1T IS "J W 3 T IJ D 11T 3 S 1T.
hetzelve, in belang van den burgerstanden van den handelingang
bij UEd. mogt vinden.
Hetwelk doende enz.
HELDER en MEE W EDI EP3 December 1853.
De lijn der telegrafen-maatschappij tussehen Amster-
dam en di'ze gemeente is met den rijkslelegra.il en door
dezen met de lijnen van het buitenland in verbinding ge
steld.
Volgens parlikuliere brieven van Malta van 25 Nov.
was daar aangekomen bel neder!, oorlogsfregal Prins van
o O
Oranje, schout-bij nacht Bouricius.
Te Smirna had op den 23 Nov. een schip van het
nederlandsche eskader schipbreuk geleden.
Te Alkmaar is lot lid der kamer van koophandel en
fabrijken herkozen de lieer J. A. Bcriil.
Z. M. heelt den lieer L. Zunderdorp benoemd lol
burgemeester van Vlieland.
De gunstige recensicu welke aangaande hel magnetische
vermogen van ib-n magnetiseur Siemelink gemaakt zijn,
bevind, n zich onder andeieii iii liet Handelsblad, van 5
Tel»., Dagblad oan Zuid holland en s draven/lage van 9
Feh., Aie uwe Holterilamsche Courant van 1 Maart, de
Grondwet van 10 \ov. enz terwijl aan den magnetiseur
S. verscheidene vereereude en aanbevelende getuigschriften,
van hooggeplaatste personen, zijn ter hand gesteld, de gulle
en oupaitijdige «inklaringen te kennen gevende van zijne
magnetische wilskracht op den menschzon ook de genoe
gelijke avonden welke men oji zijne voorstellingen heelt
doorgehragl.
Gelijk hekend is, hebben genoegzaam al de groote
handelshuizen iri onze voornaamste kno|>sleden onlangs een
adres hij den minister van financiën ingediend, ten einde de
afschaffing van het lunnegel.l te erlangen.
Ten einde Ie gernoet Ie komen aan de mindere bekend
heid met den aatd der belasting, welke onder de benaming
van toiuiegeld vvoidl geheven, en waarvan de afschaffing in
het bekende voorstel der negen leden is opgenomen, acht
men nu-l ondienstig mede te deelen
dat hel lonnegeld eene belasting is op den irihond der
schepen, welke ter zee of langs de Wadden, tussehen de
eilanden en de kusten van Friesland en Groningen het rijk
inkomen of uitgaan;
dat die belasting bij de wet van 26 Augustus 1822
(Slaalsbl ii°. 38) is ingevoerd onder de benaming van
lonnegeld der zeeschepen en bij art. 7 der wet van Aug.
1850 (Slaalsbl. n°. 47) de h< ffing is gewijzigd;
dat die belasting bedraagt 45 cents van iedere scheepstnn
en onderscheiden van die, welke krachtens de wet van 13
Aug. 1849 (Slaalsbl. iio 40) onder de benaming van vuur-
Èon- en bakengeld wordt geheven;
dut daarvan slechts zijn vrijgesteld de nederlandsche schepen,
ter vischvangst bestemd en de loodsschuiten
dat deze belasting mitsdien bepaald op den handel en op
de scheepvaart is gelegd
dal de opbrengst dezer belasting met de 13 ojicenlen
voor 1853 is geraamd op ƒ452,000, maar ook een aan
zienlijke som voor kosten van toezigt en invordering onder
de uitgaven voorkomt.
Een koopman uit Sneek onlangs van de leeuwarder
markt legen den avond, met paard en chais, huiswaarts
keeiemie, reed op den weg eene dame voorhijdie een
pakje met eene parapluie bij zich had; zij vroeg om
een eind weegs te mogen mederijden, hetgeen haar werd
toegestaan; doch de dame eene han.l gevende, om haar in
het rijtuig te helpen, merkte de koopman, dal die hand
buitengemeen groot en haid was, waardoor hij eenige ach
terdocht kreeg, vermeenendedat hel een manspersoon was.
Gaarne van dien reisgenoot ontslagen willende zijn, haalde
de koo|.man zijn zakdoek uit den zak en stiel daarbij, zoo
hel scheen bij toeval, den hoed van het hoofd. Hij vroeg
de dame, doordien zijn paard eenigzins wild was, den hoed
op Ie rapen, doch naauwelijks was de gewaande dame af
gestegen, ol de koupman reed zoo hard mogelijk voort.
Eenige minuten vooilgereden zijnde, ontmoette hij een man,
die hem vroeg: of hij ook een jufvrouw met een pakje en
een parapluie voorbij was gereden, waarop hij antwoordde
ja, die komt daaraan. Te Sneek gearriveerd zijnde, gaf
hij van het voorval kennis aan de policie, welke het pakje
van de gewaande dame, dat in hel rijtuig gebleven was,
opende, en bevonden werd niets andeis te bevatten, dan
eenige moordtuigen en een stuk louw.
Er wordt iii een builenlandseh dagblad een brief ge
vonden, die het volgende middel aanwijst, om den koren-
worm, die dikwijls zeer veel nadeel op de graanzolders
veroorzaakt, uil te roeijen«Terwijl ik een mijner zolders
bezocht, vond ik een appel, waarop zich onderscheidene
koreiiwoimen geplaatst hadden. Ik geloof hierdoor het
middel gevonden Ie hebben, om dit schadelijke gedierte
uil Ie roi ijen. Ik heb al het graan op den zolder doen
opscheppen en zelfs de muren goed doen schoonmaken, daarna
heb ik een dertigtal (foor midden gesneden appelen 0|> den
vloer gelegd. Den volgenden iiioigen waren er een aantal
wormen onder dal gedeelte van den appel vereenigd dat
naar beneden lag. INa de appelen zorgv uldig Ie hebben doen
wegnemen, deed ik dezelve door anderen vervangen; dit is
gedurende tien dagen herhaald en na dien tijd zyn er gcene
wonnen meer gevonden. Zoo zi] niet allen uitgeroeid zijn,
is het toeh zeker dal er weinige overbleven."
Meer dan twee jaren geleden is een fronsch lucht
reiziger, de heer Ar hun, uit Barcelona opgestegen, doch
niet teruggekeerd, weshalve men darhl dal bij in zee ge
vallen en omgekomen was. Een uil Aliranle ontvangen brief
meldt thans, dat hij met zijn luchtbol naar Afrika is over
gewaaid waar hij door de inlanders gevangen genomen en
lot slavernij gedoemd werd, en dat het hem eerst onlangs
is gelukt Ie ontsnappen.
De Pays doet eene opgave van de lurksche zeemagt,
die in de laatste vijf en twintig jarenuil den staat vart