GEMENGDE BERIGTEN. Als eene bijzonderheid deell men uil Emden mede dal eene vrouw, die zich naar Dannenberg wilde hegoveu, om er haar tweeden man, die haar slecht behandelde, voor het geregt te verklagen, onderweg uit wanhoop in het water sproug, en, daaruit gered zijnde, eensklaps lot de bekentenis kwam dat zij voor 20 jaren haar eersten man had vergif tigd en lol die gruweldaad door haar tegenwoordigcn man was verleid. Beiden, man en vrouw, werden daarop in ver zekerde bewaring gesteld. Men weet, dat op dit oogenblik aller aandacht op Sebustopol gevestigd is. De algemt-ene nieuwsgierigheid naar al wat het beleg dezer vesting betreft, is ten hoogste ge spannen en naar bet schijnt zijn de dagbladen, de stoom, de eleclriciteitde dansende talels, zelfs de lartaarsche depêches nog niet voldoende om deze nieuwsgierigheid te i o o o voldoen en heeft men daarom zijne loevlugt genomen tol een nieuw middel, te weten tol het somnambulismus. Men verzekert, dat Ie Orleans eene slaapwandelaarster is geraad pleegd, en dank zij hare clairvoyanceheeft deze de krijgs operatie!) der belegerden zoo verhaalt menbijgewoond en is zij in staal geweest bijzonderheden dienaangaande mede te deeien. Zij heeft de vesting zien beschieten, haar in brand zien slaanbestormen en ten slotte innemen. Den 20slen October is Sebastopol, volgens het zeggen der som nambule, ingenomen, na eene kanotinade, welke vijf dagen geduurd heeft. Het staat nu te bezien of do somnambule gelukkiger zal zijn met hare nieuwstijding dan in der lijd de beruchte Tartaar en of voortaan de somnambuüstische berigten de lelegrafischo met voordeel kunnen vervangen. Van eene geloofwaardige en goed onderrigle zijde wordt verzekerd, dat de kansen op eene openbare breuk tusschcn Oostenrijk en Rusland al meer en meer veld win nen en dat naar allen schijn eene reglstreeksche verklaring tussehen Weenen en Petersburg niet lang meer op zich zal laten wachten. Te Weenen ziet men do terugroeping van prins Gorlschakofl van zijnen post als buitengewoon gezant van Rusland aan het ooslenrijksche hof in den aanvang van November te gemoetin dit geval zal do heer v. Fouten de leiding van het russische gezantschap te Weenen zoolang waarnemen, ad interim, als de omstandigheden dit zullen vorderen. Een telegrafisch berigtuit Konslanlinopelvan 15 October meldt, dat het stadje Eopatoria weder door de Russen is bemagtigd en dat de kleine bezetting der gealli eerden, welke zich aldaar bevond, onder den kapitein Broek, met verlies van een stuk geschut aan boord der oorlog schepen de wijk had genomen. - Uit de Oostzee komen in Engeland thans dagelijks schepen aan; het zijn de voorboden van sir Charles Napier. De Lighlning was van alle sfoomboolen de werken van Kroonstad het digtst genaderd. Volgens de officieren van dien bodem, is de ingang der haven zoo eng, dat slechts één schip to gelijk er door kan varen en dat nog wel onder hel vuur van 104 stukken. Is dit gelukkig volbragl, dan heeft men bij den binnen-ingaDg der haven weder een vuur van 208 stukken door te slaan. Dan eerst komt men in de haven, die 12 linieschepen bevat. De muren van de forten zijn van graniet ter dikte van 18 voet gebouwd, en een aanval daarop zonder een geducht landingsleger, zoude ver- geefsch werk zijn. In do londensche bladen leest men dat er in Engeland thans vijf en dertig vaartuigen gebouwd worden, om in het begin van het voorjaar bij de krijgsoperatien legen Rusland in de Oostzee te dienen, te weten vijf drijvende batterijen die een achlduims plaatijzer beslagen dek hebben en van buiten bekleed zijn met honderd ijzeren platen vart vier duim dikte, waardoor zij tegen allo kogels en bommen bestand zullen zijn (deze vaartuigen zullen elk zes kanonnen van verre dragt, naar Lancasler's uitvinding, voeren) tien bombardeergaljoten, elk twee of drie mortieren van de grootste soort voerende; en twintig kanonneerhootenslechts omstreeks vier voel diep gaande, en inzonderheid voor krijgs operatien op de rivier de Newa bestemd. Bijzondere berigten te Parijs ontvangen honden in, dat prins Menlschikofl' over eene veel sterkere krijgsmagl beschikt, dan men gemeend heeft en dat zijne armee, met de versterkingen die naar Perecop gezonden zijnen de 20,000 man, die nog altijd te Baktschisuraï slaan, wel op ongeveer 100,000 man kan geraamd worden zonder to rekenen hel garnizoen van do vesting. Is dit het geval dan is het niet onwaarschijnlijk, dat do russische slrijdmagt nog eens de kansen van een veldslag waagt. O O O Te Pelersburg is ontvangen eene depêche van Prins Menlschikoff, gedagteekend van den nacht tussehen 20 en 21 dezer. Zij behelst ongeveer het volgende: Ons vuur beantwoordt met goed gevolg het vijandelijk vuur. De schade door den vijand aan onze vestingwerken aangerigl is slechts van weinig beleekenis. Van den zeekant heeft de vijand den aanval niet hernieuwd. Een gedeelte onzer re serve is reeds aangekomen, hel overige wordt te gemoet gezien. ISurgerlijke Stand vat» '~1 38 ïïetolber GEHUWD: H. Graaff en W. Noot. D. Min en L. Vlaar. T. Klinkspoor en G. Nugter. J. D. Filarski en M. Kuijt. L. Boendermaker en A. Reinhout. H. J. Bos en E. Jacobs. J. Besther en J. M. de Boer. BEVALLEN J. Quast geb. Dijker, D. M. Smit geb. de Jong, D. C. Verburgt geb. Kuijstermans, D. A. Vis geb. Hin, D. D. Hirsch geb. Bak, Z. H. Kaptein geb. Ver schoor, Z. J. J. Zwaanshals geb Uijtenhooven, D. M. Klaver geb. Koning, D. Levenloos aangegeven 1. OVERLEDEN: W. van Bommel Tielkes 33 j. J. Linnet 5 w. J. Giltjes Czn 56 j. A. C. Mulder 60 j. P. Die naar 8 w. A. P. Smeets 52 j. J. van Amersfoort 12 j. C. M. van Delft 19 m. J. Bosgra 2 j. Prins Napoleon heeft een huwelijk met een dochter van koning Leopold in den zin. De maarschalk St. Arnaud is begraven in zijn uniform en gewikkeld in een aan do Russen ontnomen vaandel. In Henegouwen is een brui-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1854 | | pagina 2