AANBESTEDING. In liet wetten maken slaagde hij minder dan in geld uitgeven. Zijne min of meer llussisch gekleurde wet op de inkwartiering inogt den bijval der Kamer niet verwerven. l)e minister van Marine Enalie was niet zoo gelukkig.Zijne begrooting werd verworpen grootcndecls door de aanhangers van het ministerie, naar men zegt op een wenk van zijn collega's, die hem wilden ter zijde schuiven en liever een persoon met het minis terie van Marine belast zagendie eene zekere min of meer wei felende coterie vertegenwoordigende eeuige stemmen aan het wag gelend Ministerie zoude kunnen schenken. Hoe veel schooner had zijne aftreding in 1853 geweest, vallende in den strijd der beginselen voor een volkswaan dan nu vallende omdat hij in den weg staat van hen die zijne vrienden heeten Pafiud de minister van Koloniën mogt twee belangrijke wetten die van zijn departement uitgingen zien aannemen die tot herstel van het muntwezen in Indien, door de amendementen van den vorigen minister van Financien vanBosse zoo aanmerkelijk gewijzigd en verbeterd, dat Pahud liet vaderschap naauwelijks kan reclamereu. De andere wet was die op het beleid der regering in Neder- landsch Indiën, grootendeels onder het vorig ministerie bearbeid en waarin nu de sporen van teruggang maar al te zigtbaar waren. Opmerkingswaardig is de drift geweest, waarmede men de behan deling dier wet voor het sluiten der zitting heeft voort- en doorgedreven. Het was als of men de noodzakelijkheid gevoelde, om die wet in de kamer die in de April-storm met het ministerie was ver rezen en door gemeene oorsprong naauw verbonden was, moest afgehandeld worden als of men vreesde dat de verandering van personeel door de nieuwe verkiezingen veroorzaakt een noodlottige invloed voor de regerings-voorstellen kon hebben. In geenerlei opzigt is de teruggang naar de dagen van voor 1848 toen v. Hall ook aan het bewind was meer tastbaar voor iederdan in de vermeerdering van uitgaven bij alle ministeries waardoor de buitengewone zegeningen die in het algemeen en in het bijzonder ten opzigte der batige sloten van onze Oostindi- sclie bezittingen ons land te beurt vielen voor een groot deel verloren gaan. Men zal dit beseffen, wanneer men bedenkt dat, terwijl men nu onderling verschilt, of de accijns op de turf of die op de rogge zoude kunnen worden afgeschaft en de regering weer andere plannen zegt te hebben, ecu budget, als onder het minis terie Thorbeckede geheele afschaffing van den aecijns op het gemaal zoude veroorloven. AANBESTEDING. Op Woensdag den 17 Januarij 1855, des namiddags ten twee ure, zal onder nadere approbatie door den Staatsraad Commissaris des Konings, in de Provincie Noordholland, of bij deszelfs af wezen door een der leden van de Gedeputeerde Staten, in bijzijn van den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat, aan bet lokaal van het Provinciaal Eestuur te Haarlem, worden aanbesteed: Het doen van eenige aanbouwing en veranderingen in de lokalen aan de mannenzijde van het Genees kundig Krankzinnigen-Gesticht Meerenberg te Bloemen- daalmet de leverancien, daartoe benoodigd. Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving, volgens het bepaalde bij artikel 13 van het voor dit werk opgemaakte bestekhetwelk zal ter lezing liggenbehalve aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur voornoemden aan het Bureau voor bui- tenlandsche paspoorten te Amsterdamin de logementen en koffij- huizen waar de bestekken van waterstaatswerken gewoonlijk worden nedergelegd, zoomede aan het gesticht voornoemd, bij Jans te Bloemendaal, en in het logement Velserend. Acht dagen vóór de besteding zalzoo veel noodigaanwijzing in loco worden gedaan; inmiddels zijn verdere informatien te be komen bij den heer van der Linden, Architect, wonende in het gesticht Meerenberg. Op Woensdag den 17 Januarij 1855, des namiddags ten twee ure, zal onder nadere approbatie, door den Staatsraad Commis saris des Konings in de provincie Noord hollandof bij deszelf* afwezen door een der Leden van de Gedeputeerde Statenin bijzijn van den heer Hoofd-lngenieur van den Waterstaat, aan het Gou vernementsgebouw, in de St. Jansstraat, te Haarlem, voor rekening van Kerkvoogden, worden aanbesteed: Het bouwen van eene nieuwe Kerkvoor de Hervormd. Gemeente te Hem, (burgerlijke gemeente Venhuizen) met de leverancie van de daartoe benoodigde materialen. Deze aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. Het bestek waarop de bedoelde aanbesteding zal plaats hebben zal ter lezing liggenboven en behalve aan het Gouvernements gebouw te Haarlemin de voornaamste logementen en koffijhuizen als: te Amsterdam in het Noordhollandsche en Poolsche koftijhuis en in de Kalverstraatin het wapen van Medemblik op den Dam, in het Vosje op liet Rokin, in het Harlingcr Veerhuis op de Texel- sche kade, in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ en in de Bel op den hoek van het Haarlemmerplein; te Haarlem in de Kroon, in het Noordhollandsche koflij huis, in de Roskam, in den Glazen- wagen en bij A. Houtman; te Alkmaar in den Rooden Leeuw, in de Toelast en in het wapen van Haarlem; te Hoorn in den Doe len en in het onafgemaakte Schip; te Purmerende in de Vergulde Roskam; te Medemblik in de Valk; te Nieuwediep bij Ilinen en in den Burg; te Helder in liet Heerenlogement; te Enkhuizen in de Valk; te Monnickendam in den Doelen; te Zaandam in den Otter; te Buiksloot in het Roode Hert; te Edam in het Heeren logement; te Beverwijk bij J. Bronkhorst; te Weesp in de Roskamp te Muiden in het Hof van Holland; te Naarden bij Jurrissen; te Venhuizen op liet Raadhuis en te Hem bij Kerkvoogden. Zullende vier dagen vóór den dag der aanbesteding en alzoo op Zaturdag den 13 Januarij eerstkomende door de zorg van den heer Hoofd Ingenieur van den Waterstaat de noodige aanwijzing worden gedaan en inmiddels zoo bij Z.W.E.G. als bij den heer Aspirant-Ingenieur A. O. van den Pantlieuvel te Purmerende en bij Kerkvoogden de verlangde inlichtingen te bekomen zijn. 1TSE2-JWSÏs:JD£1T©S2J. HELDER en NIEUWEDIEP, 6 Januarij 1855. Naar men verneemt, heeft de bevelhebber van 's Rijks stoomschip Cycloop zichin den nacht van den eersten op den tweeden Januarijen in den destijds woedenden storm uit hel Noordwesten, hij gebrek aan steenkolen, en derhalve hij ontstentenis van het middel om de noodige kracht te ontwikkelen ten einde den wind hel hoofd te bieden, ge noodzaakt gezien, om, tot behoud der bemanning, het schip, met hoog water op strand te zetten: hetwelk dan ook is gelukt, vermits slechs drie personen, te welen de officier van gez. de Haan, de machinist en een der muirozen, die, zonder hel berel daartoe aflewachten, van boord zijn gegaan zijn vermist, en vermoedelijk verongelukt. -De manschap is te Zandvoorl onder dak gebragt, en reeds grootendeels alhier gearriveerd, met achterlating van eenige schepelingen ten einde al heigeen nog in en op bet schip is te bewa ken, en hetwelk, zonder veel bezwaar, daarvan zal kunnen worden af- en uitgenomen. Op hel afbrengen van het schip bestaal voor alsnog weinig of geen uitzigl.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1855 | | pagina 2