mm Süm? mm aas»
GEMENGDE BERIGTEN.
Frankrijk, voor hel gevaldal de thans gebruikt wordende
kabel ecnige bcsehadiging mogl bekomen.
Burgerlijke Stand van lO 17 Januarij
1852.
GEHUWD: G. Kossen en A. Bittrie.
BEYALLENC. Denneman geb. Smit, D. N. S. Rao geb. Goraes,
'L. A. Koopman geb. Blank, Z. G. Tan Brederode geb. Kruijer, Z.
S. A. van Rijn geb. SocncveldtZ. D. Sporrij geb. Gal, 1).
W. Dekker geb. tan Grouw, D. G. RummenieD.
LEVENLOOS AANGEGEVEN: 1.
OVERLEDEN: C. J. Visser, 56 j. G. Kitse, 34 j.—C. Molenaar,
58 j. A. Bonles, 48 j. II. Kroon, 47 j.
Een onbekende drenkeling.
Do crediteuren van A. Dumas hebben zijn inboedel lalen
verkoopen. De E. K. is legen den 28ti dezer bijeenge
roepen. In 1851 zijn le Hoorn op do waag gewogen
11,104 slapels kaas, wegende 2,988,433 n. ponden. De
kleermakers le Parijs hebben druk werk mei de nieuwe uni-
lormen voor de minislers cn andere hooge staatsamblenaren.
Z. M. heeft den baron van AyWa van Pallandt van Waar
denburg en Neerynen lol opper-kamerheer benoemd. Te
Kleef is door de policie een fatsoenlijk man gearresteerd om
dat hij op do publieke marktplaats eene sigaar rookte.
Te 'sGravenhago is een alleen gelalen kind in brand geraakt
bij het spelen met lucifers en jammerlijk omgekomen.
25 Jan. afkondiging der fransche constitutie; na dezelve een
prachtig bal. Abd-el-Kador heeft op nieuw aanvraag ge
daan om in vrijheid le worden gesteld, onder belofte van neu
traal te blijven. De opstandelingen in het Palcmbangscho
zijn door do ncderl. Iroepen overwonnen en totaal verslagen.
Aangeboden cene verhandeling over den staal der ziel
lusschen den dood en de wederopstanding der ligchamen a
80 ets. Koningin Victoria is voornemens het parlement op
3 Febr. in persoon te openen. Thiers, Changarnicr en
Lamoricière zijn le Londen aangekomen. Te Manchester
loopen 35,000 arbeiders ledig. De hertog van Lcuchlen-
berg heeft zich naar Egypte ingescheept. Do H. Vader
beeft eene algemeene verordening uitgevaardigd voor do re
geling van het kerkelijk regt van vrijplaats. Te Ramel-
dingen, in Luxemburg, leeft een echtpaar, waarvan de man
106 en zijne vrouw 10 jaren minder teil: beiden zijn nog
frisch on gezond. To Utrecht zal eene kamer van koop
handel opgcrigt worden. Do Sultan heeft 3 gewapende
stoomschepen aan den keizer van Oostenrijk verkocht.
De T. K. zal den 27n dezer haro werkzaamheden hervatten.
Bij Fikkert te Amst. zijn Iractaaljes verschenen, behelzen
de nuttige wenken Toor den landman; prijs per No. 1 cl.
do 100 ex. 75 et. Hel britscho gouvernement wil het
leger mot 20,000 man vermeerderen. Oostenrijk, Pruis-
sen en Rusland verlangen de verwijdering van Mazzini cn
andere volksvrienden uit Londen. De prins-president heeft
do lastige citoijens verbannen, de revolutionairen gedepor
teerd naar Cayenne en de nationale garde ontbonden.
Do hertog van Saxen-Wcimar heeft do spruw en zal lol
herstel naar Europa tcrugkeeren.
□e?" aas: "«j dhe: ra?" «E» -
Eene teekening uit het hooge Noorden.
De onpeilbare vloeden der IJszee rijzen en dalen met eentoonig dol
gekraak en geklots. IJsgevaarten groot en klein drijven op do opper
vlakten daarheen en horten en hotten tegen elkander, tot het zwakkere
gelijk overal voor het sterkere wijken moet. En uit het schuimende
water steekt hijwijlen een zeerob den baardigen kop omhoog en kijkt
als een donker waterspook met zijne groote kallsoogcn nieuwsgierig in
het rond. Andere ijsbergen schijnen wederom aan den bodem der zee te
zijn vastgeklonken. Als rotsgebergten vertoonen zij zich dag aan dag on
veranderlijk op dezelfde plek. Bleek en koud staat de zon aan den zoom
van den horizon, om na korten loop weder te verdwijnen en ailcs in don
keren nacht te begraven. Dan glanst de maan aan den hemelboogdoch
donkere wolken die als zwarte schaduwen voorbij trekken verduisteren
menigmaal ook dit licht. In de flaauwe schemering der gesternten en der,
de ijsschollen bevrachtende sneeuw steekt een log gevaarte uit de diepte
op. Men zou het als tegenstuk lot het vliegend het onbewegelijke schip
kunnen noemen. liet is een spookschip vroeger een walvischvaarder
dat, als aan die plek vastgelooverd zijne berijpte masten met wit verglaasd
want boven denj donkeren romp opbeurt. In en op dat vaartuig is al
lesals in het graf, is alles dood en uitgestorven. Maar neen! daarbin
nen flonkert immers nog een lichtverschijnsel en ligt op een hard leger
een mensch uitgestrekt, wien de vreeselijke scheurbuik naauwelijks eeni-
ge beweging meer veroorlooft. Levend-dood is hij aan zijn graf geketend,
en als vratige gieren, knagen honger en dorst, koude en eeuwige een
zaamheid aan zijn krimpend hart. Zijn flaauvv oog rust op de vlam der
lamp, waaraan een groot stuk walvischtraan nog een lang leven belooft-
Die kwalijkriekendedonker brandende vlam is nog zijn laatste, zijn ec
nige troost, het eenige bijna, dat zijn akelige verblijfplaats van het graf
onderscheidt. Dagen, weken, maanden verstrijken, en zijn toestand blijft
immer dezelfde. Hij, de alleen nog in leven geblevene dien de dood
schijnt te hebben vergeten, kruipt op handen cn voeten uit zijn hol waar
in hij als de veldratai zijne levensmiddelen heeft opgehoopt en sleept
zich naar het dek, waar nog altijd de verstijfde lijken van twee zijner mak
kers liggen, die reeds hun lijden te hoven zijn. Hij rigt ïich op, klemt
zich met heide handen aan het met ijs bedekte touwwerk vast en ver
langend wendt hij den blik naar de zee. Nergens een zeilnog altijd
dezelfde troostelooze vertooning! het wrak nog altijd onbewegelijk op het
ijsveld, waarop het door den storm geslingerd werd! Daar, waar de zon
schijnt, ligt het gezegend vaderland, leeft vrouw en kind Hij wil wee-
nen en het oog kan niet, de handen wringen en zij missen de kracht
daartoeom hulp roepen en de tong gehoorzaamt niet. De nijpende
koude drijft hem weder omlaag naar zijn eenzaam verblijf. Had hij daar
slechts eene rat, eene muis., eene spia of eenig ander levend schepsel
mogen vinden
De zon klom hooger en hooger; er kwam beweging in de ijsschollen,
ook zijn kerker scheen te worden voortgedragen. Zoo het andermaal in
beelding ware! Maar neen, het tol h'ertoe onbewegelijk ijsvild drijft
langzaam voort. Zoo was er althans ,toch eenige verandering ia zijn toe
stand gekomen. Yan nu af zit hij van koude bibberend op het dek en
tuurt zich de oogen blind. Nog altijd geen zeil! "Waarheen drijft hij?
Hij weet het niet; doch de hoop ontwaakt, gelijk het mormtldier der Al
pen bij de aann.idering van het voorjaar. Maar dag op dag scheiden zich
grooter stukken van het ijsveld af en de vlakte, waarop het lek gestooten
schip rust, vermindert gestadig in omvang. Zoo vaak het ijs onder hem
met donderend gekraak vaneen splijt, dreigt ook zijn hart te barsten. Niet
op een vulkaan op een maalslioom slaapt hij, en daarom ook niet min
der gevaarlijk. Reeds ziet hij den ondergang van het schip en daarmede
zijn eigen voor oogen, toen hij op een morgen goedertieren hemel!
een eiland ontdekt, waar ijsvelden met groene vlakten afwisselen! On
beschrijfelijke aanblik
Het wrakke vaartuig dat hem draagt, geheel vergetende wordt hij dooi
het bloot aanschouwen reeds in dronken verukking gebregt. Een dreu
nende knal doet hem opspringen. Niet het ijs een kanon is het dat
daar zoo dondert. Daar doorklieft een driemaster in snelle vaart de schui
mende zee, en een sterk bemande boot roeit op het wrak aan, welks ui
terlijk aanzien tot eene nadere onderzoeking uitlokt. Naauwelijks heeft
de boot den schipbreukeling gered en opgenomen of zij moet ijlings
de vlugt nemen want in het gezigt van IJsland neemt dc verlaten wal
vischvaarder afscheid van het licht. liet stuk gedooide ijs bezwijkt onder
zijn last, de zee opent hare verslindende kaken, en langzaam en dwarlen i
zinkt het schip, waarover de golven klotsend te ramen slaan.