GEMENGDE BEBIGTEN, EENE SMELTENDE GESCHIEDENIS. A d v e r leut i n. riglen welke het J. cl. St. Pclersbourg overneemtgefui- gen eenparig dat do bemanning der vijandelijke oorlogsche pen zeer gering in getal en slecht zamengesteld ishel zijn meerendeels lieden, die men van vreemde koopvuardijscho - pen afgenomen heeft zij zijn aan de zee weinig gewoon en geheel ongeschikt \oor de zeedienst. Er bevinden zich onder hen vele kinderen van naanvvelijks 12 jaren (alleen op het schip van den admiraal Dundas zouden zich 200 zulke kinderen bevinden.) Men bespeurt onder do beman ning een volslagen gebick aan alle krijgstuchtde manoeu- vcrs geschieden langzaam en met veel geschreeuw; de ma trozen en zelfs do officieren morren hij herhaling over den slechten toestand der levensmiddelen er hcerschen vele ziekten aan boord cn de sleifte is buitengewoon groot. SturgcrSijlke Stand van 1? 24 Junij 1854. GEHUWD: J. W. London en M. Steeman. IC. Edelenbosch en S. de Jong. W. H. Nung en D. Westerliout. BEVALLEN: G. Venderbos geb. Labij, Z. C. M. van Erp geb. de Zwart, D. H. Hin geb. Kan, D. S. de Klerk geb. van der Meer, D. M. de Waal geb. Admiraal, D. OVERLEDEN: M. C. Borgman 39 j. A. Spigt 40 j. W. Bregman 19 j. De grieksche opstand ligt op sterven in Macedonië, Thes- salio en Epirus. De leden van de E. K. hebben bij hun nen president gedineerd. De engelscho vloot van 29 schepen heeft zich in de Oostzee met de fransche, tellende 18, vereenigd. In Belgie is een jongeling van 21 jaren ondertrouwd met eene matrone van 74, welke sedert 29 jaren weduwe was. L.l. zaterdag werden te Londen 24 ncderlandsche schepen naar de ausfralischo volkplantingen bevracht. - In Rotterdam is eeno 17jarige schippersdochter over boord geslagen en verdronken. Te Wemeldingen is eeno vrouw ontijdig verlost van 3 levenlooze kinderen en weinige dagen daarna overleden. De keizer van Rusland zal met zijn zwager van Pruissen eene zamenkomsl houden te Neustadt, bij Tilsil. Uit Texas wordt gemeld, dat de Indianen verschrikkelijke rooverijen plegen, gepaard met doodslag. De kommandant van Sweaborg heeft de ka nonnen en ammunitie der ruiterij gestolen en verkochten in plaats van do weggenomen kanonkogelshouten kogels vervaardigd cn zwart doen verwen verder had hij twee schansen doen slechten en in een tuin veranderen. De zer dagen is een doodgraver te Bergen op Zoom betrapt die varkenshokken van doodkisten wist te makcrihet nieuw ste hout behaagde hem doorgaans het meesthetwelk bleek aan de opgraving eener kist die pas acht dagen onder de aarde bedolven geweest was. IMN" 4E3 BC JC-rf JBLd JS&2 rMT' «t® JNM" Een kastelein in eene noord-amerikainsche bergstreek was bezig zijne herberg te sluiten en zag, terwijl hij buiten in de sneeuw de luiken digt maakte, dat iemand, die nog in de gelagkamer zateen pond versche boter van een plank sta) en snel in zijn hoed verborg..Blijf nog wat John, zei de kastelein, terwijl hij binnentrad, de deur achter zicb sloot, ên Je sneeuw van zijne Lleeren afsloeg. Ga zitten John op zoo'n avond kan iets warms geen kwaad: kom, ga zitten." John twijfelde: hij had de boter en wilde zich nu maar hoe eer hoe lieyer wegpakken maar het vooruitzigt op «iets warms," bragt zijn besluit, om dadelijk te vertrekken, aan liet wankelen. Weldra echttr vatte de ware eigenaar der boter John vriendelijk bij den schouder en plaatste hem op een stoel, digt bij den kagchel, waar hij door vaten en kisten zoo gebarrikadeeid was, dat zoo de waard voor hem ging zitten, bij onmogelijk ontwijken kon. «John, we zullen 't hier een beetje warm maken," zeide de waard, terwijl bij de kagclieldeur opende en zooveel brandstof inlaadde, als maar mogelijt was; «warm je nu maar ferm, opdat je niet onderweg bevriest." John voelde dat de boter reeds aan zijn haar kleefde en sprong °P zeggende, dat hij gaan moest. Niet voor dat ge iets warms gebruikt hebt, ook moet ik u nog iets vertellen, ga dus maar zitten," en John werd door zijn slimmen kwelgeest weder op zijn stoel geplaatst.O 't is vervloekt heet hier," zeide de dief, nogmaals trachtende op te staan. «Ga zitten, ga zitten, ge zult zooveel niet te verzuimen hebben hernam de waard, hem nogmaals op zijn stoei plaatsende.Maar ik moet de koeijen nog voeren, hout hakken en moet dus voort." Nu ga ten minste niet dadelijk weg De koeijen zullen niet verhongeren: gij schijnt waarlijk angstig te zijn. Nu haalde de waard twee dampende glazen grog te voorschijn, op wier gezigt John de haren te berge waren gerezen, indien ze niet aan het hoofd waren vastgekleefd geweest. Uier John daar is een stuk geroos terd brood, de boter kunt ge er zelf opsmerenzei de waard met zu'k een onnoozel gezigt, dat John niet merkte hoe het was. «Kom John laat ons eens klinken," vervolgde hij. De arme John kon geen woord in brengen, de boter liep hem droppelsgewijze laDgs hoofd en aangezigt eo zijn zakdoek was er meê doorweekt. 'tls schrikkelijk koud van nacht lei de waard. Maar gij schijnt het nog al warm te hebben. Waarom neemt ge uw hoed niet af? Geef hier ik zal hem ophangen." «Neen!' riep de arme John eindelijk, door eene wanhopige poging zijne tong in beweging brengende, en zijn hoed krampachtig vasthoudende; «neen, ik moet weg, ik ben niet wel, laat mij gaaQ." Een stroom boter vloei de nu over het aangezigt vau den dief, doorweekte zijne kleederen en baande zich in duizend beekjes een weg tot zijne voeten. Nu, als gij dan toch niet blijven wilt, ga dan maar, John; goeden nacht, slaap wel. zei de boertige waard, en riep toen, terwijl John zich ijlings uit de voeten maakte: «De grap, die ik daar met u gehad heb, buurman, is zijne twaalf centen wel waard en ik zal u daarom voor het pond boter niets rekenen. Met vijanden om te gaan alsof zij eenmaal onze vriendenen met vrienden alsof zij eenmaal onze vijanden moeten worden, is iets dat niet goed overeen te brengen is, noch met het eigenlijk wezen van den haatnoch met dat der vriendschapwijze staat kunde nogtans schrijft zulk eene gedragslijn voor. Napoleon was een zeer slecht danser. Eens danste hij met eene gravindie niet nalaten kon over zijne gekke houdingen te blozen. Toen hij haar naar hare plaats terugbragtzeide hij«Mevrouw denk er toch aan, dat het mijn geliefkoosd werk niet is, zelf te dansen, maar wel om dit anderen te laten doen. Ondertrouwd: P. P. DU IN K ER en E. I. ZWAAL. Nieuwediep, 22 Junij 1854. Ondertrouwd: G. J. WuBBE, van het Nieuwediep en C. C. M. D A EL. Gend, 23 Junij 1834. Algemeene kennisgeving.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1854 | | pagina 3