A d v e r l e n i i n.
Publieke Yerkooping op Texel
Publieke Yerkooping ie Texel.
Publieke Yerkooping te Texel
tc Leeuwarden, wolko voor de 3e maal gehuwd is, verlosle
onlangs van 3lingen. De oostenrijksche vloot ligt in de
golf van Muggia ten anker.
2)1 T 1 iR iP 2 tü 1 2 e»
[Eene noordsche legende.)
Er was eens een arme boer, vader van drie zoons. Niet wetende wat
hij_ hun zoude laten ieeren zeide hij: Kinderen, doet wat gij wiltgaat
werwaarts gij verkiest, ik zal u zelfs tot het einde van den weg leiden.
De zoons namen afscheid van hunnen vader, verlietcu de hut, elk langs
eenen bijzonderen weg.
Wat den jongsten zoon wedervoer, zullen wij hier haten volgen.
Terwijl hij des nachts in een groot bosch omdoolde overviel hem een
storm. De wind blies zoo geweldig, de hagel viel zoo hard dat hij n.iau-
welijks zijoe oogen ken openhouden en noch regtsnoch links een voet
pad kon zien. Hij ging op goed geluk af voort tot dal hij eindelijk in de
verte een licht ontdekte. Nader gekomen, zag hij door de vensters van
eene woning een vuur aan den haard. Hij opende de deur en zag eene
oude dienstmaagd bezig met het wrijven van meubeleD. Goeden avond!
Goeden avond was het antwoord.
Kan ik hier vernachten? Ik zou mij zeiven en u beklagen, indien dit
gebeurde; mijne meesters zouden ons beiden dooden.
Dooden wie zijn uwe meesters?
Dieven van de ergste soort. Zij ontvoerden mij toen ik jong was en
hebben mij gehouden om voor huDne huishouding zorg te dragen.
Welnu! zoo veel te erger, op mijn woord! ik blijf, laat er gebeuren
wat er wil! ik ga slapen.
Ik heb de kracht niet u builen de deur te zetten doch ik heb u ge
waarschuwd.
Daarop ging de jongeling in eene andere kamer, waar een bed was en
legde zich ter rust/ maar bij sliep nog niet lang of de roovers kwamen
t'huis. Zij hadden eenige dagen te voren hunnen aanvoerder verlorenen
zijn opvolger was nog niet verkozen.
De oude meid verhaalde hun, dat een vreemdeling zich, ondanks haar
verbod, in de slaapkamer van den overleden kapitein ter rust had hegeven.
Middelerwijl stond de jongeling op en vertoonde zich.
Mijne heeren zeide hij met vrijpostigheid hebt gij een bediende noo-
dig, beschik over mij, gij zult u niet beklagen.
Als gij ods handwerk aanvaarden wilt, zullen wij u aannemcD.
Uw handwerk is mij onverschillig, Mijne heeren, mijn vader heeft mij
vrijheid gegeven te kiezen, wat mij behaagt.
Wilt gij stelen
Waarom niet? dat is juist het moeijelijkste handwerk niet.
Niet zoo gemakkelijk als gij misschien denkt; wij zu!len een proef ne
men van uwe handigheid.
Digt bij het bosch woonde een landman die drie ossen had waarvan
hij een op de markt wilde verkoopen/ dit wisten de dieven van een hun
ner spionnen. Indien de jongeling er in slaagde de drie ossen Ie stelen
zonder den boer kwaad te doen zouden de roovers hem niet als bunnen
bediende, maar als bunnen kapitein ontvangen.
Alvorens te vertrekken nam de jongeling eene fraaije schoen met zil
veren gespen mede, een gedeelte van een aanzienlijken buit. Hij zette
de schoen in het midden van den weg, waar de landman met zijn os
voorbij moest en verborg zich in het kreupelhout.
He! wat een fraaije schoen, riep de boer, had ik de andere, ik nam
ze mede om mijne knorrige huishoudster in een goed humeur te brengen.
Maar als ik haar slechts ééne schoen aanbied, heeft het den schijn of ik
met haar spotten wil; het is dan maar verstandiger dat ik de schoen laat
liggen. Dit zeggende ging hij voort.
Ónze leerÜDg-roover verliet zijne schuilplaats, raapte de schoen op,
maakte een omweg dwars door het bosch en zette de schoen voorde twee
de maal op den weg des landmans.
Wat ben ik dom geweest, dat ik de schoen niet medegenomen heb!
dan was het paar compleetdoch laat ik terug keeren. Om dit haastig
te doen, bond hij den os aan een boom vast. Vervolg hierna.)
CONINCK WESTENBERG C°.Makelaars en Scbeeps-
Agcnlen le Texel, als Iaslhebbcnden van hunnen Principaal
zijn voornemens op Maandag den ln Maarl 1852, des
namiddags 4 ure, len huizo van den Logementhouder
W. MOOiJE, aan den Burg aldaar, door het ministerie
van den Notaris J. L. KIKKERT, publiek te doen ver
koopen
414 Blokken MAGHONY-,
112 dito CEDER-,
8 dito ESPERR1L-
en plus minus 360 Stukken POKHOUT.
Uitmakende de gedeeltelijk geborgene lading van liet
sardinische Brikschip Duca di Genocavan St. DoMiivfio
naar Amsterdam gedestineerd geweest, liggende gemelde
goederen in en bij hel pakhuis op de haven van Texel.
Nadere informatiën zijn op franco aanvragen le beko
men ten kantore van genoemde Makelaars en bij de
heeren Gebr. ZURMüllLEN en TATLOR, Makelaars le
Nieuwediep.
CONINCK WESTENBERG Co.Makelaaars en Scheeps-
Agenlrn te Texolals laslhehbendeii van hunne Principa
lenzyn voornemens na bekomen authorisatioop üings-
dag den 2n Maart 1852, 's morgens 11 ure, op den
Havendijk van T.exel, ten overstaan van den Notaris J. L.
KIKKERT, publiek te verkoopen:
4 Zware ANKERS, 1 KETTING lang 75 vadem,
een DITO, 75 vadem, 2 ZEILEN, 7 WATERVA
TEN, 1 SPIL, -einden KETTINGS, gekapt TOUW
WERK, BLOKKEN, eonig gesloopt KOPER- en
IJZERWERK, RONDHOUTEN en hetgeen verder
zal worden gepresenteerd, alles afkomstig van het
sardinische Brikschip Duca di Genoca.
Voorts:
20 meestal nieuwe ZEILEN, 4 ANKERS, een
KETTING, lang 60 vadem, een DITO, lang 60
vadem, een nieuwe KABEL, lang 60 vadem, een
dito TROS, lang 100 vadem, een KOPEREN POMP,
een LIER compleet, een SPIL, einden KETTING,
Slaand en loopend WANT, WATERVATEN, ROND
HOUTEN en hetgeen venier gepresenteerd zal wor
den alles afkomstig van de oldenbnrger Schoonor Gal
joot deNordstern van Chrisliaansaml naar Bordeaux
gedestineerd geweest.
Nadere informatiën zijn op franco aanvrage le hekomen -
ten kantore van genoemde Makelaars.
CONINCK WESTENBERG C0., Makelaars en Scheeps-
Agcnlen to Texel, als lasthebbenden van bunnen Princi
paal, zijn voornemens na bekomen aulhorisalie op Woens
dag den 3den Maart 1852, des namiddags 4 ure, in het
Logement de Lindeboom, aan den Burg aldaar, ten
O
overstaan van den Notaris J. L. KIKKERT, publiek tc
verkoopen