Staten-Generaal.
lTSE'JWSSIJDIlTOSIlT.
«en burger, als gij betoogen wilt, dat de accijns bet vleesch niet
duur maakt,"
Eindelijk wierp men den voorstellers tegen, dat de afschaffing
zoude de arme klasse zoo weinig baten
Wij laten op die bedenking den beer van Bosse antwoorden
Wij hebben reeds bij herhaling verklaarddat wij ons niet
voorstellen een panacee te vinden Wat wenschen wij
u Wij wenschen eenvoudig eenigsints te gemoet te komen in eene
«wezenlijke behoefte der burgerklasse. Wij wenschen iets te
doen dat de schatkist toelaat. Wij wenschen dit te doen ten
behoeve van een stand die naar wij meencn op dit oogen-
y blik de meeste behoefte heeft. En men antwoordt onsde
mindere klasse zal daarvan geen voordeel hebben. Men heeft
ons met zoo kwistige hand de beschuldiging tegengeworpen
y dat wij slechts volksgunst en eigenbaat willen bejagen dat ik
regt hebom van hendie zoo zeer de afschaffing van het
y gemaal voorstaan te zeggengij zoekt volksgunstMaar is
y liet dan zoo waardat de behoeftige klasse bij aanneming van
«ons voorstel geen voordeel hoegenaamd zou genieten Ik spreek
u dit tegen. Ik houd mij overtuigd dat dit de behoeftige klasse
y wel zal bevoordeelen en waarom De zaak is zeer eenvoudig.
y Yoor zoover de behoeftige klasse eenige vleesclispijs geniet, is
«het afval, en daarvoor, ik erken het, betaalt zij weinig of
y niets in de accijnsen. Maar de burgerklassedie wij op het
y oog hebbenwordt in de vlceschconsumtie belemmerd. Hoe
y minder vleesch nu die burgerklasse consumeertdes te minder
y is ook de afval. Heeft nu ons voorstel de opheffing van dit
u bezwaar ten gevolge en wordt er door de burgerklasse meer
y vleesch gebruiktdan zal ook de behoeftige klasse langs den-
y zelfden weg een even groot of nog grooter voordeel daarvan
«trekken. En ditzelfde strekt ook ten antwoordt aan hen, die
y zoo groote bezwaren hebben tegen de afschaffing van den ac-
y cijnsen ook welligt van het tonnegeld omdat dan de uitvoer
van vleesch zal toenemen. Welnuzoo men het vee geslagt
«uitvoert, dan zal dit een groot voordeel zijn. Wanneer de
zestig of tachtig duizend beesten die thans jaarlijks naar En-
geland worden uitgevoerdhier geslagt wordendan zal dit veel
«afval hier te lande doen blijven, die nu uitgevoerd wordt, en
y waarvan de behoeftige klasse alsdan zeer zal profiteren.
Wij voegen er nog de vraag bijof niet ook tot de mindere
klasse de vleeschconsumtie belangrijk zoude afdalen indien goed
gezouten amerikaanscli vleesch hier even als te Marseille tegen 38
cents het Nederl, pond was te koopen ja zelfs al moest het pond
wegens hoogere vrachtprijzen tot 40 cents stijgen
Maart 9. Ingekomen in de T. K. 3 wetsontw. lo. tot uitbrei
ding van de regtsmagt der kantongeregten in strafza
ken, 2o. tot het verleenen van eene bijdrage voor
den aanleg van een kanaal tusschen Groningen en
Assen 3o. voor een kanaal van Grave naar den Amer.
HELDER en N1EUWEDIEP, 11 Maart 1854.
Gister avond is alhier mei avarij uit zee teruggekomen
een koldie legen oen schooner was aangezeild.
In Friesland gaat men steeds voort de longziekte onder
het rundvee met den slugtbijI te vervolgen sedert twee jaren
is men daarmede bezig; reeds is een aantal van 9825 run
deren afgemaakt; wanneer men in aanmerking neemt, dat
deze ziekte in den regel do beste runderen treft en let op
den legenwoordigen prijs van hel friesche vee, dan gelooven
wij niet te hoog te ramen, waneeer wij de afgemaakte
runderen door elkander op ƒ60 schatten; door den in
Friesland gevolgden maatregel is dus een verlies van ƒ589,500
lo weeg gebragt, verminderd altijd met hetgeen de huiden
en het vleesch der gedoode dieren hebben opgebragl, het
geen zeker niet veel zal wezen er is dus voor schadeloos
stelling uit de prov. fondsen 500,000 a 550,000 ver
leend.
Onlangs bragt de veldwachter van Haren een kolonist
uit Veenhuizen, als deserteur, naar deze kolonie terug. In
de nabijheid hiervan gekomen ontmoetten zij 4 kolonisten.
Op hot zien dezer makkers doel de deserteur poging om te
ontsnappen; de veldwachter wil dit beletten, doch wordt
door de vier kolonisten, die met schoppen gewapend waren,
aangevallen en na eenig worstelen overweldigd. Na hem
slok en sabel ontnomen en den arm gebroken te hebben,
vlugtien zij, maar werden spoedig gearresteerd en gevanke
lijk naar Assen gebragt. Ook do deserteur werd spoedig
aangehouden.
Wij vinden hier zoo schreef een Deen uit Austra
lië aan zijnen broeder in Jutland ongeloofelijk veel goud.
Voor drie weken schoot ik een wild paard, dat door 40
goudgravers feestelijk genuttigd werd.
Er zijn hier veel oogziekten. Een man uit Hamburg
loopt onder ons rond met oogwater, dat hij verkoopt voor
ƒ12 een fleschje.
Er wordt veel geestrijke drank gebruikt. Een graver had
in zijne woning een half okshoofd portwijn liggen. Die lust
had, draaide de kraan maar om. De drarik is duur, maar
wat geeft men hier om geld! Ik sprak onlangs iemand uit
een gezelschap van 4 gravers, die in 14 dagen ƒ12,000
hadden uitgegeven. Des morgens ten 8 ure ontmoette hij
een meisje, en voor klokslag 10 was hij er mede gehuwd.
Om op zijne bruiloft muziek te hebben, kocht hij een
draaiorgel voor ƒ400.
De thee die wij hier drinken, schreef een Engelschman,
is zoo dik als brij. Men kan er zijn naam op schrijven.
Die een ambt bekleedt, is arm. De bisschop van Adelaïde
klaagt, dal hij nog nooit zoo behoeftig heeft geleefd, Ar-
bcids- en dienstboden-loon is verschrikkelijk hoog, en zijnen
kinderen eene goede opvoeding te doen geven, is schier
ondoenlijk.
Het Journal de St. Pelersburg behelst eene proclamatie
van den keizer aan de russisehe natie, om haar de redenen
te doen kennen van het afbreken der vriendschappelijke
betrekkingen met de westelijke mogendheden.
Engeland en Frankrijk wordt daarin gezegd, scha
ren zich aan de zijde der vijanden van hel Christendom
tegen Rusland, dat voor de orthodoxe kerk strijdt.
Maar Rusland zal zijne heilige roeping niet verlooche
nen, en wanneer de vijanden zijn gobied aantasten, dan
zijn wij bereid hem met de van onze vaderen overgeërfde
standvastigheid te gemoet te treden. Zijn wij riiel thans
hetzelfde russisehe volk, van welks dapperheid de gedenk
waardige gebeurtenissen van 1812 getuigen? Moge ons
dan de Allerhoogste daartoe zijne hulp verleenenopdat wij
dit met do daad bewijzen
Uit Posen wordt gomcld dat de ukaso, die aan de