VERGADERING Advertentie n. eiland Jersey wordt versterkt en Yan geschut voorzien, Te Lemberg is den 7 dezer buitengewoon veel sneeuw ge vallen, welke tol den avond bleef liggen. De fransche troepen zijn slaags geweest met de Arabieren op do grenzen van Marokko 200 dooden en gekwetsten. Te Dalen bij Coe- vordenis een schat in den grond gevonden. De Punch is to Parijs verboden. Z. M. heeft tot HDs. voorlezer be noemd den ex-directeur van den franschen schouwburg. 3L12XikH2)iaVAÏtttattAaiB% Toen in 1813 de Geallieerden in Fraülirijk binnenrukten, en er dage lijks bloedige veldslagen voorvielen, geraakten de gevangenissen en hos pitalen te Parijs opgevuld zoo met vreemde als met fransche soldaten. Talrijk waren vooral de pruisische gevangenen; en nu gebeurde het, dit, onder deze, zich de lyphus openbaarde. De geneesheeren te Parijs, reeds overvloedig met werk bezet, schroomden bovendien het hospitaal, waar de Pruissen lagen en een zoo aanstekelijke kwaal heerschte, te bezoeken, liet was toen, dat de jonge geneesheer Vattemare zich aanbood, hen onder zijn toezigt te nemen; en zijn menschiiuvendheid werd door God zoodanig gezegend, dat het hem gelukte, er velen aan een wissen dood te ontrukken. Toen nu de mogendheden in Parijs gekomen waren en Lo- dewijk XXIII hersteld was, werd Vatttmare verzochtde pruisische konva- lescenten te blijven verzorgen en naar Berlijn te vergezellen. Daar aan gekomen was zijn eerste werk, zijn aldaar gevangen gehouden gekwetste Jandgenooten op te zoeken, en nu verzocht hij ais gunst, hen te mogen •verplegen. Dit werd hem toegestaan en ter belooning voor de doorhem betoonde raenschlievendheid werd hij met een pruisische orde begiftigd. Napoleon keerde uit Eiba terug, en nu werd van wege het pruisische gouvernement aan Vatttmare den voorslag gedaanzich bij het pruisi sche leger als officier van gezondheid te verbinden. Hij weigerde als on genegen de wapenen tegen zijn vaderland te dragen. üf Napoleon,11 zeide hij, «dan wel of de Bourbons regt hebben op den tioon van Frank- rijk, wil ik hier niet onderzoeken; maar ik zal nimmer een vreemde ko karde voeren bij een leger, dat zich tegen Frankrijk wapent.Deze wei gering had ten gevolge, dat men hem krijgsgevangen verklaarde en ver bood Berlijn Ie verlaten. Inlusschen bleef hij hier zeer gezien en was een welkomen gast in vele fatsoenlijke huisgezinnen. Dit had hij voornamelijk te danken aan een eigenaardige bekwaamheid welke hij bezat, om alle geluiden van men- sclien dieren, werktuigen enz. op eene bedriegelijke wijze na te boot sen, en hiermede de gezelschappen, waar men hera ontvingzeer te ver maken. Dan, met de schalksche onbezonnenheid, der jeugd eigenlegde hij dit talent aan den dag, ook op eene andere wijze, die hem in 't ge drang had kunnen brengen en toch in de uitkomst den grond legde tot zijn for tuin. Hij deed namelijk op straat stemmen van twistenden hoorenge roep van brand en moord, kreten van oproerigen aard enz.in één woord, hij bragt eens op een machtde geheele bezetting van Berlijn op de been. Ook de verborgenste dingen raken bekend zoo werd het ook ruchtbaar wie de opschudding verwekt had en Vattcmare werd bij den gouver neur der stad ontboden. Hij dacht nu niet anders dan dat hij naar de gevangenis t« Potsdam zou gezonden worden, maar hel viel beter uit. De gouverneur ontving hem met opene armen, Terklaarde, zeer gelagchen te hebben over de wijze, waarop hij de bezetting gemystificeerd had, en verzocht dat Vatttmare aan hem en eenigt daar aanwezige heeren een staaltje van zijn talent zou geven. Vattemare was blijde, er zoo gemakkelijk af te komenen liet zich niet bidden. Toen hij gedaan had drong nogmaals de gouverneur bij hem aan, dat hij dienst zou nemen bij de Pruissen, en nadat dit voorstel nog maals was afgeslagen stelde hij hem drie rolletjes met thalers ter hand die onze geneesheer opstak, niet weinig verbaasd, met buikspreken in een balf uur meer te verdienen dan met zijn praktijk in een half jaar. Toen hij zich verwijderde werd hij op den trap gevolgd dooreen heer, die zeer aandachtig had zitten luisteren, maar geen woord gesproken had. Mijn heer zeide deze, «ik ben de hertog van Caramarafgezant van Z. M. Lodewijk XVIII; en als Franschman yrees ik het antwoord dat gij op het voorstel des gouverneurs gegeven hebt. Ik stel belang in u en om u dit te bewijzen, geef ik u den raad, het verwonderlijk talent, dat gij bezit, tot een bestaansmiddel aan te wenden. Gij zult er een vermogend man door worden." Ook dit voorstel wierp Vattemare verre van zich weg, zeggende dat bij nooit anders dan eeu eervol beroep bij de hand zoude nemen. «Mijnheerhernam de hertog, «het iz niet het beroepdat den man, maar de man, die bet beroep vereert. Denk na over hetgeen ik u ge zegd heb en gij zult er u wel bij bevindenmijn raad gevolgd te hebben." Aldus scheidden zij, en Vattemare dacht aan alles behalve aan het op volgen van den hem gegeven rand toen zich op zekeren dag etn dame bij hem aanmeldde, die zijn hulp kwam inroepen voor eene familie van adelijke fransche geëmigreerdendie zich ia de uiterste behoefte bevond. Vattemare betuigde zijn leedwezen haar geen ondersleuning te kunnen geven, hij bezat niets en had zelfs de hem geschonken ihalers onder de fransche gevangenen uitgedeeld. «Zeg niet dat gij ons niet helpen kunt," zeide de dame, «al onze hoop is op u alleen gevestigd gij hebt slechts een vertooning uwer be kwaamheden te geven en de opbrengst daarvan tot dit liefdadig doel te besteden en wij zijn gered." Het kostte haar vrij wat moeite Vattemare over te halen doch einde lijk gelukte het. Hij gaf een openbare vertoooing en het resultaat was zoo zeer boven alle verwachting, dat hij het nog twee of drie reizen her haalde en daardoor in staat gesteld werd, niet alleen liet verarmde gezin geheel uit de verlegenheid te helpen maar zelfs de kinderen op goede scho len te doen en aan de ouders de geriefelijkheden des levens te verschaften. van den RAAD der gemeente Heidér, op Dingsdag den lsten Junij 1852, des avonds ten 7 ure. J. D. STEFFENS Iterigt bet geëerde Publiek dal bij nog tot 15 Junij a.s. alhier werkzaam zal zijn; gelogeerd bij F. Landmanin het Amster dam scha Veerhuis. Men is van meening, om op Maandag, den 14den Junij 1852, des vooriniddags te elf ure, ten huize van Klaas de Goede, kastelein aan de Scha- gerbrug in de Zijpe, in hel openbaar Ie verkoopen: 1. Hot REGT VAN OPSTAL van een stuk grond, gele gen in den Anna Paulovona Poldergemeente Zijpe, sectie I, No. 405, groot 5 roeden, 44 ellen, met het daarop staande NIEUWE GEBOUW tusschen de van Ewijksluis en stoommachine. 2. Hel REGT VAN OPSTAL van een stuk grondgele gen als voren, sectie 1, No. 408, groot 10 roeden, met hel daarop staande NIEUWE GEBOUW, hij de houten schutsluis. Breeder bij biljetten omschreven. Nadero informatica zijn te hekomen ten kantore van den Notaris Abr. P. de LANGE, to Schoorldam. op Maandag 31 Mei. Dans en Entrée vrij. Kinderen alleen of zonder opzigt worden niet toegelaten. op Maandag 31 Mei. Aanvang des avonds 8 ure, ten huize van F. LANDMAN, aan den Helder. RIEUWBDIEP BIJ C, BAKKER BZ. GEDRUKT RIJ 8. GILTJE3.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1852 | | pagina 4