwet tot eenen ijdelen klank te maken, maar
om haar te doen werken, haar pligt heeft gedaan.
Gelukkig eene Eegering wie men geene zwaardere beschuldiging
ten laste kan leggendan dat zij eene grondwetdie met een alge
meen gejuich werd ontvangenen aan eene sinds lang dreigende
spanning een einde maakte, eerlijk ten uitvoer heeft gelegd.
Maar wat zou die oppositie dan wel willen, indien men baar ver
oorloofde de grondwet naar haar goedvinden te herzien? Inderdaad
dit is duister. In hetzelfde blad (straks door ons aangehaald) in
het nummer van 5 Junij komt een betoog voor, boe onder de te
genwoordige instellingen eigenlijk twee of drie personen voor liet
geheele volk bandelen. Van de gelieele Natie stemmen alleen de
kiesgeregtigdenmaar voor dezen handelen alleen de leden van de
Staten-Generaal en deze rijf sectien verdeeldcommitteren vijf zelf
standige rapporteurs, waarvan de meerderheid drie is; welke drie
dus de wil der Natie vertegenwoordigen. Zie daar hoe men door
een kieswet en een eenvoudig reglement van orde een volk aftrekt,
stookt, overhaalt, in een woord, distilleert. Hoe men het volk,
tot caput moriuum. heeft gemaakten geen ander eindresultaat heeft
verkregen dan dit, dat drie clubbisten kunnen zeggen Wij
t zijn de Natie
Het is niet nooöig aan te toonen boe valscb dit gansche betoog
is, maar wij kunnen er dit uit opmaken dat de steller van dit
fraaije stuk de Natie niet wil hebben gedistilleerd en indien het
dan iets beduidt, dan schijnt ons onwederlegbaar toe, dat hij de
Natie (des noods met inbegrip van vrouwen en kinderen) zelve de
wetten wil laten maken, dat hij een onuitvoerbare democratische
republiek wil, nog erger dan de Eransche. Wil het Goudsch Kro
nijkske ons daarheen voeren?
Inderdaad onze staatsinstelling moet al zeer goed zijn, indien
men geen anderen strijd daartegen kan voeren dan een zoo belag-
chelijke.
Scpt. 29, Ingekomen bij de T. K. eenige wets-ontwerpen, welke
in de vorige zitting onafgedaan gebleven waren.
De twee ontwerpen van wet, houdende wijzigingen
der wetten tot regeling van de pensioenen bij de land
en zeemagt, zijn, zonder dat daarover bet woord ge
voerd is, met algemeene (49) stemmen aangenomen.
De BURGEMEESTER der gq^geenle ^Tt«h!cr maakt,
deio aan de belanghebbende» bVRen^j- dal Se Toljaari en
---ft m