Chaiiollo van Angouléme, dochter van Lodewijk de XVI, is in 73jarigen ouderdom to Frosclidorff overleden. Op de kermis te Giossendam is eene kantcnkraam afgebrand. Te Loenen aan de Vecht is een kastelein, onder kerktijd, door een zijner klanten met een mes aan het hoofd en de beide handen verwond. Het geschil tusschen Rusland en Perzië ii vereffend. Te Venhuizon c. a. wordt eene Vroedvrouw gevraagd a ƒ170. De hertog van Leuchteuberg is te Napels afgestapt. De Griekscho wateren zijn van zeeroo- vers gezuiverd. De koning van Pruissen is met zijn con frater van Saksan op de jagt geweest. In Auslralië is een stuk massief goud van 8 pond gevonden. De grootste reeder in Engeland heeft 33 schepen in zee, metende 22,000 ton. Langs de kust van Nova Scotia zijn 100 vaartuigen door storm te gronde gegaan of op strand gedreven. fca-ctgt-fotir t •renar"est De stad heeft een uitermate levendig aanzien. Natuurlijk denkt nie mand die daartoe niet genoodzaakt is aan uitgaan gedurende den dag. Als het echter koel begint te worden schijnt de stad bijna te sidderen door eene aardbeving van rijtuigendie zich naar verschillende rigtin- gén begeven, wier schoone bezitsters visites afleggen, winkels en derge- lijken willen bezoeken en ten laatste op het Paseo verschijnen. Die rij tuigen zijn meestal fraai en sierlijk. Zij worden volante» geDoemd en zijn gewoonlijk met muilezels bespannen die door een postillon in schitterend liycrei bestuurd worden. Onlangs reden wij uit en ik maakte een kleinen uitstap op het land voorwaar een zeer aangename pleiziertogt. Wij re den langs eene breede, gelijke landstraat (welk een wellust voor ons na de wegen van Mexiko!) omzoomd met liefelijk bloeijende rozen en gra- naatboomen in hunne grootste schoooheid. Daarna gingen wij naar het Paseo, waar rijtuigen, zoo talrijk als de muskieten in Havana, in dub bele rijen heen en weder reden allen van een tooverachtig aanzien. Die uitlokkende, luchtige, sierlijk geschilderde volantes, ingerigt als rijtuigen voor Mabde koningin der toovergodinnenen de aetherische wezens daar binnen, met bloemen hekransd en geen ander deksel op hero be vallige hoofden, dan die liefelijke bloesems en hare eigene zware vlech ten van heerlijk zwart haar want zeer zelden dragen zij zelfs hare men- tilla en wanneer zij haar droegen, schenen die keurig gelegde plooijen niet veel anders dan de ligte schaduw van deze rijkezijdeachtige lokken alles was betooverend schoon. Hoe sierlijk behandelden zij hare wsaijersI waarmede zij elkander op gracieuse wijze groetten woaijers van vederen vervaardigd, zoo ligt als de vleugels eener Sylphide! En hare kleede ren! Waarlijk, Arachne moet hen geweven en Iris geverwd hebben. Ik wil trachten drie van deze dochteren van Cubazoo als zij iu hare gemakkelijk» volanle half liggend zaten, met woorden te schilderen. De eene draagt een kleed van het schoonste hemelshlaauwde tweede eene doorschijnende soort van robe, soo fijn als de webbu eener spin en van de zachtste doch prachtigste rozenkleur, en de derde, die in het midden meer naar voren gezeten is, is in het zuiverste leliewit gekleed, ea die tooi dekt haar zoo ligt alsof zij in wolken gehuld waren. Zij zijn alle ge decolleteerd en dragen zeer korte mouwen; hare aangezigten zijn blank als sneeuw, hare wezenstrekken zoo zuiver als die van het werk eens beeld houwers, overheerlijk het haar. Er schijnen daar honderden en duizen den van dergelijke rijtuigen te zijn met even sehoone en bevallige dames daarin die gekleed zijn met alle kleuren van den regenboog roodach tig blaauw, smaragd groen, het dofste siroogeel (wat overheerlijk staat bij hare gewoonlijk pikzwarte lokken) en verscheidene nuancen van allerlei kleuren. De rijtuigen zeiven hebben het aanzien van ontzaggelijke vlin ders, glinsterend in de stralen der ondergaande zonbij de onlelbare menigte bont afwisselende kleurenpracht. Daarbij, hoe wonderschoon zijn de lange dubbele rijen van boomeuaan beide zijden van het Paseo, en de bloemen in den ongemeen liefelijken hemel daarboven; en de prach tige fonteinen, in bassins van gebeeldhouwd marmer nederstortendeen hoe betooverend uitlokkend is de heerlijke temperatuur en de zachte wind van de nabij gelegen zee! Men ziet hier niet, zoo als in Mexico, honderde van Caballerosdie trotsch en prachtvol daarheen rijden, die hunne hengsten doen steigeren en zwenken, tot dat hun zwaar met zil ver belegd tuig u als een bliksemstraal in de oogen schittert. Hier zijn <le heeren doorgaans wandelaars te voet, als zij Diet te lui zijn cn zelven uitgestrekt in hunne gemakkelijke volantes liggen. Zij wandelen op hun gemak en zeer langzaam voorthet wehiekeud onkruid (tabak) rookende eu de schoon* habaneras, die hen in hare loover-bootjes op raderen voorbij rij den aanstarende; men zegt mij dat het hier de mode is, dal een galante sennor, als hij eene bijzonder beminnelijke jonge donna ziet, uitroept »o hoe schoon! hoe beminnenswaardig!" en dat zij hem dan met eeu vriendelijk knikje van haar hevaliig hoofd met: »Gracias Caballcro antwoordt. Ik was in den beginne niet weinig verbaasd oTer liet ant woord der dames op den algemeen gebruikelijken groet: »A los pies de y. Sennorita" (ik lig aan uwe voelen, mevrouw) Beso los manos de VCaballero" ik kus uwe handen, mijnheer.) Doch de waardigs en welvoegelijke wijze waarop zij dit zeiden, scheen de publiek uitgesproken al te groote miuzaamheideenigzins te beperken. Zij was zoo Uolsch gracieus even als de buiging van een gekroond hooflels erkenleuis voor de hulde hem door eenen onderdaan gebragl. De straten zijn buitengewoon naauw, en de volantes met hare ontzag gelijk lange disselboomen en geweldige raderen kunnen daarin niet dan met de grootste moeite keeren, maar gelukkig slaan zij niet ligt om. Ic de voorstad zijn de straten bresder. Eene enkele stilstaande volante, zal menigmaal eene geheele calle (straat) versperren. Al wordt dan de Cale- sero door eenen anderen koetsier verzocht hem voorbij te latendan wordt dit toch niet altijd door de schoone Creoolsche dames, die zich in het rijtuig bevinden, toegestaan, ten minste zegt La coudesa de Slerlin ia haar onderhoudend werk: Viaja d la Ilabana, dat dikwijls eene vrouwelijke stem uit de diepte van den Quitrin of volante klinkt, die roept; n No te muevasJuari, no te muevas por nadic!" Rijke fami- iien houden ten minste eene Tolante bestendig wachtende geheel gereed voor de deur, in geval dat een van de leden der familie soms lust mogt gevoelen lot een wandelriden in de huishoudingen van vele ver mogende personen beeft iedsre dochter, ja ieder kind eene eigene vo lanle! Onder de armere klassen-en arm moeten zij inderdaad zijn, als zij er ten minste niet écn rijtuig op nahouden is het eene vaste gewoonte, uit gebrek aan de noodige ruimte, eenen hoek van de huis houdkamer tot koetshui» in te riglen. En werkelijk werd mij verhaald, dat zij eene fraaije volante (en zij zouden liever honger lijden bij wat chocolade en eene cigarilo, dan geene fraaije volante te hebben) ais een wezenlijk groot sieraad van hunne, overigens niet zeer rijk geineubeleerde kamer beschouwen. Zij ziet er zeer aanzienlijk en regt statig uit met hare reusachtige radereQ en wordt, naar ik hoor, bij sommige gelegen heden als eene soort van verhevene en zeer gezellige canapé door de dames des huizes gebruiktals de kamers bijzonder vol zijnen aldus alsop eenen troon van sierlijk zilverwerk boven hare gasten verheven, onderhouden tij zich minzaam met de aanwezigen, over welke zij vari dat verheven standpunt een vrolijk gezigt hebben. Advertentin Heden vcrlosle zeer voorspoedig van eene DOCHTER R. SEVENHUIJSENgeliefde Echtgenoote van J. ZUSSEN. Helder, 25 Ociober 1851. "KLITen zal door den griffier C. de HEER le Schagen, op J-^JLWoensdag den 29 Ociober 1851, 's morgens elf uur, ten huizo van Willem 1femmele Schagen, iti het open baar te koop aanbieden: Een netton en zindelijken INBOEDEL, beslaande in een Gladhouten KABINET, dito BUREAU, TAFELS en STOELEN, PORCELEIN waaronder vijf stuks Porceleincn VAZEN, SPIEGELS en SCHILDERIJEN, BEDDEN met bun loebehooren, eene aanzienlijke partij LINNEN, KLEEDEREN en TAFELGOED. Eindelijk: JUWEELEN, GOUD en ZILVER, alseen smaakvol gezellen Juwcelen VOORNAALD, drie KAP- SPELDEN en dito RING, vier PAARLSPELDENGou den VOORNAALD en twee dito ZiJNAALDENGouden RINGEN, iTrce dozijn Zilveren LEPELS cn VORKEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1851 | | pagina 3