WEEKBLAD vas den
HELDER en det NIEUWEDIEP.
N°. 7.
1854.
TWAALFDE JAARLAAG.
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz.te Nieuwediep.
De prijs is 80 cents in do drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert tich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
MAANDAG
G O
ADVERTENTIE?! gelieve men ongezegeld aan
den Uitgever in te zenden, uiterlijk Zalurdags des
middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels
is 60 centen, voor eiken regel meer 15 centen,
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
13 FËBRU AR IJ.
IT IB "J W S g IJ D 11? B1T.
HELDER en NIEUWEDIEP, 11 Februarij 1854.
In het jaar 1853, zijn, alleen uit de haven van hel
Oudesehild, le Texel, uitgevoerd: 16491 lammeren, 4247
schapen, 389 koeijen, 149 ossen, 33 kalveren en 12 slieren.
Men verhaalt te Arnhem eene gruweldaad welke on
langs niet ver van de nederlandsche grenzen, op pruisisch
grondgebied, zou hebben plaats gehad, en gepleegd zijn
door oenen schipper op zijnen knecht. Do schipper van een
voorbijzeilend vaartuig en deszelfs knecht zouden gezien heb
ben, dat ecrstgemelde zijnen knecht wreedelijk mishandelde
en deze onder de slagen zijns meesters bezweek, die hem
vervolgens over boord in den Ryn liet zinken. Aldus toe
vallig getuige van dien moord geweest zijnde, moot deze
schipper van het voorval aan de policie kennis hebben ge
geven. De moordenaar heeft, zegt men, elders van het
verdrinken van zijnen knecht aangifte gedaan en zulks als
een ongoluk doen voorkomen. Wal er overigens van de
zaak zij, is ons niet hekend, zoodat wij dan ook bloolelijk
het openbaar gerucht derzelve vermelden. Het is nogtans
te wetischen, zoo zij waarheid behelst, dat de policie der
plaats, waar de aangifte geschied is, geene pogingen onbe
proefd late, om aan den misdadiger, die, volgens zeggen
van meerdere gruwelen verdacht wordt en thans, als door
eene bijzondere bestiering der Voorzienigheidtwee getuigen
heeft gehad, de welverdiende straf te bezorgen.
Omtrent hel gevangen nemen van eene bende dieven
bij Gouda, waaromtrent dezer dagen vele geruchten ver
spreid zijn, wordt van daar in een brief het volgende ge
meld: Drie personen valleden hel voornemen op, om een
rijken bejaarden boer, die in de nabijheid dier stad woonde,
le bestelen; alvorens echter daartoo over te gaan, trachtte
men nog een vierde persoon over le halen; deze laatste nu
was twee dagen geleden uit de gevangenis ontslagenwaarin
hij 15 jaren had doorgebragt; deze stemde in, om wel te
stelen maar niet le moorden, doch wat doet do laatste?
Hij legt de gansche zaak bloot aan de policie en laat hier
van aan zijne makkers niets blijken. De nacht waarin do
misdaad zoude plaats hebben, was daar; de policie had
zich gedeeltelijk in de schuur geborgen; maar wal wil het
toeval? de deur der schuur woei digt en de personen, die
in de schuur waren, werden opgeslotenzij wachtten echter
een half uur en braken toen de deur open, doch bemerkten
nog geen spoor der dieven. Eindelijk hoorde men de draai
overtrekken en de dieven klopten weldra aan de deur der
hoeve. De bewoner weigerde te openen, doch op do be
dreiging, dal men een kind des doods zoude zijn, liet men
hel drietal binnen, de vierde stond op de wacht. De agenten
hadden afgesproken, dat een pistoolschot het signaal van
den aanval zoude zijn, zachtkens werd do haan overgehaald,
afgetrokken en het schot weigerde. Terstond begon
men uit alle magt te schreeuwen en weldra had een hevig
gevecht plaats. Do knecht van den boer, een groot ge
spierd man, nam een der misdadigers bij de keel, bonsde
hem eenige malen tegen den muur, zoodat hij bewusteloos
nederviel; het licht, dat de meid bragl, werd uitgeslagen
en zij zelve kreeg zoo geducht slaag, dat zij weldra be
wusteloos nederzceg. Vervolgens wilden de boosdoeners een
raam openschuiven, om to ontvluglendoch de agenten
tikten hen zoodanig op de vingers met hunne sabels, dat
zij dit plan spoedig lieten varen. De worsteling was hevig,
want de misdadigers streden wanhopig. Eindelijk moesten
zij onderdoen en voor de oyermagt bukkenwerden geboeid
en naar de gevangenis geleid. Twee dagen later werden
zij naar Rotterdam gevoerd, waar zij bekenden 12 in getal
te zijn en hun opperhoofd een zekere S.„. was, wonende
to Gouda, in de Zevenstraat, welke mede in hechtenis
is genomen.
De bekende natuuronderzoeker Serres heeft onlangs
in de fransche akademie eene voorlezing gehouden over den
vorm der schedels, die in de graven van Frankrijk gevon
den worden. Hij zeide daarin o. a.van alle landen' van
Europa is hel Frankrijk, wiens bodem hal meest vreemde
rassen kan aanwijzen: Grieken, Romeinen, SkanjJinavie
f