A A N B E S T E D1 V G.
natie opiewekkondan dat hetwelk in April des vorigen jaars afge
treden door de constitutionele partij werd gesteund?
En wanneer de Heer v. Forevst het een bedroevend verschijn
sel noemt, dat de politieke strijd meestal over personen en vor
men wordt gevoerd, welke partij ina.ikt zich minder schuldig aan
personen questie dan die der eoustitutionelcn. Herinner u hel
vorig jaar, let hoe de personen der afgetreden ministers aange
vallen werden en verguisd door aanhangers en bondgenooten van
het gouvernementlet met hoeveel kalmte en waardigheid die
aanvallen beantwoord werden en dediscussicu der constitutionele!)
zich tot de zaken bepaalde.
En strijd over de vormen? wie brengen de qnaeslie der vor
men meer op hel terrein dan zij cic rcglstreeks of zijdelings
de grondwet bestrijden en ons terug willen voeren en gelijk de
Heer van Forccst over abstracte beginselen redeneren.
He gehcele constitutionele partij heeft gaarne de politieke
geloofsbelijdenis ook door den lieer van Foreest aangehaald on
derschreven gccne volkssouveieinileitgeciie democratie geen
«algemeen stemregt, de constitutionele monarchie overeenkomstig
de grondwet niets meer, niets minder!
Maar juist daarom heeft de constitutionele partij over dc rrgc-
rings vorm niet te strijden, mits zij gehandhaafd, niet geschon
den worde.
Voor den Heer v. Foreesl is dat niet genoeg hij wil een
stap verder gaan en dat men zijne zienswijze omtrent staatsregt,
omtrent rcgeringsbegiuselen zal bloot leggen. Onder iedere
regeringsvorm is willekeur mogelijk, kan de individuele vrijheid
gevaar loopen."
Wat de lieer v. Forcest hier bedoelt met de zienswijze om
trent staatsregt is ons volkomen duister. Onze grondwet be
vat ons staatsregten waartoe dan ter gelegenheid van eenc he-
grooling over abstract staatsregt gehandeld. Maar de Heer v. Fo
reest schijnt niet te begrijpen waarom de constitutionele partij
met de grondwet is ingenomen namelijkomdat zij naar den
tegenwoordigen toestand der maatschappij boven alle andere vor
men de meeste waarborgen geeft tegen willekeur en misbruik van
magt.
Onzin is het dcrhalven wanneer de Heer van Foreest zegt
dnt de constitutionele partij daardoor wil zeggen niet de wil van
den Vorst, niet de wil van hel volk, maar de wil van de wet
gevende magtmoet de grondslag van ons staatsregt zijn. En
wanneer hij er hij voegt, dat wat naar inzien van de wetge-
vende magt in hel algemeen belang wordt geacht Ie zijn regt
isdat daaraan dc belangen de iuzigtcu der minderheid ten
offer moeten worden gebiagt," dan doel hij een dier banale
beschuldigingen van de antirevolutionaire partij hooren die klin
ken als een hol vat maar even leeg van zin zijn.
Gewis ieder kan dwalen. He leden der Tweede Kamerdie
der Eerste Kamer, de Koning zelf kan dwalen, maar wanneer
die allen na gezel onderzoek van oordeel zijn dat eenc bepaling
niet in strijd met hel regt, en in liet belang des lands is, dan
zal cene minderheid die overstemd is, beter doen bescheiden tc
twijfelen, of zij zelve ook kon dwalen, dan van willekeur Ie spreken.
He Heer van Foreest heeft als advokaal gepractiseerd en waar
schijnlijk wel eens een proces verlorenmaar wij betwijfelen of hij
dan den regler van willekeur en miskenning van regt, heeft durven
beschuldigen. Het was slechts een verschil in opvatting van liet
regt. Maar waarom dan van willekeur gesproken, wanneer<lcmeer
derheid der wetgevende magt in liet oordeel omtrent regt en alge
meen belang van hem verschilt. Men zal bij zoodanig verschil van
opinie wel de beslissing aan de meerderheid moeten overlaten.
liet is eene valsche (volmaakt groene) voorstelling als men zegt
de wil der wetgevende magt is liet hoogste regt: naauvvkeurig uit
gedrukt zal men zeggen, de wetgevende magt beveelt, spreekt uit,
wal zij voor regt houdt en in 's lands belang noodig acht.
Indien men de zucht der individuele vrijheid niet zoo ver drijft
om alle wetgevers weg te jagen en alle handen te slaken zal men tot
zoodanige magt komendie als de hoogste magt beveelt wat gedaan
en gelaten moet wordenen waaraan ieder ook hij die een ander in-
zigt heeft, zich zal moeten onderwerpen.
Maar genoeg voor dit maal welligt dal wij later nog eens op de
aphorismen terug komen, waarin de Heer van Foieest ziju^begrip
omtrent staatsregt uitspreekt.
Op Woensdag den 13 December 1854, des namiddags ten twee
ure, zal onder nadere approbatie door den Staatsraad Commissaris
des Konings, in de Provincie Noordholland, of bij deszelfs af
wezen door een der leden van de Gedeputeerde Staten, in bijzijn
van den heer Itoofd-Ingenieur van den Waterstaat, aan bet Gou-
vernements-gebouw in de St. Jansstraat te Haarlemvoor rekening
van Kerkvoogden worden aanbesteed.
Het doen van eenige herstellingen aan de kerk der
Hervormde Gemeente te Hensbroek
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving.
Het bestek waarop de bedoelde aanbesteding zal plaats hebben
zal ter lezing liggen boven en behalve aan het Gouvernements
gebouw te Haarlem, in de voornaamste logementen en koffijbuizen
als: te Amsterdam in het Noordhollandsche en Poolschc koffijhuis en
in de Kalverstraatin het wapen van Mcdemblik op den Dam,
in het Vosje op het Bokin, in het Harlinger Veerhuis op de Texel
sche kade, in de Nieuwe Stadsherberg aan liet IJ en in de Bel
op den hoek van het Haarlemmerplein; te Haarlem in de Kroon,
in het Noordhollandsche koffijhuis, in de Boskam, in den Glazen-
wagen en bij A. Houtman; te Alkmaar in den Booden Leeuw, iu
de Toelast en in liet wapen van Haarlem; te Hoorn in den Doe
len en in het onafgemaakte Schip; te Purmerende in de Vergulde
Boskam; te Mcdemblik in de Valk; te Nieuwediep bij Ihnen en
in den Burg; tc Helder in liet Heerenlogement; te Enkhuizen in
de Valk; te Monnickendam in den Doelen; te Zaandam in den
Otter; te Buiksloot in het Boode Hert; te Edam in het Heeren
logement; te Beverwijk bij S. Bronkhorst; te Wecsp in de Boskam;
te Muiden in het Hof van Holland; te Naarden bij Jurrissen; en
te Hensbroek op het Baadhuis en bij Kerkvoogden.
Zullende vier dagen vóór den dag der aanbesteding en alzoo
op Zaturdag den 9 December aanstaande door de zorg van den
heer Hoofd Ingenieur van den Waterstaat de noodige aanwijzing
worden gedaan en inmiddels zoo bij Z.W.E.G. als bij den heer In
genieur P. J. H. Haijward te Alkmaar en bij Kerkvoogden de
verlangde inlichtingen te bekomen zijn.
ITI^ITTTSTIJDÏITGS 1T.
HELDER en NIEUWEDIEP, 2-December 1854.
JIwoensdag avond werd alhier in de Wesler Kerk hel
vijfentwintigjarig bestaan herdacht van de afdeeling Helder
van het Bijbelgenootschap,
De WelEervv. heer J. H. Sonstraldie sedert de oprig-
lirig van het genootschap als secretaris fungeerde, trad voor
de gemeente op en gedacht aan hetgeen door de afdeeling
Helder gedurende 25 jaren lot bevordering van het Bijbel
genootschap was verrigt.
Naar aanleiding van Jes. LV1013, sprak Z. W.
Eerw. woorden van opwekking tol de talrijke toehoorders1,
en mogt hunne aandacht in hooge male boeijen.
De rede werd afgewisseld door do schoone uitvoering
van toepasselijke feestzangendoor de Zangvereeniging Nut
en Genoegen, onder de leiding van den heer P. Uurbanus,
waardoor do plcgtigheid niet weinig werd verhoogd.