MUZIEK, en DANS,
A dverle n i i n.
schouwd heelten in 't algemeen een oog voor de schoonheid van elk
organisme bezitdan kan men niet lang de geheel gelijke vorming der
muilezels overzien. Men wordt onwillekeurig reeds door den naam tot
eene vergelijking der beide soorten gedreven, want mulat komt van
mu la, de algemeene beteekenis van muildier. Maar is niet alleen om
zijae gedaante een veredelde ezel. Het is in vele opzigten een veredeld
paard. Het is bekend, dal de ezel het paard in sierlijkheid vnn hoeven
overtreft. Dezelfde fraaije hoef hebben alle muildieren. Wij willen
biermede niet te kennen geven dat er ook geene paarden van fraaije
rassen sierlijke hoeven hebben, maar deze zijn bij hen niet zoo algemeen
als bij de ezels. De hoef van het paard ontaardt ligt die van iiet
muildier behoudt hare oorspronkelijke fraaiheid het moge nog zoo mis
handeld worden of niet, dewijl hem de schoonheid aangeboren is.
Eveneens is het met de beenen. De slankheid van den ezel gaat op het
jong over, hierdoor wordt het lompere been van het paard gematigd,
waarvan even als van de hoef geldt dat het eerst fraai wordt door lucht en
oppassing, maar spoedig ontaardt, waar beide ontbreken. In den bouw
van den romp treedt, naast eene gepaste verkorting, die het paard bezit
eene algemeene sierlijkheid, een erfdeel van den ezel, en eene zekere
rijkelijke vleeschyormingzelfs bij weinig voedsel, op, die het paard
slechts door zeer goede, rijkelijke voeding en voortreffelijke oppassing
kan behouden.
Het muildier behoudt, even als de mulat, zijne aangeborene schoon
heid en zelfs ook oader zeer ODgunstige omstandigheden omdat deze aan
geboren en niet toevalig of kunstmatig verkregen is. Hoe spoedig verliest
het bekoorlijke meisje niet hare fraaiheid en lieftalligheid wanneer het
door zorg of smarten gekweld wordt, hoe snel neemt hare schoonheid af,
wanneer zij echtgenoot is geworden en met de moeiten te kampen
heeft, die zij gaarne verdraagt, door de blijde gedachten: ik ben moeder
geworden! De mulalte houdt zich altijd beter; zij kan niet zoo bleek
worden, dewijl zij bruin van kleur is; haar aangezigt kan niet zoo inval
len, dewijl hare fijndere beenderen niet zoo uitsteken; haar arm blijft
schijnbaar molliger, dewijl haar beenderbouw zooveel sierlijker is; ein
delijk heeft zij een veel opgeruimder en vrolijker gestel dan hare blanke
natuurgenootzij laat zich door de zorgen des levens niet zoo ter neder
slaan, en trotseert de slagen van het noodlot met een opgebeurd hoofd.
Even zoo het muildier. Het heeft van den ezel niet alleen de vormen
maar heeft ook een deel van zijn karakter, is bedachtzaam voorzigtig
onverschillig, onvermoeid en met weinig te vreden en is om deze rede
nen zoo zeer geschikt voor het gebruil: der yoorzigtige en angstige Brazi
lianen. Het paard, ook het braziliaanschegebruikt niets dan gras en
koorn de ezel is te vreden met kool, loof, zelfs versche boomschillen
en valt niet af, indien hij slechts hierbij een weinig koorn verkrijgt; zijn
ligchaam behoudt de natuurlijke dikte en ronding, wanneer bij het paard
reeds lang de beenderiioofden vooruit steken en men de ribben (ellen
kan. Maar die hatelijke kop met groote lange ooren zal men zeggen
die kan toch nimmer fraai worden Niet zoo haastig goedgunstige le
zer! gij moet onpartijdig oordeelen zie slechts een honderdtal paarden,
eenige duizende muildieren en gij zult spoedig een guustiger oordeel
vellen. De kop van den ezel is te grootmaar die van het paard te klein
voor zijn colossaal ligchaam; men bemerkt dit eerst wanneer men deze
met den kop van muildieren vergelijkt.
Hier bij ons, waar wij geen goede maatstaf hebben, kunnen wij geen
denkbeeld er van krijgen; wij kennen slechts paarden- en ezelskoppen,
en de vraag, wie van beide de schoonste zijn, is moeijelijk te beantwoor
den. Wanneer men echter een tijd lang muilezelkoppen gezien heeft
verkrijgt men een geheel ander gevoelen. Hoe zeldzaam is daarenboven
een fraaijen paardenkop en hoe ligt verbasterd hij Hier is het voorhoofd
te gewelfd, daar te hol; bij deze strekt de neus te ver vooruit; een an
der heeft te hangende lippenbij een derde zijn de jukbeenderen te
gebogen; de kop van het muildier echter door de vermenging van het
paard zeer goed gevormdheeft een biijvenden vorm, bijna altijd een
zeer schoon voorhoofd, een naar evenredigheid sierlijke muil en vooral
fraaije, heldere oogen die meer htven verraden daQ bij het gewoonlijk,
niet met zorg behandeld paard. Eindelijk zijn de ooren wel groot, veel
grooter dan paardenooren maar men ziet spoedig in dat zij het hoofd
niet misvormenin tegendeel beter passendan de naar evenredighied
te kleine ooren van het paard. Wanneer men de grootte van het paard
met die van andere dieren vergelijkt en dan zijne oorschelpen in aan
merking neemt, dan ziet men eerst duidelijk hunne overdrevene klein
heid. De koe, het hert, liet schaap, allen hebben grootere ooren dan
het paard terwijl hunne grootte beter met den omvang van het ligchaam
harmonieert. Het muildier sluit zich beter aan deze harmonie en is
daarom niet leelijker maar regelmatiger gebouwd dan het paard. Ove
rigens is juist in de ooren een groot verschilzij kunnen een vierde in
grootte verschillen, naar mate het paarden- of ezelsoor grooter of kleiner
is. Het is bij de muildieren even als bij de mulattende onderlinge
vermenging is aan geene bepaalde wetten gebonden; nu eens heeft het
paard, dan de ezel de overhand, en omgekeerd. Daarin hebben de
verschillende schoonheidsgraden der individuen hunnen oorsprong; want
niet altijd ligt het meerdere overwigt van het paard ten giondslag voor
eene volmaaktere schoonheid.
Men spreekt te Parijs van een reusachtig ontwerp dat door de
heeren Paulin en Horeau opgevat is; het daarstellen namelijk van
een hotelwaarin een buitengewoon groot aantal reizigers kunnen
opgenomen en overigens ook alles zal ingerigt worden als in de
amerikaansche hotels waarvan eenigen duizend personen kunnen
bevatten. Men is voornemens in dit kolossale gebouw de reizi
gers in vergelijking van vele andere logementengoedkoop te
bedienendaar men er op rekentdoor den grooten voorraad
die er van alles zal noodig zijn, de inkoopen goedkooper te kun
nen bewerkstelligen. Het gebouw als het ware eene kleine stad
zal opgerigt worden vooraan in den faubourg Saint-IIoneré.
Heden verloste voorspoedig van eene DOCHTER
G. VOS, geliefde Echtgenoot va:i
nieuwediep, 16 Deecmbcr 1853, J. GHRiSTOFFELS.
Den llden dezer overleed alhier mijn geliefde Echt
genoot C. de GRAAFF, door een val op de borst aan
's Rijks werf. na een smartelijk lijden van twaalf dagen,
in don ouderdom van twee en vijftig jaren na eene ge-
noegelijke echlvoreeniging van acht en twintig jaren.
Wed. de GRAAFF, geb. NOOT.
f-
3 De post van ORGANIST bij de Luthersche
Gemeente, aan den Helder, met primo Januarij
a.s. komende te vaceren, zoo worden degenen die daar
toe inclinerenuitgenoodigd zich te wenden lot den
Kerkeraad dier Gemeente,
op Zondag den 18 December eerstkomende, bij G.SMIT,
aan het Hoofd, te Nieuvvediep,
Entree vrij.
's voornemens op Donderdag den 29
December 1853, des avonds ten acht ure, in
het lokaal Tivoli, aan den Helder, in het openbaar te
verkoopen
Een WINKELHUIS, TIMMERLOOTS en ERF,
staande en gelegen aan den Straatweg laogs het
Heldersche Kanaal, nabij het Nieuwediep, op
eenen zoer gunsligen stand, zijnde de westelijke hoek
van hel eerste blok, gemerkt I, No. 134, op den
kadaslralen legger der gemeente Helder bekend onder
sectie A, No. 3167, groot een roede vijf ellen.
Thans bewoond door P. KERSTENS.
De verkoopsvoorwaarden en bewijzen van eigendom zul
len vier dagen vóór den verkoop Ier lezing liggen ten
kantore van den Notaris P. A. BEETS, to Nieuwediep,
NIEUWEDIEP BIJ C. BAKKER, BZ. GEDRUKT BIJ S. GILTJES.