en brandhout ach ter it it le doen drijvenaan een ander eind louw, eunzoo toegezonden, bevestigden do verblijde opvarenden hun visschersnetvlo bron van hun bestaan, die zij tevens vvenschlen to redden; men zou juist do tou wen op do 1'roteus gaan inhalen toen eene zware zee beiden «leed afbreken. Do visschcis waren weder ter prooi der golven en met hun reddeloos vaartuig in een oogwenk op een grootcn afstand van hel schip. Hun geschreeuw en gejammer was hartverscheurend; ieder oogenhlik van verwijl kon hun den dood aanbrengen. In dit beslissend oogen- blik bet de eerste stuurman M. Koenen do kleine sloep uit bare takels en sjorrings kappen en in zee brengen hij vroeg aan de bemanning, wie hunner het met hem wagen wilde, om de ongelukkigen tc gaan redden, en toen nie mand zich opdeedliet de moedige jongeling zich alléén langs een touw in de ranke boot zakken. Op zijn vernieuwd aanzoek om helpers voegden zich de bootsman P. Molenaar cn do timmerman W. Boogaard hij ben). Dat brave drietal was gelukkig genoeg liet visschcrsvaartuig te bereiken maar bet was ondoenlijkal de schipbreukelingen op eenmaal over te nemen. Nadat de stuurman hun met groote moeite bad beduid, dal, indien zij het schip mugten bereiken, hij terug zoude keeien gingen drie Chinezen in do sloep en tevens de inlandsche matroos van de Proleus (die zich zoodra een der touwen was vastgemaakt geworden langs hetzelve naar het wrak bad begeven om de menschel) in te lichten boe zij handelen moesten.) De wanhoop der drie overige visschers laat zich niet beschrijven; het ge- vaarlijko van den togt inziende, konden zijniet verwachten, dal de sloep werkelijk zoude terugkceren. De stuurman met do andere menschenvriendcn mogl het gelukken hel schip weder te bereiken; zoodra nu de geredden overge gaan waren cn uil de sloep het water geledigd was, keer den zij vol uioed naar het vaartuig terug hetgeen spoedig genoeg ging, daar het visschersvaartuig beneden wintls van de Proleus lag doch des to hagchelijker werd de tweede teruglogl. Eene hooge zee sloeg over de sloep en vulde haar schier vol water. Nog echter verloren onze wakkere zeelieden niets van hunne geestkracht: zij zetleden zich te loefwaard om met alle kracht de zee legen hunne ruggen te doen breken en hoosden het overtollige water uit de sloep. Eindelijk na veel moeite groote inspanning en le vensgevaar, kwamen alle behouden op hel schip aan, waar de geredden zich voor den stuurman neder wierpen en hem hunne diepe erkentelijkheid betuigdenen waar een van die looneelen plaats vond waar de bedrijven van eene groote daad ongetwijfeld reeds bel grootste loon ontvangt dat op aardo voor hem kan weggelegd zijn. Drie dagen later liep de Proteus op de reedo van Hongkong en zette de behoudene schipbreukelingen aan wal. In deze maand zal do lang verwachte tentoonstelling van kinderen in Caroliua plaats hebben le prijs voor een kind van 3 jaar, 1 zilveren beker ter waarde van 50 dol lars; 2e prijs voor een kind van 1 jaar, 1 zilv. beker en 25 dollars; 3e prijs voor een kind van 6 maanden, 1 zilv. beker en 10 dollars. De ouders moeten in inlandsche stof gekleed ziju. Uit Denemaiken meldt men: Het Mormonismus maakt dagelijks groote vorderingen hier te lande lol in de klein ste gehuchten vindt men tegenwooidig Mormonen. Op het eiland Amack dat slechts door eene brug van Koppenhage gescheiden is, zijn bijna al de vrouwen lot bet Mormonis- mus overgegaan. Vijf honderd Jullanders slaan op het punt om naar de volkplanting der Mormonen in de Vereenigde Stalen le vertrekken. De Lloyd bevat de proclamatie van eenige aanzicn- j lijke bewoners uit Montenegro, waarbij zij do gchoorzaam- heid aan den vladika Danielo opzeggen en de Montenegrij- nen tot opstand oproepen. In dit curieust: stuk worden verscheidene grieven tegen Danielo, den onwaardigen neef van Petrovich opgesomd en wel voornamelijk dat hij een al le groote bewonderaar van bet schoono geslacht is en te veel aan Bacchus offert niet tevreden zegt deze procla matie onder anderen met onze schoono vrouwen en doch ters te verleiden heelt hij ook eene huitenlandsche vrouw gehuwd en bij het avondmaal op Paschen dronk bij drie Mrsica wijn terwijl zijn brave oom Pctrevich zich niet een hahe «Mrsica vergenoegde. Volgens de jongste beriglen uit Montenegro evenwel, is do rust aldaar geheel en al hersteld zijn de woningen der opstandelingen verbrand en hunne goederen in beslag genomen. De amerikaanschc bladen bespreken thans het tusschen do Vereenigde Staten en Japan gesloten traetaat. Volgens hunne lezing zijn twee havens in Japan voor den ameri- kaanschen handel opengesteld, namelijk die van Sarnodi op hel eiland IViphon, gelegen op 40 of 50 mijlen west van den ingang der baai van Jeddo en die van Chickadara op het eiland Yesso, in dat gedeelte van het district Mastmay, dat in de straat van Sanga uitkomt. De eerste dier havens zal een depót van steenkolen voer de stoombooten ontv urigen thans bezit do plaats eene bevolking van 15 lot 20,000 zielen; zij is gelegen op gcringen afstand van de voornaam ste middenpunten van de japansche nijverheid. Do andcro plaats is gelegen in de streken welke de walviscbvaarders bezoeker) en waar de bemanningen der gestrande schepen eertijds zooveel wreedheden hadden" le verduren, ten gevolgo van de beperkende japansche wetten. Op die punten mo gen de Amerikanen consulalen vestigen, terwijl het aan de amerikaansche residenten vergund is twaalf mijlen in het binnenland door te dringen. Voor cenigen tijd is te Exelcr, in Engeland, een kleermaker gestorven, genaamd Brunskil, die van niets be gonnen was, cn aan zijne drie kinderen een vermogen van 200,000 ponden slerlings heeft nagelaten. Gedurende de 7 eerste jaren, dat hij zijn handwerk uitoefende, pleegde hij dagelijks, den zondag niet uitgezonderd17 uren te wer ken. Hij beroemde zich, dat hij de eenige man was in Engeland, die dagelijks 40 cngelscho mijlen ver rijden en voor 40 man kleeren kon snijden. Zijne uitgebreide klecr- makerszaak bragt hem in den laatslcn tijd 25,000 ponden sterlings jaarlijks op; buitendien deed hij ook zaken met jongelieden, die een aanzienlijk vermogen te wachten hadden. Volgens proefnemingen van prof. Whealstone doorloopt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1854 | | pagina 2