WEEKBLAD van den
HELDER en uet NIEUWEDIEP.
N°. 34.
1853.
De wet regelende liet toezigt
over de kerkgenootschappen.
ELFDE JAAUfiAMO.
Dit Weekblad
uitgegeten bij C.
wordt eiken
BAKKER Br.
Maandag-morgen
te Nieuwediep.
De prijs is 80 cents in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 eents. Men
abonneert ticli bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
liJlKDAU
HET C rs
ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld a»n
den Uilgever in te zenden, uiterlijk Zaturdags des
middags ten 12 ure; de prijs van 1 lot 4 regels
is 60 centen, voor elkeü regel meer 15 centen,
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
22 AUGUSTUS.
Nog duren de discussien voort over de wet, die liet toezigt over
de kerkgenootschappen moet regelen. Zoo ons ook al de plaats niet
ontbrak, wij zouden weinig lust hebben, die discussien te volgen.
Wij maken de woorden van de grondwet, in zijn nummer van 16
Augustus, tot de onze:
Wanneer men een ministerie hoort belovendat de grond-
wet milder zal toepassen dan nog ooit het geval was en men
n te gelijkertijd ziet, dat ministers, die tot hare zamenstelling
hebben medegewerktniet terugdeinzenom die grondwet in
bare kostbaarste bepalingen te helpen vernietigenwanneer
men eene meerderheid in de kamerom aan haren oorsprong
te beantwoorden en den partijgeest, waarvan zij de uitdrukking
iste bevredigende oogen ziet sluiten voor sprekende feiten
ff cn de ooren voor de krachtigste middelen van overtuiging
wanneer men die meerderheid er zich op toe ziet leggenom
ver van zich afwerpende, al wat blijkt de ware bedoeling, de
eenige strekking, de levende geest te zijn, waarin de grond-
wet is tot stand gebragtten einde aan die grondwet
door verkrachting van den geest en door verdraaijing van de
letter, slechts de beteekenis te geven, die verlangd wordt, om
in staat te zijneen protest van de April's-beweging in wette-
lijke vorm uit te vaardigendan inderdaad vragen wijwaartoe
langer gesprokenwaartoe langer geschreven liet is tijd
verspillen.
Alles loopt zamen om de wet voor hare geboorte te demoraliseren.
Door alle katholijkendoor de protestanten, die voor de katho-
lijken dezelfde vrijheid wenschen, als waarop zij voor hen zeiven
prijs stellen en van oordeel zijn, dat die vrijheid bij de grondwet
is gewaarborgd, dat is dus door meer dan de helft der bevolking
voor ongrondwettig uitgekreten, zou eene voorzigtige regering zich
van de voordragt hebben onthouden. Maar de regering gesproten
uit eene politico-theologische beweging moest noodlottiger wijze,
vruchten voortbrengen aan het zaad waaruit het voortgesproten was
beantwoordende; de wet moest eene gelegenheidswetzij moest
een partijwet worden. Het is niet de vervulling eener nlgemeene
behoefte, het is de vervulling van een partij wensch die beoogd wordt.
Geen minister heeft bepaald de verantwoordelijkheid op zich
willen nemen. De memorie van toelichting is van wege den mi
nisterraad geteekend, zoodat niemand individueel het als zijn werk
schijnt te willen verdedigen.
Men had dit hiermede kunnen verklaren, dat het ministerie zoo
eenstemmig was geweest, zoo eenstemmig van het gewigt en van
de noodzakelijkheid der wet had willen doen blijkendat zij zich
allen te zamen en ieder individueel daarvoor aausprakelijk stelden.
Maar die uitlegging is niet meer mogelijk, nadat men openlijk
verkondigt, dat de minister van de E. C. eeredienst bepaald tegen
tegen de wet gestemd was en daarom van huis is gezonden. Er
bestond dus eene meerderheid en eene minderheid in den minis
terraad hetgeen voor de ministers het groote gemak zal opleveren
dat wanneer de wet na eenigen tijd met kalmer oordeel zal worden
besproken, ieder minister zich individueel achterliet geheim van den
ministerraad kan verschuilen om personele verantwoording te ont
duiken; maar juist hierdoor, wordt de morele kracht van de wet
dan ook evenzoo verzwakt, wanneer niemand het kind voor het
zijne wil erkennen.
Is het waar, en zoolang het ministerie en in het bijzonder de
minister Lighlevelt het niet tegenspreekt, dan mogen wij het toch
als waar aannemen, dat deze de wet niet kon goedkeuren, dan
mogen wij het niet alleen stellendat de zending van dien minister
naar den paus, om hem gunstig voor de wet te stemmen, niet
alleen verre was beneden de waardigheid eener regering, wie het on
verschillig behoort te zijn, wat een vreemd vorst over onze wetten
denkt; maar, wat misschien nog erger is, het is eeu dwaasheid.
Een gezant zal wel eens betoogen moeten leveren, die met zijne
opinien strijdenmaar tot verdediger te nemen hemvan wien het
algemeen bekend is, dat bij van de hand moest gezonden worden,
omdat hij tegen de zaak is ingenomen, dat is waarschijnlijk eenig
in de geschiedenis der Diplomatie!
Wat moet de kardinaal Antonelli pleizierig hebben gelagchen
toen onze minister, als gezant, begon te vertellen, dat hij uit
pure ingenomenheid met de wet, zijnen ministeriëlen zetel en de wet
in de steek had gelaten alleenom den paus te beduidendat die
wet door alle verstandige en gemoedelijke Catholijken werd toe
gejuicht!Het is te gek!
Waarom is Lig/itevell dan toeh naar Eome?
Wanneer wij ons ministerie niet van eene al te grove onbe
kwaamheid of onbedachtzaamheid mogen verdenken, dan kan het
niet wel anders zijndan om den paus nog meer tegen de wet iu
het harnas te jagen en nog scherper allocutien uittelokkea.
Hoe het zij, eene wet, die of de bevrediging, of de ophitsing,
of de hulp van deu paus behoeft, is een gedemoraliseerde wet.
Slechts door zelfstandig wetten te makendoor het algemeen be
lang gevorderdkan de eerbied voor de wetten worden gehandhaafd.
De wet moge dan zoo onschuldig zijnals sommigen haar willen
doen voorkomen, de tijd en de wijze waarop-zij ontstond
hare geringste bepaling gevaarlijk en eeli eeuwig purende
voor tweespalt en godsdiensthaat.