Adve r i e n i i e n Allenlie Hfl. Winkeliers! rapporten in te winnenDit is in zeven en een halve maand niet ver gevorderd; maar.... Schagen moet ook mede betalen, en als koopman berekende ik eens of dat hier een punt van bezwaar kon zijn, om de zaak maar te laten rusten en uit te stellen. Evenals de rekening voor Schagen wordtwordt die voor elke andere hier betrokkene polder, laat ons dan eens zien. Schagen heeft 1561 bunders land, als nu de te maken onkosten over 40,000 bunders omgeslagen worden bedraagt dat een 26ste deel in de onkosten; wanneer, het geheele werk 300,000 kost, moet Seliagen daarvan voor zijn rekening betalen ƒ11,540, waarvan de intrest tegen 5 ten honderd, de som van ƒ577-- bedraagt; maar wat wordt hier door uitgewonnen? De strijkmolens kunnen gemist worden, maar wat hebben die jaarlijks gekost dat was mooijelijk want men had vergeten de polderrekening op het raadhuis ter visie te laten liggen, zoo als geadverteerd was maar een goed vriend wist mij te zeggen dat er op de rekening van 1851 ƒ2584.98 in uitgaaf wasgebragt voor kogge-en strijkmolens, doch dat er ƒ484,10 in ont vangst was gebragt wegens restitutie, dat blijft voor uitgaaf ƒ2100,88 behalven de traetementen der molenaars alsnu het Kanaal gemaakt wordt en de kogge of strijkmolens kunnen weg geeft dit eenc winst van ƒ1523 in het jaar boven de intrest, zoodat het aandeel van den sehager polder uit bet onderhoud der te vervallen molens en dus zonder dat cr eenige verhooging van lasten, zoo als met het aan leggen van straatwegen het geval isbehoeft plaats te hebben in zeven jaren zichzelven betalen kan als de rekening van mijnen vriend maar goed is geweest. Kan Schagen in zoo weinige jaren uit de dadelijke winsten van minder onderhoud, het gcheclc bezwaar van het te graven Ka naal te boven komen, evenzoo zal bet toch met onzen polder het geval zijndat een groote aanwinst voor ons cn onze nakomeling schap zou gevenals men in het vervolg het water uit de boezems zoo maar zonder molens kan kwijt worden, en onze poldermolens geregeld door kunnen werkendat eene noodzakelijke behoefte is en vooral ook de geregelde spuijing, dat hebben wij nu korte da gen geleden, nog gezien, daar de d k van de schagerwaard omtrent doorgebroken is geweest, gelukkig dat het bij dag wasanders ware de schagerwaard gewis onder geloopen. Eenmaal het Kanaal daar zijnde, zullen de ligte dijken of knaijen minder last van hoog wa ter hebben en dus ook zoo ligt niet doorbreken. Ik geloof dat er met het koopmans oog beschouwd, een aardig kapitaaltje te ver dienen valt; zoo geheel in de kaart laten kijken dat doe ik niet en nu zeg ik er voor ditmaal niet meer van. Elk rekene maar eens na of ik fout heb gehad in deze rekening. In ene der vergaderingen der maatschappij van wijsbegeerte te Liver- poo!was eene voorlezing gedaan, de stelling betoogernledat de aan den mensch onderworpene dierlijke scheppingverstandelijk vermogens bezit. Talrijke opmerkenswaardige proeven werden daarbij aangewend om de waarheid dezer stolling te bewijzen. Eene kat was in den ontvan ger van de luchtpomp geplaatst, een toestand waaiin zij zich nooit tevo ren had bevonden, en toen de lucht werd weggepompt, en zij het lastige daarvan ondervond, zag zij naar middelen uit, om aan liet onbehagelijke van haren toestand te genioet te komen. Eindelijk plaatste rij haren poot op de opening, waardoor de lucht ontsnapte, en belette op die wijze, het verdere ui'pompen daarvan. Plaats eene kat in een houten bak, en laat dien vlot op het water drijven, en gij zult bespeuren, dat zij onophou delijk zal trachten, hare stelling daarin zoodanig te riemen, om het om kantelen te voorkomen. Verplaats bijen van de eene landstreek naar de andeie, die ver van de eerste verwijderd is, en zij zullen gedurende den eersten zomer, niet van hare gewoonte afgaan; doch in den tweeden zo mer schikken zij zich naar de verschillende omstandigheden harer nieuwe woonplaats. Van Europa naar West-Indië overgebragl verzamelen zij in den eersten tijdeen voorraad honig als naar gewoonte doch spoe- di<* bemerken zij, dat gedurende het geheele jaar, bloemen om haar he nen bloeijenen dat het onnoodig is een voorraad van honig voor den winter te verzamelen weshalve zij zullen ophouden haren korf te vullen. Indien de nakomelingen dezer bijeu naar Europa worden teruggebragt vindt in tien beginne het omgekeerde plaats, doch vervolgens zullen zij hare gewoonte, die zij in de keerkring'gewesten volgden, afleggen. De bepadde stelling der voorlezing bestond daarin, om aan te toonen dat de zoogenaamde onredelijke dieren, niet zoozeer beneden den maat staf van het menschelijk vernuft staan als wel verondersteld wordt. On der de meer merkwaardige daadzaken, Ur tafel gebragt, om deze stelling te bewijzen, was er eene van l)r. IV ar wiekdie wel waardig is te wor den vermeld. Toen hij namelijk te Dunham woonde, het landgoed van lord Stamford en JVarringtonwandelde hij op zekeren avond in het park, en naderde een vijver, waaruit van tijd tot tijd visch voor de tafel werd gehaald. In zonderheid trok zijne opmerking een fraaije snoek van omstreeks zes pond zwaar, die, zoodia hij hem bespeurde, haastig wegschoot. Zoo doende, sliet hij tegen een haak, die zich aan een paal in den vijver bevond, en kwetste zich aan den kop. De smart, die het dier ondervond scheen ont zettend te zijn. Hij snelde naar den bodem van den vijver, boorde zijn kop in den modder, slingerde zich mei veel snelheid in het rond; dat hij voor een oogenblik bijna uil het gezigt verdween; vervolgens spartelde hij door den vijver heen tot dat hij eindelijk zichzelven geheel en al uit liet water op den oever wierp. Nu schoot de doctor toe, onderzocht liet dier, en bevond, dat een zeer klein gedeelte der hersenen uit de breuk iu het bekkeneel te voorschijn kwamen. Hij bragt dit zorgvuldig op zijne plaats terug, en ligtte hel getande gedeelte van het bekkeneel, door middel van een zilveren tandenstoker, een weinig op en legde den viscii daarop weder in den vijver. Het scheen aanvankelijk dat het dier groote verlichting ondervond doch na verloop van weinige minuten spar telde hij door den vijver als te voren en wierp zich andermaal op den oever. Ook doctor JVarwick deed andermaal vrat hij vermogtom het dier verlichting aan te brengen, en zette daarop den snoek wederom in het water. Deze ging echter voort, met zich zeiven verscheidene malen op den oever te werpen en de doctor maakte met den bijstand van den jager, voor den visch eene soort van hoofdkussen in den vijver, en liet hem daarop aan zijn lot over. Toen de doctor den volgenden morden den vijver naderde, kwam de snoek aan den kant van het water naar hem toe en legde werkelijk zijn kop op des doctors voet. Dit kwam JV arwick zeer opmerkelijk voor; hij onderzocht het bekkeneel van den visch, en zag, dat het zich in goeden staat bevond. Hij wandelde daarop gedurende eenigen tijd langs den kant van den vijver, nu eens voorwaarts en dan weder terug, en de visch zwom met hem mede, ziel) omkeeren<le wan neer hij zich omkeerde; doch blind zijnde aan de gewonde zijde van zijn bekkeneel scheen hij altoos onrustig te zijn wanneer hij die zijdenaarden oever had gekeerd en hij alsdan niet in staat was zijn weldoener te zien. Den volgenden dag nam JVarwick eenige jonge vrienden met zich om den visch te zien die weder als naar gewoonte tot hem kwam; en eindelijk leerde hij den snoek hem werkelijk op zijn fluiten te naderen, en voed sel uit zijne hand aan te nemen terwijl het dier voor liet overige om trent andere lieden voortging, de gewone schuwheid van een visch aan den dag te leggen. Dr. JVarwick oordeelde hierbij als de merkwaardig ste omstandigheid de dankbaarheid in een visch voor eene ontvangene weldaad en daar hel dier ten allen tijde op zijn fluiten te voorschijn kwam, bewees hem zulks datgene, wat hij eertijds, met andere natuur kundigen had betwijfeld, namelijk, dat yisschen vatbaar zijn om het ge luid te vernemen. Een geroutineerd WINKELKNECHT, bekwaam voor hel Tabaks- en Kruidenicrsvakzag zich gaarne dadelijk of later verplaatst, onverschillig bier of elders. Adres franco onder lelt. A, B, C, bij den Uitgever dezes. Wordt gevraagd een fatsoenlijke LOOPJONGEN lol bet djOen van boodschappen. Adres bij den Uitgever dezes. tlIEUWEDIF.P BIJ C. BAKKEK BZ, -GKDUEKT BIJ 9. GJI.TJE9.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1852 | | pagina 4