A d v e r l e n t i n. Pa. BRUIJN. scben heeft een groote boodschap gedaan in do wetgevende vergadering. Mazzini heeft uil Londen eeno proclamatie aan do Italianen gerigt en een beroep op do wapens ge daan. In Groningen is eeno badinrigting lot algemeen gebruik opengesteld. Gedurende deze week zgn alhier verscheidene waaghalzen door het ijs gezakt en met een door nat pak t'huis gekomen. iset- ~«cj" is. ma ma tss?ï: 13c spaansc2ie generaal «tTaerae». Ietier erkent gewis, d.il de uitzetting van den generaal Narvaez uit Span je al werd zij ook geliuld in de opdrngt eener zending aan het ooslen- rijksche hof, afkeuring verdient; maar wie gevoelt niet levens, dal de toon, dien de krijgsoverste zich veroorlooft aan te slaan in zijn beklag aan de koningin van Spanje, niet vrij is van aanmatiging en zelfverheffing, lïij kon zich daarenboven wel toevoegen het gezegde dat bij eene andere gelegenheid werd gebezigd: «Gij lijdt thans de straf, welke gij weleer aan een ander toedacht en oplegdel." Toen hij zelf met het oppergezag was hekleed, aartelde hij niet hen lot het uiterste te vervolgen, die het ongeluk hadden zijne ongenade zich op den hals te halen. Een paar staal tjes zullen wij daarvan opgeven. Een dagblad kwam op het einde van het jaar 1813 Ie Madrid tot stand, onder den naam van el Clamor Publico, en het was in het volgend jaar iq aller handen. Maar ziet op een morgen van den zomer van 1845 ver spreidt zich onder de op de Puerta del sol verzamelde hoop nieuwsgieri gen de lijdingdat de uilgever van het blad en een mede-arbeider van het feuilleton des nachls van het bed zijn geligt, en in een rijtuig gezet, om le Cadix Ie worden ingescheept, len einde naar de Philippijnsche ei landen Ie vertrekken. Wal hebtien zij dan uitgevoerd? Den slaat ver raden, moord of diefslal gepleegd, of eenig ander vergrijp? Niels van dat alles, en was het zoo, dan wareu immers de regibauken le Madrid niet onvermogend om hen te straffen en leefde men daar niet meer on der de krijgswet. W at hadden zij dan misdreven? Up den vorigen dag stond op de vierde bladzijde van el Clamor Publico een woordje van jok en spotternij te lezen. Er werd niet van staatkunde gewaagd maar over dezen en genen een aardigheidje opgedischt. Ongelukkig waagde men het te lagchen over de gewoonte van sommigen om zich met eens anders haarlokken op te sieren en hierin was Narvaez de eerste minister, de al vermogende van dien lijd, die eene pruik droeg, betrokken. Hoe kon de maatschappij staande blijvenindien men zulk eene spotternij tegen een eersten minister, een hertog, een grande en een generaal, gedoogde? Narvaez's oog viel op het blad toen hij van de opera te huis kwam. In drift ontstoken verklaarde hij dat de gehoonde haarlok zou wordeu ge wroken. Hij riep zijnen adjudant en beval liera politie-bedienden le ne men om de ongelukkige uitgevers le vatten en elk die tot hel dagblad behoordenzoo velen als hij meester kon worden. De eersten die men vond waren Corradiden uitgever van het blad en Perez Calvoden schrij ver van het artikel. Zij werden van het bed geligt, gevangen gezet en bij het aanlichten van den dageraad naar Cadix vervoerd. De tusschen- komsl van vermogende vrienden belette de afreis naar het uiterste einde der aarde, maar zij werden een geruimen tijd in de vesting van Cadix opgesloten, en eerst toen de toorn bekoeld was, mogten zij naar Madrid lerugkeeren eens vooral bekeerd van de zucht, om zicb met de pruik «au een spaanschen grande vrolijk te maken. Beiden waagden het, zich over het geleden onregt tot de koningiu te weoden maar het ging hun niet beter dan den hertog later. Het werd hun kwalijk afgenomen en geen regt wedervoer hun. Op het einde van 1845 kwam het gerucht in omloop dat eene veran- deriog van ministerie op handen was en generaal Alaix werd als minister van oorlog opgegeven; hij, die als een dapper krijgsbevelhebber te boek stond en minister van oorlog onder Maria Cbrislina geweest was. Of hij zelf eenige aanleiding tot het verspreiden van dit berigt gegeven had bleek niet; maar onvoorziens kreeg hij bevel om Madrid le verlaten en de hoofdstad niet tot op een zekeren afstand te naderen. Alle beklag werd in den wind geslagen en Narvaez's bevel gold voor wet. Wanneer wij ons deze «taaltjes van des hertogen willekeur herinneren, kunnen wij ons niet onthouden eene geringe waarde te hechten aan den snorkenden toon dien de verdreven generaal tegen zijne vorstia aanslaat. Zekere P r o u dsoldaat bij het 21ste regement infanterie te Sheffield, is in hechtenis gesteld wegens de misdaad, vier vrouwen te hebben gehuwd, die allen nog in leven zijn, Eene vechtpartij tusschen twee dier vrouwen, over het bezit van den echtgenoot, heeft tot de ontdekking der door Pr oud reeds bekende misdaad aanleiding gegeven. Het beslaan van jonge echtelieden, op den dag na den bruiloft is in de Yendée in Frankrijk een gebruik, dat voorzeker nergens anders aangetroffen wordt. De hoefsmid van het dorp verschijnt met zijne katoenen muts, hamer en tang in de hand en neemt eene houding aan, even alsof hij de jonge echtelieden eenige na gelen in de voetzolen wilde 'slaan en houdt dan eene korte aan spraak waarin hij zegtdat men op den weg van het echtelijk leven menige glibberige plaats aantreft, waarin men voorzigtig moet zijn niet te vallen. In het HB. no. 6600 lezen wij het volgende ingezonden stuk: HAARLEM, 29 Jan. Wij beschouwen het als eene noodzake lijkheid, ja als cenen pligtom de goede of gelukkige resultaten algemeen kenbaar te maken van zoodanige nuttige wenken of re- medien, die ten algemeenen nutte door veel gelezen geschriften of dagbladen aan het publiek medegedeeld worden. Onlangs werd in het Algemeen Handelsbladwij vermeenen uit de provincie Groningeneen remedie opgegevenom de thans nóg zoo veel schade veroorzakende longziekte onder het vee te genezen. Verleden week verhaalde ons een onzer mest-leveranciersdien wij sedert jaren als een eerlijk en geloofwaardig man kennen, dat hij van Nov. tot Nieuwejaar zes koebeesten aan de longziekte verloren had en dat toen een zevende koe blijken gaf, de ziekte onder de leden te hebben. Gelukkig voor hem, kreeg hij toen de courant in handen, waarin door UEd. de toediening van jenever metstroop als middel ter genezing dier kwaadaardige ziekte werd medegedeeld. De man heeft ons verklaard, de zieke koe, 's avonds, vier dagen achter elkander, A flesch jenever met 5 ons stroop in eens inge geven te hebben, zonder het beest eene wrong te zetten of het den stal te doen verlaten, en dat de koe geheel genezen is. Na deze gelukkige ondervinding heeft hij een zijner kennissen, een melkboer onder Spaarnwoude, ons insgelijks wel bekend, zijne han delwijze medegedeeld. Ook deze man had reeds eenige beesten aan de longziekte verloren en heeft het meergemelde middel op dezelf de wijze aan twee zieke koeijen ingegeven, met het gelukkige ge volg, dat hij beide behouden heeft. Wij achten ons gedrongen dit gelukkige resultaat aan UEd. me- detedeelen, om desverkiezende daarvan in UEd. veelgelezen blad melding te maken. Wij bevestigen biermede geenszins de onfeil baarheid van deze remedie; maar maken de gelukkige uitkomst be kend, door twee geloofwaardige mannen daarvan verkregen. J. D. ZOCHER VOORHELM SCHNÈEVOOGT. Bloemisten en Boomlcioeekers. De ondergeleekende betuigt bij deze zijn fe'waê*" harlelijken dank, voor de achting en deelneming aan hun bewezenbij 't vieren van hun vijftigjarige H u w e 1 ij k s v e r e e i g i n g op den 13 Februarij 1853. Heden overleed, tot mijne diepe droefheid, mijn ge liefde Echtgenoot ANTJE DUUXKERin den ouderdom van circa 65 Jaren, diep betreurd door mij mijne kin deren en behuwd-kinderen. IJ. METZELAAR. Nieuwediep 13 Februarij 1853. WIEÜWEDIEP BIJ C. BAKKER BZ. GEDRUKT BIJ S. GILTJES.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1853 | | pagina 4