WEEKBLAD van den
ELDER en mMEUWEDIEP.
N°. 40.
IIET
1852.
>u. Makelaars.
•-
TIEYUE JAAUfilKO,
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij O. BAKKER Bz., te Nieuwcdiep.
De prijs is 80 cents in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert tich bij de Roekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
1 A A B A C
ADVERTENTIEM gelieve men ongezegeld aan
den Uitgever in te zenden, uiterlijk Zaturdags des
middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels
is 60 centen, voor eiker, regel meer 15 centen,
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
27 SEPTËiBE R.
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VEKTOOGEN enz.
Onlangs deelden wij in ons blad mede, dat de raad dezer ge
meente het verzoek van den heer E. A. Taylorom tot makelaar
in alle vakken te worden benoemd, had van de hand gewezen, op
gronddat bij een vroeger raadsbesluit het getal makelaars op vier
was bepaald.
Het is tegen dit raadsbesluit, dat wij eenige bescheiden beden
kingen ons meenen te mogen veroorloven.
Dat besluit kan nergens anders op berusten dan op de overwe
ging, dat vier makelaars voldoende zijn. Maar waarop rust nu
weder de overtuiging, dat vier genoeg zijn? Op eene bloote opi
nie, dat is op niets.
Het is de grondslag van het gildewezen, dat de Regering beslist
hoe veel personen er noodig zijn in een beroep, wat geen menseh
beslissen kanen alleen door de vrije concurrentie kan worden uit
gemaakt. Wij durven het betwijfelen of onze gemeente in de laat
ste 25 jaren ooit die uitbreiding had verkregenwaarin zij zich
thans verheugt, indien voor dien tijd de toenmalige Regering van
den Helder eens het getal bakkers, slagers, winkeliers, tappers enz.
dat haar voldoende voorkwam, had kunnen bepalen en iederen nieu
wen tapper, slager, bakker, winkelier had geweerd.
Wij erkennen, dat wij niet weten, waarom de makelaars door een
gemeentebestuur moeten worden aangesteld en niet ieder die wil,
zich als makelaar kan vestigen. Wij houden het nog voor een
overblijfsel uit de dagen, toen de Regering handel en industrie wil
de regelen en het gildewezen bloeide.
Makelaars zijn volgens de wet tusschenhandelaars; hunne werk
zaamheden bestaan in het voor hunne meesters koopen en verkoo-
pen van waren en koopmanschappen, schepen, openbare fondsen
en andere effecten en obligatiën, wisselbrieven, orderbriefjes en an
dere handelspapierenhet bezorgen van discomptenassurantiën, bo-
demereijen en bevrachtingen van schepenvan gelden op beleening
of anderzins.
Wij zien volstrekt niet in waarom iedereen zich als koopman
vrij mag neerzettenmaar als tusschenhandelaar voor anderen koo-
pende en verkoopende eene aanstelling noodig heeft. Doch de wet
gever heeft het gewildafgaande op hetgeen bestond en zonder
zich waarschijnlijk de vraag gesteld te hebben of de makelaardij
niet even als elk ander beroep aan de vrije concurrentie kon wor
Art. 62 en 64. Wetboek van Koophandel.
den overgelaten.
De makelaardij, tot een klein getal beperkt, leidt tot monopolie,
tot duurte en wil men hierin al door tarieven te gemoet komen,
tot traagheid.
Dat deze nadeelen zich niet zoo sterk hebben doen gevoelen
als men oppervlakkig daarvan zou mogen verwachten, is daaraan
toe te schrijven, dat de natuur zich heeft weten te redden door de
commissionairs, de beunhazen, in het leven te roepen, die eene
sterke concurrentie met de makelaars voeren en bij hun het leven
en de beweging er in houden.
Het bestaan van deze commissionairs (of beunhazen gelijk zij
met zekere minachting door de meer verhevene makelaars worden
genoemd, maar waaronder men niet minder ijverige, solide, kun
dige, verdienstelijke mannen vindt) is echter het gewigtigst bewijs
tegen het beginsel om een beperkt getal makelaars aan te stellen.
Het is toch het bewijs of dat de makelaars te onbekwaam bf
te traagbf te duur zijn of wel dat hun getal te klein is dat
het getal niet voldoende is om aan de behoefte van den handel te
kunnen voldoen.
Dat men des niettemin in oude koopsteden voortgaat zich aan
een beperkt getal te houden, laat zich gemakkelijk verklaren, uit
de kracht der gewoonte en uit het eigenbelang van hendie zulk
monopolie genieten, maar waarom zullen wij in onze opkomende
gemeente, waarvan wij hopen eene niet onbelangrijke handelplaats
te zullen zien groeijen, reeds dadelijk den handel binden aan een
beperkt getal makelaars, daar elke band uit den aard der zaak
eene belemmering is.
Ons streven moet zijn handel door waakzaamheid, ijver, kunde,
goedkoopte te lokken. Om dit op te wekken is niets krachtiger
dan de concurrentie vrij te laten werken. Laat dc Regering niet
wijzer zijn dan het eigenbelang der individuen. Indien tien per
sonen kans zien als makelaars voordeelen te behalen cn geheel of
gedeeltelijk daarin een bestaan te vindenlaten zij het beproeven.
De Regering die niet het honderdste deel van de transactiën die ge
beuren, aan de weet komt, tast in den blinde als zij een getal
wil noemen dat voldoende zoude zijn. Dc benoeming van ccncn
nieuwen makelaar met uitgebreide betrekkingen of van buitenge
wone kennis, kan gunstig op den plaatselijken handel werken en
waarom hem dan toch door het vasthouden aan een beperkt getal
geweerd
Met het vasthouden aan een zeker getal is naauw verbonden het
maken van een tarief. Het een is onafscheidelijk van het ander.
Waar de regering een monopolie daarstclt, moet zij het publiek te
gen willekeurige prijzen beveiligen,