ttvse«lG" "er W DES M ABT gou- Waarborg en belasting der den en zilveren werken. TIENDE JIARG IVT., K°. 31. Dit Weekblad wordl eiken M landag-morgen uitgegeven bij O. BAKKER Bz.te Nieuwediep. De prijs is 80 cents in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert ïich bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. M A A N D A G 1852. ADVEKTENTIEIV gelieve men ongeregeld am den Uitgever in le zendenuiterlijk Z.-iturd <gs des middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot -i regels is 60 centen, voor eiker, regel meer 15 centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. 26 J1IL IJ. STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOOGEN enz. Het voorgedragen wetsontwerp omtrent den waarborg en de be lasting der gouden en zilveren werken moge reeds door de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn aangenomen, bet is daarom toch niet zonder belang gewordende aandacht op de gehoudene be raadslagingen te vestigen. Zij geven de overtuiging, dat deze wet niet anders kan zijn, dan eene wet van overgang en als zoodanig heeft zij de stemmen ver worven ook van eenigendie met de beginselen der wet niet wa ren ingenomen, maar slechts uit den tegenwoordigen volstrekt on- houdbaren toestand wenschten te geraken. Die termijnen van overgang kunnen zeer lang duren en het is daarom te betreuren, dat het denkbeeld van den heer Metman om in een slotartikel een termijn te bepalen binnen welke de wet herzien zou worden, geenen ingang heeft gevonden. Men is uit een stortregen onder een boom gaan schuilen, ofschoon men weet, daar ook onder den drup te zullen staan. Daar zal men nu lang staan! Ware het niet beter geweest een paar stappen verder door den regen te gaan en dan onder een digt gesloten dak te sclruilen De wet is zeifs door den minister veroordeeld toen hij verklaarde dat hij de laatste zou zijn om zoodanige wet voor- tedragen, als er niets reeds een wet omtrent de materie bestond. Dc redenering schijnt niet zuiver. Wat men afkeurt, schaft men af, maar stelt zich niet tevreden met een gewijzigd behoud. Er zijn twee oogpunten waaruit de wet beschouwd kan worden. Of als maatregel om de koopers van gouden en zilveren werken tegen bedrog te waarborgen, of als fiscale maatregel, als middel van be lasting, Uit bet eerste oogpunt is het ontwerp uitvoerig door den heer Meiman bestreden. Hij wees er op, hoe vroeger de Regering in allerhande zaken vaderlijk tusschen beiden kwam. om bedrog tegen te gaanop de reglementenom de kwade practijkcn met betrekking tot de meekrap tegen te gaan; op die, waarbij de deug delijkheid van specerijen werd gewaarborgd; die ter voorkoming van bedrog in den verkoop, alsmede ter conservatie van do oude fleur onzer manufacturen, van onze lakens, van onze zeildoekmakerijen, van den handel in katoen en lijnwaden, van onze zeepziederijen ja zelfs, om te vrijwaren tegen misleiding met betrekking tot het papier, opdat den onkundige niet als schrijfpapier zou worden in de band gestopt zoodanig papier, waarop de inkt vloeide! Al die reglementen zijn verdwenenhet laatstedat omtrent de meekrap, waarvan de industrie, kwijnende onder de bescher ming, zich thans schitterend ontwikkelt. Zoo zal het ook gaan met de nijverheid der gouden en zilveren werken, zoo ook hare vrijheid wordt geproclameerd. De beste controle op de misleiding is het eigenbelang der koopers zeiven. Tegen opzettelijk bedrog- waakt het strafwetboek. Maar, zegt men, liet groote publiek heeft geen genoegzaam verstand van goud en zilver, om te kunnen be- oordeelen, wat het krijgt. In den stempel des rijks vindt het zijne zekerheid. Maar kent het publiek de hieroglyphische teekens van den waarborg en weet het den stempel van vreemd goud, dieniets waarborgt, van dat van 22 karaat te onderscheiden? Neen het publiek koopt het ornament, om de fraaijc bewerking, zoo als met al de van buiten af ingevoerde werken het geval is, of het gaat at op het crediet van den verkooper. De heer van der Linden merk te zeer juist op, dat al beveelt men den verkooper in zijn winkel de figuren der stempels vergroot voor te hangen, met eene verkla ring van wat zij beduiden, en al dwingt men den verkooper, om den kooper een loup in handen te geven, om zelfden stempel daar mede na te gaandan heeft de kooper nog geen de minste zeker heid, dat hem de juiste prijs gevraagd wordt. Het is een ver ouderd denkbeeld, om te hulp te komen aan de ligtzinnighcidde onkunde en de domheid van de koopers waarom de zorg dan al leen voor den waarborg van goud en zilverwerk? Waarom dan ook niet gezorgd voor den waarborg van ijzeren wagenassenvan spoorstaven en van honderd andere zakendaar men meer belang bij heeft dan bij gouden voorwerpen? Met al die waarborgen doodt men de industrie, die alleen in vrije beweging zich ontwikkelen kan. Wat antwoordde de minister op deze bedenkingen dat hij uit een theoretisch oogpunt het denkbeeld geheel en al zou zijn toe gedaan om den waarborg aftcschaffendat er voor de afschaffing gewigtige gronden zijn bijtebrengenmaar zegt hij, .velen achten .den waarborg van hoog gewigt en ik geloof dat de meerderheid .der fabriekanten cr voor zijn om den waarborg te behouden." Dit is geen argument. Er is zeker niet één van al die be schermende reglementen afgeschaft, die nog niet door velen op hoogen prijs werden gesteldcn niet door sommige fabriekanten verdedigd werden. De vraag is zijn de gronden goedwaarop men dien waarborg verlangt te behouden Waarom verlangt men het behoud?Het eenige, wat naar een argument gelijkt, is de opmerking, dat in de voornaamste landen van Europa, een waar borg bestaat cn dus het publick liever vreemde gestempelde wer ken dan inlandsch ongestempeld zonde koopen. Is die vrees ge grond? Het publiek weet dat liet van buitenslands ingevoerde goed over het algemeen slecht van gehalte is, cn indï&ï dcrhal.e f

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1852 | | pagina 1