gio eene lading komt innemen voor de nederlandscho Kolo niën. Aan do werf van den heer F. Smitonder de ge meente Nieuw Lckkerlandwordt do kiel gelegd van een ijzeren barkschip, genaamd Californiagroot ongeveer 400 lasten, voor rekening van de heeren Louis Bienfait en Zoon, to Amsterdam. Dit schip is hel eerste, dat van diu grootte in ons land van ijzer vervaardigd wordt. Uit Frankfort wordt gemeld van 5 Maart: De herto gin van Nassau heeft door middel der dagbladen de vrouwen van allen stand en rang opgeroepen, om door milde bijdragen haar te ondersteunen in hare pogingen, ter verzachting van het harde lot dergenen, die ten gevolge der duurlo van do onontheerlijkslo levensmiddelen aan gebrek en ellende zijn blootgesteld, In de havens van Bremen en Hamburg is de toevloed der landverhuizers zoo groot, dat lot half April alle plaat sen op do afvarende vaartuigen besproken zijn. De prijzen voor de overvaart naar New-York zijn dien ten gevolge te Bremen van 54 op 70 gulden en te Hamburg van 32 daal ders op 40 gerezen. Men verneemt dat de Pininsular and Oriental Steam N avigation Cornpany aannemer is geworden vari het overbrengen der rijks- brievenpost naar en van Indië, China en Engeland, twee malen in elke maand, en naar en van Australië en Engeland om de andere maand. Deze dienst op Australië zal over Indië en den irulischen archipel loopen, en met de twcemaandelijksche dienst eener andere stoomboot-maatschappij langs de Kaap de Goede Hoop naar Australië, eene maandelijksche communicatie met dal wereld deel daarslcllen. Onder de nieuwe dienst zal het brieven vervoer, even als thans, over Southaniplon en Marseille gaan. De pogingen van Oostenrijk om hel vervoer over Triëst te doen loopenzijn niet geslaagd; dit wordt toege schreven aan do minder vriendschappelijke houding van Oostenrijk jegens Engeland. Een vreemd bedrog had dezer dagen in de gemeente Elsloo plaats. Zekere vrouw, als geestelijke zuster gekleed bragt eene vrij bemiddelde weduwe aldaar een bezoek, en gaf voor dat zij in familiebetrekking stond tot zekeren in Bel- gie woneudo geestelijke; lol bevestiging daarvan deelde zij eenige familiezaken aan de ligtgeloovige weduwe mede waar door deze hoegenaamd niet aan het bestaan der opgegeven familiebetrekking twijfelde. Na geruimen lijd te zamen ge keuveld te hebben, maakte de gewaando zuster der liefde zich tot vertrekken gereed, doch vroeg alvorens een bedrag van 100 frs. ter leen, die zij na verloop van eenige uren zoude teruggeven, daar zij bij een notaris to Heerlen geld ging opnemen. Te dien eindo verzocht zij de weduwe om haar door eene harer dienstmeiden te laten vergezellen, die zy dan de geleende som zou ter hand stellen. De weduwe gaf het geld cn eene parapluio, en liet de vreemdelinge door eene meid vergezellen. Gaande weg echter wist de be driegster deze van zich te verwijderen, welke haar dan ook ten slotte geheel uit het oog verloor. Het eiland Cassos, in de Levant, is het looneel eencr vreemde gebeurtenis gewoest. Hel hoofd van eeno der aan zienlijkste familien, Maliariki genaamd, had zich omniet bekende redenen, den haat van een doel der bevolking op den hals gehaald, en sommigen hunner vermoordden hem Ie Alexandria, werwaarts hij zich voor zaken begeven had. Toen zijne vrouw, dochter, zusters en schoonmoeder dit ver namen, grepen zij toortsen en staken daarmede, onder af grijselijk geschreeuw, de huizen der vermoedelijke moorde naars in brand, benovens eene kerk, in welke, naar hare meening, eene aanzienlijke som, aan een dier moordenaars luebehoorendeverborgen was. De overige eilanders grepen nu naar de wapenen, sommigen om voor, anderen omtogen do verwoede vrouwen partij te trekken, en niet weinigen werden wedeizijds gedood of gekwetst. De primaat van Cassos, Ciccoheeft zich, om den toorn der vrouwen en van hare aanhangers te ontgaan, genoodzaakt gezien het eiland te verlaten. Den 17den Februarij heeft een groot ongeluk plaats gehad op den Erie-spoorweg. Een der met reizigers opge vulde waggons, van den trein van New-York, geraakte na melijk uil het spoor, werd daardoor losgerukt en stortte van eene hoogte van 30 voelen in de Dclaware, waar de stroom, door ijsgang bijzonder sterk was. De trein werd, zonder verdere ongelukken onmiddelijk gestopt en men zag toen do ongelukkige drenkelingen om hulp smeekend de armen uit do portieren strekken, terwijl enkelen er in slaagden naar builen te komen en zich boven op den waggon slaande te hou den de plaats waar zich het rijtuig in den vloed bevond, was niet zeer diep, zoodal het water slechts tot aan de helft der geopende portieren reikte. Vermits do waggon 25 a 30 voet van den oever verwijderd lag, was hel uiterst mocijelijk hulp te verleenenna langdurige inspanningen mogt hel evenwel gelukken hem te bereiken, waarna men boven in hel rijtuig een groole opening maakte en zoodoende alle reizigers aan den wal koude brengen de meeslen waren be wusteloos en ernstig gekwetst; drie reizigers hadden het ongeluk met hun leven bekocht. u Het fransche leger in Algérie heeft door eenen sneeuw storm een verlies geleden. Volgens een berigt, dat van regeringswege lol teregtwijzing van overdreven opgaven van eenige bladen medegedeeld wordt, zijn van de kolonne welke door die ramp getroffen is, drie honderd manschap pen waarvan de helft niet ernstig ziek waren in het hos pitaal gebragt, terwijl bij hel appel ruim honderd vermist werden, van welke reeds een aantal later was terug geko men. De inboorlingen hebben naar evenredigheid nog moer geleden dan de fransche militairen; vijf Kabyleri, die den bevelhebber der kolonne lot gidsen dienden, zijn aan zijne zijde door de koude omgekomen. De New-York Tribune behelst een langen brief van den kapitein des walvischvaarders Monongahela nopens het ontmoeten en dooden van de zoo dikwijls vermelde zeeslang den 13n Jan., op 3° 10' Z. Br. en 131° 50' W. L. Na- dal men er in was geslaagd het ondier eenige harpoenen in het lijf te werpen, gaf hel onder een schrikverwekkend ge luid den geest. Alsloen werd het gemeten en bevonden eene lengte te hebben van 103 vt. 7 d. cn omvang bij den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1852 | | pagina 2