WEEKBLAD vaü DES
N°. 14.
Premicn voor de Yisscherïjen.
TIEXDK
Dit Weekblad woral eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz.te Nicuiutdiep
De prijs is 80 cents in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert ïich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats
ADYERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan
den Uitgever in te zenden, uiterlijk Zilurdags des
middags ten 12 ure; de prijs van l tot 4 regels
is 60 centen, vóór eiker» regel meer 15 centen,
behalve 35 centen zegelregl voor elke plaatsing.
MAANDAG
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOOGEN enz.
Uit vroegere vertoogen weet mendat wij geene voorstanders
zijn van de bijzondere voorregten, die aan eenigen tak van indus
trie, zoo het heet, ter bescherming of opwekking, of instandhou
ding worden verleend. Omtrent de visseherijon maken wij dan ook
geene uitzonderingen en echter aarzelen wij niet te verklarendat
de opheffing der premiën, zoo als zij thans langzamerhand wordt
voorbereid, ons in één opzigt hoogst onbillijk voorkomt. Vrije
ontwikkeling, vrije beweging der industrie is onze leuscene indus
trie die zich zonder voorregten en bescherming niet kan staande
houden, is geen nationaal voordeel, al toont men ons ook duizend
personen aan, die daarbij hun brood vinden. De kapitalen die de
ze industrie voedenzullen zich elders plaatsen en daar zeker niet
minder personen aan het brood helpenof wel de door de bescher
ming gedoofde energie van den ondernemer wordt wakker geschud
en geeft eene vroeger ongekende kracht en ontwikkeling aan de
onderneming.
Maar deze beschouwing berust dan ook op de veronderstelling
dat hij, die zichzelven helpen kan en helpen moet, vrij is in zijne
beweging. Een gezond volwassen mensch kan best loopen, maar
wanneer men hem de beencn vast bindt, dient men hem een kar
retje te geven, als men wil, dat hij zich voorwaarts bewege.
Dit is de toestand met onze visscberijen. Haar zijn do beencn
knellend gebonden, en voor dat haar het karretje worde ontnomen
zou het billijk zijnhaar eerst dc beencn vrij te geven.
Als een voorbeeld vestigen wij de aandacht op de bepalingen om
trent de haringvisscberij. Deze is thans geregeld bij dc wet van
12 Maart 1818 en wat dc inwendige policie betreft voor Holland,
door het provinciaal reglement van 7 Julij 182G, voor dc andere
provinciën door de wet van 28 Julij 1801.
Alleen Nederlanders mogen dc haringvangst uitoefenen, geen
vreemdeling mag er deel in hebben, op eenc boete van ƒ2000-»;
als of het eene nationale ramp zoude zijndat vreemdelingen met
hunne kapitalen hier scheepstimmerwerven en touwslagers en zeelui
en wie niet al aan de kost hielpenGeen visscher mag voor een
vreemde dc vangst uitoefenenop straffe van eene gevangenis van
Wanneer men spreekt van eene industrie te regelenmag
men dat veilig vertolken door aan handen te leggeneven als cene
wet tot verbetering van een accijns in het algemeen wil zeggen tot
verhoogitig van een accijns.
zes maanden; geen vreemde haring mag ingevoerd worden; niemand
mag de haringvisscberij uitoefenen, dan na daartoe geautoriseerd
te zijn. De haringvisscberij wordt in twee soorten onderscheiden
de groote, die in zee de haring vangt, kaakt, zout en in tonnen
legtde kleine of versche haringvisscberij met platboomde vaartui
gen, oostwaarts van Yarmouth, in volle zee uitgeoefend wordende.
Het is verboden deze laatste soort te kaken maar biervan kan soms
dispensatie worden verleend. Eindelijk nog is er panharingvisscberij.
Deze haring mag nooit als pekelharing ingezouten worden.
Alle haring, die gevangen wordt, inoet in ons land worden bin-
nengebragt; de schepen moeten, uitgaande of t'huiskomcude, altijd
regtstrecks van de haven naar de visscherjj, of van daar naar de
haven terug koerenzij mogen de haring op zee niet verkoopeti
evenmin als zij vreemde haring mogen inkoopenzij mogen niet
vóór den 24 Junij hunne netten uitwerpen; (dit tijdstip is in de
laatste jaren bij speciale wetten veertien dagen vervroegd). De Pro
vinciale Staten zullen liet tijdstip bepalen, waarop de schepen weer
binnen mogen komen!! De haringjagers mogen in geene andere
haven binnenvallen, dan waaruit zij zijn uitgevaren. Het is ver
boden tusscben de banken van Noorwegen, van Ierland en van
Schotland haring te visschen. De pekelharing mag niet in den han
del gebragt worden, dan nadat zij gekeurd is, enz.
Men ziet uit dit zeer verkort overzigt van de wet, aan hoe vele
banden de haringvisscherij gelegd is; al krioelde het van de heer
lijkste haring op de kusten van Noorwegen, onze visschers zullen
moeten toezien, dat Engelschen of Hamburgers van daar met volle
lading, huiswaarts kceren. Al konden zij in zee hunne lading
met grove winst verkoopen, zij moeten eerst de kosten ma-
ken, die naar het vaderland te voeren, te laten keuren, fusten en
tonnen te laten merken, zoodat met tijdverlies, kosten en verloren
renten, de winst reeds verloren is. Welke aanzienlijke schatten ei-
jaarlijks verloren gaan door liet verbod om do versc.be haring eu
de panharing in te zouten, is moeijelijk te bepalen. De waai-de dei-
vangst, die nu onbeduidend is, zou zeer stijgen en men zou daar
door aan de behoeftige klasse een goedkoop dierlijk voedsel verschaffen.
Bij het Provinciaal reglement worden nog meer banden aange
legd. In iedere plaats waar haringschepen worden uitgerust, wordt
een waterschout, een opzigter, een ontvanger van lastgeldenkeur
meesters van de haring, pakkers van de haring, keurmeesters van
het vaatwerkvan het zout en van de kol en tellers of telsterS van;^
de netten aangesteld.
De zout-haringvisscherij mag alleen uitgeoefend wafjcp. met tfïK-
schepen die razeilen voerenmet eene volle Iiaringvlect zeejÉc-
pen cn ook 20 last haringtonnen onder de Jtiücn k i-usei^Vmt-