Noord-HollandZeeland en Utrecht uitstrekken.
Men schrijft uit 's Gravenhage het volgende:
Het door de dagbladen medegedeelde (uit amcrikaansche
bladen overgenomen) berigt, als zou de japansche regering,
tot handhaving van haar stelsel van uitsluiting, de hulp van
Nederland hebben ingeroepen, wordt alhier in doorgaans
good onderrigte kringen niet slechts voor onwaarschijnlijk,
maar zelfs voor ongegrond gehouden."
Uit eene officiële opgave van het aantal der in Neder
land gevestigde personen die in den loop van het jaar 1851
van daar, als landverhuizers, over zee zijn vertrokkenblijkt,
dal het in het geheel 1196 heelt bedragen, waaronder 178
vrouwen en 599 kinderen. Onder deze personen waren 401
hoofden van huisgezinnen, en onder deze 34 welgestelden
237 mingegoeden en 125 behoeftigen. Uit Zeeland zijn ver
trokken 108, uil Noord-Braband 84, uil Gelderland 72,
uit Zuid-Holland 40, uit Overijssel 34, uit Noord Holland
30, uil Friesland 15, uit Groningen 8, uit Limburg 7, uit
Utrecht 3, en uit Drenthe geene. Van deze hoofden van
huisgezinnen of op zich zelf slaande personen behoorden 177
tot do hervormde 32 tot de afgescheidene 163 tol de roorosch
kalholijke6 tot de israelilischeen de overige tol andere ge
zindten.
De Geneeskundige Courant deelt eenige waarnemin
gen mede: Een persoon, die zoo veel smaak in oude en
scherpe limburgsche kaas had, dat hij een half pond er van
gebruikte, werd er door vergiftigd.
Eene 18jarige dochter van een likeurstoker, die 3 a 4
drachmen aelherische olie van bittere amandelen had gebruikt,
overleed er aan.
De Espanna deelt hol volgende voorval mede: Nabij
het stadje Estella woonde een jeugdig paar, hetwelk slechts
sedert eene maand gehuwd was. Op 21 Maart gingen de
jonggehuwden langs de rivier Erga eene wandeling doen. Se
dert eenigen lijd werd do jonge vrouw door den dernon van
den minnenijd gekweld, en zoodra zij de rivier was gena
derd, stortte zij zich als eene woedende furie in den vloed.
De brave, niets kwaads vermoedende man hief, toen hij zij
ne beminde wederhelft door den stroom zag wegslepen, een
jammerlijk geschreeuw aan eti toen bij geen hulp zag nade
rensprong hij, ofschoon niet kunnende zwemmen, in de
rivier om zijne vrouw te redden. Inmiddels waren op zijn
hulpgeroep eenige personen toegesneld die niet weinig ver
baasd stonden, toen zij de jonge vrouw den man met de ee-
no hand vasthoudende, bedaard naar den oever zagen zwem-
men, on hun hoorden toeroepen, wees niet ongerust mijne
heeren, het is niets; mijn man is gezond en wel, cn ik do
gelukkigste der vrouwen. Ik wilde slechts een bewijs zijner
liefde en nu ben ik volkomen gerustgesteld. De jonge man
vernam later de aanleiding tol dit tooneel, en weet nu, of
schoon ten zijnen koste dat zijne vrouw zeer goed zwem
men kan.
De vertegenwoordiger in het parlement voor Notling-
ham, de heer Feargus O'Connor, die, eenigen tijd gele
den, door zijn onbetamelijk gedrag, zulk eene opschudding
veroorzaakte in hel Théalre Royal Lyceum, heeft thans we
derom eene niet minder buitenspotige daad bedreven. Ette
lijke dagen geleden, ontmoette hij, in eene der zalen van
het lagerhuis, de behoudsgezinde vertegenwoordiger van Ker-
ry, en sloeg deze, zonder eenige reden hoegenaamd, met
zyn hoed in het aangezigt. De vertegenwoordiger van Kcr-
ry bleef het antwoord niet schuldig, en ten slotte delfde de
heer Feargus O'Connor het onderspit. Do strijdenden wer
den daarna gescheiden, en du vrienden van den vermaarden
Chartist koesleren bet ernstige voornemen, om te trachten
hem den toegang tol hel lagerhuis te doen ontzeggen.
Men zegt, dal Lodewijk Napoleoneenmaal tot kei
zer geproclameerd zijnde, de erfelijkheid van den troon in
zijne familie zal wenschen te verzekeren, door een huwelijk.
Hoe ongeloofelijk het ook schijnen mogeverzekert men dat
bereids do noodige stappen zijn gedaan in Spanje, tot ver-
kryging van de hand der dochter van don Franpois d'As-
siseswaardoor dus eene prinses uit het huis der Bourbon*
de gemalin zou worden van den neef van keizer Napoleon.
In do diplomatieke kringen houdt men zelfs staande, dal de
komst van den hertog van Riaiizarcs binnen Parijsgeen an
der doel heeft, dan de mogelijkheid van een dergelijk hu
welijk te onderzoeken en de wcderzijdsche voorwaarden te
regelen.
Volgens beriglen uit Damaskus, wordt thans eene mi
litaire expeditie voorbereid, tegen de uil Arabieren zamen-
gcstelde rooversbendendie zich in den omtrek van de Eu-
fraat ophouden. In die streken zullen tegelijkertijd eenige
militaire stations gevestigd worden, ten einde den handel in
het algemeen en de karavanen in hel bijzonder, tegen de
aanvallen dier rooversbenden te beschermen.
Met de laatste overland-posl heeft men uit China het be
rigt ontvangen, dat de opstandelingen ontegenzeggelijk veld
winnen. Do proclamaliën van de pretendent, Tien Teh,
worden te Canlon openlijk afgekondigd en de autoriteiten
durven du bulletins der denkbeeldige overwinningen van do
keizerlijke troepen niet meer verspreiden. Do gouverneur-
generaal der provincie Canlon wordt door de opstandelingen
in eene zijner eigene steden belegerd en het overschot der
keizerlijke krijgsmagt is onlangs geheel verslagen. De eenige
hoop der Manlliou-dinaitie berust op de verdeeldheden,
die waarschijnlijk onder de hoofden van den opstand zullen
ontstaan.
Den 5n Maart werden te New-York proeven genomen
met eene boot onder water. Een Franschman Alexander
heeft haar naar de Verecnigde Stalen gebragt. De aanzien
lijkste zee-officieren woonden de proeven bij, die aan aller
verwachtingen beantwoordden. De uitvinder liet, op bevel
van commodore Salterzich met nog twee helpers, nadat
alle openingen van het schip gestopt waren, 50 voelen diep
in het water neder. Boven hel schip dreef een kleine
cleclrische telegraaf; anders had hel vaartuig niet de minste
verbinding met de oppervlakte van het water. Na een kwar
tier uurs gaf commodore Salter, door middel van den tele
graaf, een teeken en in twee minuten kwam het schip, tol
verbazing van allen, op de oppervlakte té voorschijn. De
boot heeft den vorm van oen ei, is 30 voeten lang, 10 in
het midden breeduit blik gebouwdmet zoogenoemdu