Adver leutin Leesbibliotheek voor liet Volk. 218de 15STA ATS-LOTERIJ. ƒ20,000 op n°. 15124. 1,000 12453. HARMONIE-CONCERT en BAL, door belofte van aanzienlijke belooning voor de genezing der vorstin zouden kunnen worden overgehaald naar Nepaul te komen. Deze raad werd opgevolgd, en het gezantschap had dit gevolg, dat vele Brahminen, die als beroemde ziektenverdrijvers bekend stonden tijdig bij het hof aankwamen. Al hunne kunstbetooning bleef nogtans zonder de gewenschte uilkomst. Het leven der kouingin werd wel behouden maar de pokken hadden hunne onuitwischbare sporen achtergelaten. Zij had besloten dat de koning haar niet zoude bezoeken noch zien voor dat zij geheel van de ziekte zoude zijn genezen. Toen de kwaal geweken was deed zij 'zich door hare kamenier een spiegel brengen. Het gezigt dal zich r.u van hare misvormde schoonheid aan hare oogen vertoonde maakte op haar een verschrikkelijken indruk; zij zond hare bedienden weg en nam vergift in. De plantenvergifien van Nepaul hebben eene snelle werking en zijn altijd doodelijkalthans tot op den huldigen dag heelt men nog geen tegengift ontdekt. Binnen weinige minuten was de koningin een lijk. Toen de koning vernam, dat haar leven geëindigd was, vloog hij de kamer binnen waar het lijk lag en terwijl hij hel liefkoosde verviel hij in eene ontembare woede. Ilij vervloekte zijn koningrijk, zijne ge- neesheeren en de goden van Nepaul en zwoer wraak te nemen jegens hen allen. In de eerste plaats ontbood hij de ongelukkige geneesheeren van Banaresschold hen voor leugenaars en bedriegers en gelastte dat zij in zijne tegenwoordigheid duchtig gegeeseld en hun het regter oor en de neus zouden afgesneden worden. Dit bevel werd.stiptelijk vol- bragt en vervolgens werden de in dezer voege gestrafte geneeskundigen als een waarschuwend voot beeld voor alle latere bedriegers naar het britsche gebied terug gezonden. Nu kwam de beurt aan de goden; hij hoonde hen verregaand beschuldigde hen dat zij onder valsche voorspiegelingen 12000 geilen, ruim 100 pond confituren, 2000 gallons melk, enz van hem hadden genoten en bedreigde hen met yoorbeeldelooze bestraffing wegens de opzettelijke misvorming zijner gemalin. Daarop beval hij dat nl de kanonnen benevens de te Katrnandu aanwezige amunilie voor zijn paleis zouden worden gehragt. Nadat dit was geschied deed hij het ge schut tot aan den mond vol laden en trok nu met hetzelve naar den be roemden tempel van Paspatunth, waar al de afgodenbeelden zich bevin den. Yoor deze beelden werden nu de kanonnen geplaatst en die van het zwaarste kaliber voor de hoogste godheid. De koning gaf alsnu het bevel tot losbranden doch zoowel eenige der officieren als der soldaten door schrik bevangen, logen op de vlugtanderen weigerden, uit gods- dienstigen zin den last te volbrengen en niet eer dan nadat een aantal artilleristen ter neder waren gesabeld kon men de overige doen beslui ten te gehoorzamen. Nu donderden de kanon-salvos en onder een ver vaarlijk gedruisch stortten de goden en godinnen van hunne lot dusver als heilig beschouwde standplaatsen neder; zes uur duurde de kanonnade onafgebroken voort; maar toen waren ook al de beelden tot puin en gruis verbrijzeld. Hetzelfde lot trof ook de bedehuizen. De priesters namen de vlugt en velen reddeden zich gelukkiglijk op het britsche grondgebied zij echter, die niet zoo gelukkig waren, worden gevat en onthoofd. Nu was de toorn van den koning bekoeld, maar hij zwoer, dat binnen zijn gebied nimmer weder een afgodenbeeld zoude worden opgerigt, voor dat zijne overleden koningin hem teruggegeven ware. Het laat zich wel be grijpen dat zijn leven geen langen duur had; de grooten zijns rijks die van zijnen toorn en zijne wreedheid alles te duchten hadden daar zelfs de goden geene genade bij hem hadden gevondenspanden zamen en gaven hem den dood. Het bestuur van Tabitha noodigt ten vriendelijkste alle Daraes dezer plaats uit, om door het maken van een of an der handwerk to willen bijdragen lot de verloting, welke in het laatst der maand October zal plaats hebben, ten voor- dcele van het fonds. Bij het rondzenden der contributie- lijst zal tevens eene algemeeno verantwoording over hel verle den jaar gedaan worden. Heden werd de jongste onzer lievelingen ons door den dood ontrukt. Helder, 3 September 1852, F. THIE. H. TI1IE Morra. Eenige kennisgeving. De ondergeleekende heeft do eer te berigten, dat hij zich alhier gevestigd heeft in bet vak van KRUIDENIERS WARENaan den Kanaalweg, tegenover den Houzaagmolente Nieuwediep, Verzoekt een ieders gunst en recommandatiebelovende eene prompte bediening. H. H. A. tak MEERBEECK. Al wie weder of op nieuw bij de wederopening der Leesbibliotheek, daarvan gebruik zou willen maken gelieve vóór Frijdag 10 Sept. ek. te kennen te geven aan een der Heeren C. J. HOOG VORST. D. vak BUUR EN. K. LASTDRAGER. P. G. de WINTER of P. DOüWES DEKKER. Bij J. P. BEEK aan den Helder, hij wien in de afgeloopene 217de Loterij, de volgendo prijzen zijn •""V gevallen, als: ƒ2500 op No. 19517, ƒ1250 op No. 19433 en op Ns. 7939 en 19539 ieder ƒ1000; is in de thans trekkende 218de Loterij weder gevallen de kapitale prijs van ƒ20,000 op No. 15124; alle onder de handleekening van L. M. vak GELDER, te Nieuwediep. Bij L. M. vak GELDER, lo Nieuwediep, zijn in de thans trekkende eerste klasse gevallen de KAPITALE PRIJZEN van: in Tiooliden 9den September 1852, te geven (alleen bij inteekeningdoor de Harmonic-verceniging »Vriekd- schap ek Tookkukst," met medewerking van HH. Mu ziekanten van Zr. Ms. fregat Prins van Oranje. Aanvang 71 ure. De ondergeleekende borigt het geëerde Publiek dat hij commissiën aanneemt op alle soorten van HEEREN-KLEEDING naar den laatsten smaak en het beste fatsoen; ook is hij voorzien van HUISJASSEN. Gelogeerd bij F. LANDMAN, in het Amsterdarnsche Veerhuis aan den Helder. P. JACOBOWICZ, Kleermaker uil Amsterdam en depot houder te Alkmaar in de Bolerstraat. NB. Ook zijn bij hem te verkrijgen de wereldberoemde GALVANO ELÈCTRO MAGNETISCHE KETTINGEN en RINGEN, ter genezing van alle rheuraalischc kwalen. kieuwediep bij g. bakker bz, gedrukt bij s. giltjes»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1852 | | pagina 4