Een brief van de Oostzee deelt eenige bijzonderheden j mede, omtrent de nieuw op te rigten flolilje ter verdediging van do kusten van Finland. Do te Pelersburg bestaande jagtclub, waartoe vele vreemdelingen behooren en die jaar lijks belangrijke wedstrijden geeft, zal, op lust der russische regering, al hare vaartuigen ter beschikking van den staat moeten stellen. Deze vaartuigen zullen tot de op to rigtcn flotillo to Sweahorg en Kronstadt behooren. - In Zweden wordt door do bevolking groole strijdlust jegens Rusland aan den dag gelegd. Men zou daar gaarne van de curopesche verwikkelingen gebruik willen maken tot herkrijging van Finland; doch de Czaar is daarop allozins bedacht cn trekt groote troepen-massa's in Finland bijeen. Men begroot het aantal russische militairenwelke thans den iinschen zeeboezem bezetten, reeds op 50,000. Op de fin- scho werven worden thans 60 kanonneerbooten vervaardigd, welke bijna gereed zijn en waarvan men zichbij eene mogelijke landing der geallieerde fransch-engelsche troepen veel dienst belooft. Ook wordt eene telegrafische linie van Petersburg naar Finland in gereedheid gobragt. In Zweden is men bijna algemeen overtuigd dat de onzijdigheid vroeg of laat voor eene krachtdadige handeling tegen Rusland zal plaats maken en de openbare meening helt meer en meer tot oorlog over. Vooral de zwecdscho pers is zeer oorlogzuchtig. Met eene opmerkelijke vrijmoe digheid worden in de dagbladen de voordeden besproken welke een opregt en volkomen verhond met Frankrijk en Engeland voor Zweden kan hebben en het is het algemeen gevoelen niet alleen van de jonge lieden die zich hersen schimmen scheppen maar ook van eene menigte verstandi ge en bezadigde lieden, dat het meer dan een staatkundi ge misslag, dat het eene schande zou zijn, met de armen kruiselings over elkander geslagen de gebeurtenissen te blij ven aanzien, op hel oogenhlik dal de hoogste belangen der beschaafde wereld op het spel slaan. De franscbo maarschalk Sainl-Arnaud heeft eene pro clamatie uitgevaardigd, die als dagorder aan de verschillende korpsen, bestemd voor hel Oosten is uitgegeven. Daarin wordt natuurlijk over de innige overeenstemming gesproken, lusschen Frankrijk en Engeland, vroeger tegenstanders, thans bondgcnoolen. Die proclamatie eindigt aldus: Do Turken, de Egyplenaren, hebben den Russen sedert den aanvang van den oorlog, hel hoofd weten to bieden. Alleen slaande, hebben zij hel in verscheidene ontmoetingen geslagen. Wal zullen zij niet kunnen uitrigtenondersteund door uvvo bataillons? Soldaten! Do adelaars van het keizerrijk hornemen hunne vlugt, niet om Europa le bedreigen, maar om het te ver dedigen. Draagt ze nog eenmaal, gelijk uwe vaderen zo vóór u hebben gedragen. Herhalen wij allen, als zij, al- alvorens Frankrijk to verlaten, den kreet, die hen zoo me nigmaal ter overwinning voerde: leve de Keizer!" De londonsche Globe berigl dat de Porte, na zich lang le hebben laten bidden, eindelijk aan een uitgeweken Pool van hooge afkomst, den graaf Zumoïskivergund heeft een poolsch legioen le vormen en daarmede in de turksche krijgsdienst le treden. Wanneer dit korps in goreedheid gebragt is, zou liet naar Rleiu-Azie gezonden worden om m Georgië aan den strijd tegen de Russen deel te nemen. Do parijschc Constitulionnel voegt daarbij, dal bij het turksche leger in Klein-Azie, volgens een bij de Porto ont vangen officieel rapport, eenigo uil het russische leger ge deserteerde Polen aangekomen waren, die verzekerden dut wol 12000 Polen hel russische leger zouden verlatenzoodra zij de poolscho vlag onder do turksche troepen zagen wap peren. Men weet dat de poolscho soldaten door hel russische gouvernement sedert lang bij voorkeur naar ver van bun geboorteland verwijderde garnizoenen en bepaaldelijk naar den Kaukasus gezonden werden. In do gevangenis van Newgale zit thans de koning der helers van gestolen voorwerpen zijn lol af le wachten. De ze man dreef zijn beroep op een waarlijk groote schaal, hoewel hij, naar men zegt, bij voorkomende gelegenheden ook geen kleinigheden versmaadde. De voorraad van zijn magazijn is door de politie in beslag genomen en naar het Mansionhouso overgebrugtom de verscheidenheid en talrijk heid der voorwerpen, noemt de volksmenigte hel de groote industrie-tentoonstelling. Talrijk zijn de geruchten, die om trent dezen gevangene in omloop zijn: zoo verhaalt men dal hij, in weerwil dat zijne vrouw in een cllendigen winkel iri Petlicoatlane in oude kleederen handelt, 20,000 pond ster ling bij zijn bankier heeft liggen dal meer dan 50 gehei me voerlieden in zijne dienst stonden, en dat twee naar Au stralië vertrokken driemasters door hem met gestolen goede ren bevracht zijn. Op den amerikaanschen snelzeiler Souvereign of the Seas die uit Meihourno niet eene lading goud van 35,000 oneen op de Theems is aangekomen is gedurende de over vaart eene muiterij uitgebroken die slechts met den bijstand van de lusschendeks passagiers is onderdrukt. Het gebeurde juist onder de linie, toen een der matrozen (een Engelsch- man) mei een passagier twist kreeg, en zich zoo dol aan stelde dat de kapitein hem in boegen moest laten slaan. De helft der bemanning trok partij voor hem en bedreigde den kapitein dat zij zich van hot schip zouden meester maken wanneer de kapitein den gevangene niet losliet. Naar het schijnt was de twist met opzet gezocht en de mui ters zochten eene gelegenheid het schip benevens de lading goud in hunne magt le krijgen. De passagiers zagen het gevaar in lieten zich door den kapitein van wapenen voor zien en hiolpen hem om de belhamelstien in getal le overweldigen en in boeijen to klinken. Daarbij verwonde de kapitein bij ongeluk een zijner officieren met een pis toolschot waarmede hij den hoofdmuitor wilde treffen. Het schip ligt thans in do wcst-indische dokken en de muiiers zijn in handen der politie overgeleverd. Itui gcrJijlie Stand van 39 April Mei 1854. GEHUWD: A. Korff en G. Brand. J. Moorman en M. J. Winter. J. J. Bruin en C. W. D Orth. J. II. Dekker cn R. Kieuwers. D. A. Cohen en E. J. Tabak, W. Flipse en J. Zondag J. Holm en Kmiijver.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1854 | | pagina 2